les 5: sociale (on)veiligheid en leefbaarheid (4.7)

  • sociale onveiligheid
  • sociale leefbaarheid -> sociale cohesie
  • prachtwijken
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

  • sociale onveiligheid
  • sociale leefbaarheid -> sociale cohesie
  • prachtwijken

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

sociale cohesie
= de onderlinge verbondenheid van de bewoners. 

Het gaat dan om kenmerken als inkomen, opleiding, gezinsgrootte, gezinsfase, etniciteit en cultuur.

Slide 3 - Slide

sociale cohesie
  • Hoe meer de bewonerskenmerken op elkaar lijken, hoe groter de sociale cohesie
    Het gaat dan om kenmerken als inkomen, opleiding, gezinsgrootte, gezinsfase, etniciteit en cultuur.
  • Hoe langer mensen in een wijk wonen, hoe groter de sociale cohesie. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

krachtwijken / prachtwijken / aandachtswijk
Wijken met een lage leefbaarheid waar de overheid maatregelen neemt om die te verbeteren.
  • werkeloosheid
  • schooluitval
  • overlast
  • spanningen tussen bevolkingsgroepen
  • criminaliteit
  • tienerzwangerschappen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Keuzeopdracht - 15 minuten
Ontwerp voor één van de mensen een woonwijk.
- Arend en Aaltje: langst getrouwde stel in NL ooit
- Jill en Senna: arme studenten uit Wageningen
- Lisa, Erik en hun 4 kinderen

Slide 8 - Slide

focus van deze les
  • wat sociale leefbaarheid en sociale veiligheid is
  • waardoor de sociale cohesie hoger/lager kan zijn
  • welke problemen er in krachtwijken/prachtwijken/aandachtswijken zijn
  • welke wijken vooral krachtwijken/prachtwijken/aandachtswijken zijn en waarom 

Slide 9 - Slide

Herhaling
stadscentrum
arbeiderswijken
(1870-1920)
naoorlogse wijken
(1940-1970)
 nieuwbouwwijken
(na 2000)
jaren-`70-wijken
1920-1940 (vooroorlog)

Slide 10 - Drag question

welke maatregelen
kan je nemen zodat mensen
zich veiliger voelen?

Slide 11 - Mind map

In welke wijk is de sociale cohesie het hoogst?
A
veel huurwoningen en veel diversiteit
B
veel koopwoningen en veel diversiteit
C
veel huurwoningen en weinig diversiteit
D
veel koopwoningen en weinig diversiteit

Slide 12 - Quiz

Welke type wijken zijn vaak een probleemwijk (2 juist)?
A
Binnenstad (tot 1870)
B
Arbeiderswijk (1870-1920)
C
Vooroorlogse woonwijk (1920-1940)
D
Hoogbouw (1940-1970)

Slide 13 - Quiz