1.1 Moderne beleving van tijd

1.1 De moderne beleving van tijd
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

1.1 De moderne beleving van tijd

Slide 1 - Slide

Pierre De Coubertin
  • Eerste moderne Olympische Spelen.
  • Franse historicus.

Slide 2 - Slide

Olympische Spelen

  • 6 april 1896
  • Athene
  • Moderne tijd

Slide 3 - Slide

Olympische Spelen
  • De moderne industriele samenleving maakte het mogelijk om grote aantallen buitenlandse bezoekers en sporters te ontvangen.
  • Trein, stoomschip, groeiende welvaart

Slide 4 - Slide

Olympische Spelen
  • Nationalisme bevorderde georganiseerde beoefening van sport: sport maakte jongens geschikt voor het leger.
  • Teamgeest en discipline

Slide 5 - Slide

Olympische Spelen
  • Tijdmeting werd belangrijker.
  • Stopwatch was net uitgevonden.
  • Tijd werd in tienden van seconden gemeten. 
  • Citius, Altius, Fortius ( sneller, hoger, sterker).

Slide 6 - Slide

Tijd
  • 1891, Europa opgedeeld in tijdzones.
  • Ze keken eerst naar de zon en die was niet overal op iedere plek gelijk. Zelfs binnen NL --> Greenwichtijd, gebaseerd op de sterrenwacht in London.
  • Treinverkeer moest tijden hebben!

Slide 7 - Slide

La belle époque
  • 1890 - 1914
  • Het mooie tijdperk.
  • De Fransen noemden deze periode na WO1 zo.

Slide 8 - Slide

Vooruitgangsgeloof
  • Het idee dat het leven van de mensheid op den duur steeds beter wordt.
  • Leven van de mensen was in een aantal opzichten verbeterd: uitvindingen, levensomstandigheden.

Slide 9 - Slide

Indelen van geschiedenis
  • Indelen in vijf perioden.
  • Indelen in tien tijdvakken.
  • Indelen in vijf soorten samenlevingen.

Slide 10 - Slide

Indelen in vijf perioden
  1. Prehistorie
  2. Oudheid
  3. Middeleeuwen
  4. Vroegmoderne tijd
  5. Moderne tijd

Slide 11 - Slide

Indelen in tien tijdvakken

Slide 12 - Slide

Indelen in vijf soorten samenlevingen
  1. Samenleving van jagers en verzamelaars
  2. Landbouwsamenleving
  3. Landbouw-stedelijke samenleving
  4. Industriele samenleving
  5. Informatie samenleving

Slide 13 - Slide