Les 6, vluchtelingen en asielzoekers

1 / 42
next
Slide 1: Slide
MBOStudiejaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Terugblik
  • Les: vluchtelingen en asielzoekers
  • Opdrachten
  • Vragen?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
Les 5: Analfabetisme en laaggeletterdheid

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent analfabetisme?
A
Niet kunnen functioneren in de maatschappij
B
Beetje kunnen lezen, maar niet kunnen schrijven
C
Niet kunnen lezen en schrijven
D
Beetje kunnen schrijven, maar niet kunnen lezen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent laaggeletterdheid?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Analfabetisme en laaggeletterdheid gaan vaak samen met een achterstelling in de maatschappij
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Analfabeten en laaggeletterden zijn vaak gemotiveerd om 'terug naar de klas' te gaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vluchten

Slide 11 - Slide

Wereldwijd zijn er miljoenen mensen op de vlucht. Een vluchteling verlaat niet zomaar zijn of haar thuisland. Een vluchteling is iemand die in zijn thuisland gevaar loopt of een gegronde vrees heeft voor vervolging. In Nederland zijn de meeste vluchtelingen afkomstig uit Afghanistan, Syrië, Eritrea, Irak, Iran en Turkije. Sommige mensen vluchten met het hele gezin. Anderen vluchten alleen, omdat vaak de vlucht al levensgevaarlijk en soms onbetaalbaar is. Door (een deel van) het gezin tijdelijk achter te laten, kunnen ze later, als ze mogen blijven, gezinshereniging aanvragen. De gezinsleden kunnen dan met een visum op een veilige manier naar Nederland reizen. 

Slide 12 - Slide

De termen asielzoeker en vluchteling worden wel eens met elkaar verward. Niet iedere asielzoeker in Nederland is een vluchteling. Een asielzoeker is iemand die in een ander land om bescherming vraagt door een asielverzoek in te dienen. Het land waar asiel wordt gevraagd, gaat dan na of de asielzoeker valt onder het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties en dus bescherming nodig heeft. Dit onderzoek gebeurt gedurende de asielprocedure. Pas als iemand erkend wordt, dus een terecht reden heeft om te mogen blijven, wordt diegene een vluchteling genoemd. De meeste vluchtelingen in Nederland begonnen dus als asielzoekers.
Hoeveel asielaanvragen
waren er denk je in 2020?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat denk je:
Uit welk land komen de meeste vluchtelingen?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Opdracht 20 
Bladzijde 28

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

timer
4:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat kunnen redenen zijn
waarom mensen vluchten?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Filmpje
Schrijf alle redenen die het filmpje worden genoemd over waarom mensen vluchten op

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Welke redenen werden genoemd in het filmpje?

Slide 24 - Open question

Redenen om te vluchten
Mensen kunnen vanwege diverse oorzaken besluiten om te vluchten. De meest voorkomende redenen zijn:
• oorlog;
• natuurramp (bijvoorbeeld aardbeving, tsunami);
• vervolging vanwege ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging en seksuele voorkeur.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

In het thuisland is er geen mogelijkheid tot bescherming. Soms vluchten zij naar een buurland, maar er zijn ook vluchtelingen die naar Europa of de Verenigde Staten vluchten. Volgens het Vluchtelingenverdrag hebben zij het recht om in een ander land asiel (= bescherming) aan te vragen. Er zijn ook mensen die asiel aanvragen vanwege armoede. Echter armoede wordt in geen enkel land ter wereld erkend als een geldige reden om te vluchten. Deze mensen zullen dus uiteindelijk worden uitgezet naar het land van herkomst. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

Vluchtelingen hebben vaak een psychotrauma. Een psychotrauma is de psychische en lichamelijke reactie op een traumatische gebeurtenis, dus hoe iemand reageert als de gebeurtenis voorbij is. Iemand kan last krijgen van depressiviteit, nachtmerries, angst en paniekreacties, hoofdpijn, prikkelbaarheid etc.

Slide 29 - Slide

Vluchtelingen hebben hun land, en soms ook werk, familie en vrienden, moeten verlaten om in een voor hen vreemd land een nieuw leven op te bouwen, met een andere cultuur en een andere taal. Vluchtelingen hebben vaak schokkende dingen meegemaakt. Sommige vluchtelingen hebben gevangen gezeten of zijn gemarteld. Ze zijn geconfronteerd met dood en geweld, hebben familie en vrienden verloren en zijn zelfs misschien bang geweest dat ze het zelf niet zouden overleven. 

Eenmaal aangekomen in het land waar asiel is aangevraagd, wacht hen vaak ook nog een moeilijke en onzekere tijd. Vaak verhuizen mensen van het ene asielzoekerscentrum (AZC) naar het andere. Ze zijn lang in afwachting of ze mogen blijven of niet. Sommige mensen wachten hier zelfs jaren op. Volwassenen mogen gedurende de asielprocedure niet werken.

Slide 30 - Slide

Kinderen van vluchtelingen kunnen ook getraumatiseerd zijn. In de eerste plaats door wat het kind heeft mee gemaakt. Het ontvluchten van het thuisland en de lange weg naar Nederland hebben een grote invloed op het gezinsleven. Het kind verliest de band met het land van herkomst, terwijl het nog geen band heeft opgebouwd met het land van aankomst. Het kind, de ouders, broers en zussen kunnen een psychotrauma hebben die van directe invloed is op het gezinsleven. De kinderen kunnen zelf gedragsproblemen ontwikkelen, zoals agressiviteit en huilbuien, Ook kunnen kinderen opeens weer te maken krijgen met bedplassen. Een kind dat gevlucht is voor oorlogsgeweld heeft vaker problemen. De kans is groot dat het kind een onderwijsachterstand oploopt in Nederland. In eerste instantie wordt de achterstand groter omdat het Nederlands moet leren. Verder kan de manier waarop onze samenleving nieuwkomers accepteert tot spanningen en soms problemen leiden. Voor een vluchtelingenkind is het opbouwen van sociale relaties op school en in de wijk vaak erg lastig. 
'Hamid gaat, net als alle andere kinderen van asielzoekers die tussen de 12 en 18 jaar oud zijn, eerst naar een internationale schakelklas. Daar leert hij de Nederlandse taal en cultuur. Zodra hij voldoende Nederlands spreekt, gaat hij verder naar een gewone school. In het AZC waar hij zit, is net als in elk andere AZC een Open Leercentrum. Daar staan computers met internetverbinding zodat hij zijn huiswerk kan maken'

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Opdracht 22
Bladzijde 29

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Link

This item has no instructions

timer
4:00

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

Professionele ondersteuning bij de verwerking van het trauma is in veel gevallen noodzakelijk. Jij kan deze ondersteuning niet bieden maar je kunt ze wel helpen door steun te bieden of een luisterend oor te zijn. De eerste stap voor mensen met dergelijke klachten van een psychotrauma, is dit bespreekbaar te maken met de huisarts. Ook zijn er stichtingen of organisaties, zoals Stichting Vluchtelingenwerk, die ondersteuning bieden.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Noem 2 redenen waarom mensen vluchten?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Tot volgende week!
Les 7: Echtscheiding en gevolgen voor het gezinsleven

Slide 42 - Slide

This item has no instructions