Jullie kunnen:
- Een vraag op twee manieren anders maken (Hoofdstuk 2 bron C)
- De ontkenningen ne...pas, ne...jamais, ne...plus, ne... rien & ne...pas op de goede plek in de zin zetten. (Hoofdstuk 2 bron H)
- Aan een Franse zin aflezen of de woorden: qui, qu'est-ce que, pourquoi, comment, quand, où & combien in de zin horen (Hoofdstuk 2 bron H)
Jullie kennen:
- De betekenis van de Franse woorden: qui, qu'est-ce que, pourquoi, comment, quand, où & combien (hoofdstuk 2 bron H)
- De vertaling van de Franse woorden: ne...pas, ne...jamais, ne...pas encore, ne...plus, ne...rien
- De vertaling van de Nederlandse woorden jouw, mijn, zijn, haar, onze, jullie, uw & hun