2M, les 24 en 25, wk 48

LES 1
timer
10:00
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

LES 1
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Terugblik
Lezen:
  • Je hebt geleerd wat een praatposter is en op welke manier je naar een tekst kan kijken. 
  • Je hebt geleerd zelf een praatposter te maken.

Spelling:
  • Je hebt je resultaat binnen. Vrijdag kan je de toets inzien.
  • Je hebt blok 1 t/m 3 van spelling onder de knie. 

Slide 2 - Slide

Doelen deze les: 
  • Je leest de theorie van blok 1 en 2 Lezen in de methode. 
  • Je  maakt je praatposter af. Denk aan: alinea opbouw. 
  • Je kunt zins- en alineaverbanden met een opsomming, tegenstelling en voorbeeld benoemen

Slide 3 - Slide

Tekstbegrip
  • Theorie lezen . Blok 1 en 2 Lezen.
  • Praatposter afmaken.
  • Met elkaar bespreken. 

Slide 4 - Slide

Wat is een verband in de tekst?
  • In een tekst sluiten zinnen en alinea's op een bepaalde manier bij elkaar  

  • Zo kan in een zin een uitspraak staan en daar in de volgende zin een voorbeeld bij worden gegeven. Je spreekt dan van zinsverband. Er kan ook veen verband bestaan tussen alinea's

  • Bij ieder verband horen verschillende signaalwoorden. een signaalwoord geeft als het ware een seitnje aan de lezer: let op, nu komt er een voorbeeld of een uitleg.
  • In een tekst sluiten zinnen en alinea's op een bepaalde manier bij elkaar   

  • Zo kan in een zin een uitspraak staan en daar in de volgende zin een   voorbeeld bij worden gegeven. Je spreekt dan van zinsverband

  • Er kan ook een verband bestaan tussen alinea's (alineaverband).

  • Bij ieder verband horen verschillende signaalwoorden. Een signaalwoord   geeft als het ware een seintje aan de lezer: let op, nu komt er een   voorbeeld of een uitleg!
Wat is een verband in een tekst?

Slide 5 - Slide

Uitspraak-opsomming
  • Bij een opsommend verband worden zaken/dingen achter  elkaar genoemd.

  • voorbeelden van signaalwoorden: 
       ten eerste / tweede/ derde
       om te beginnen, ook, daarnaast,  ten slotte.

Slide 6 - Slide


'Eerst ga je naar platform 9 3/4. Vervolgens ga je door de muur. Daarna pak je de trein.'

Slide 7 - Slide

Uitspraak-tegenstelling
  • Bij een tegenstellend verband wordt na een uitspraak het tegengestelde beweerd.


  • voorbeelden van signaalwoorden: 
       maar, daarentegen, echter, integendeel, enerzijds....    
      anderszijds, daar staat tegenover...

Slide 8 - Slide


'Ik heb goed geleerd voor de toets, maar ik heb een onvoldoende gehaald.'

Slide 9 - Slide

Uitspraak- voorbeeld
  • Bij een voorbeeldgevend verband wordt een uitspraak gevolgd door één of meer voorbeelden. 

  • Voorbeelden van signaalwoorden:
      bijvoorbeeld, als voorbeeld, zoals, zo..

Slide 10 - Slide

Zie jij een signaalwoord dat een voorbeeld aangeeft ?
Kleine kriebelbeestjes komen al eeuwen op de aarde voor. Zo houdt de kakkerlak het al meer dan tweehonderd miljoen jaar vol. 

Van alle grote planteneters, zoals olifanten, giraffen en gorilla’s, wordt bijna zestig procent met uitsterven bedreigd.

Slide 11 - Slide

Opdracht verbanden
Ga naar drive - lezen - oefeningen - 'Nieuwe AirPods zijn prijzig'.
Maak een kopie van deze tekst. 
Welke verbanden kom jij tegen?
  • uitspraak - voorbeeld: rood markeren
  • uitspraak - tegenstelling: groen markeren
  • uitspraak - opsomming: blauw markeren

Slide 12 - Slide

Noem 2 dingen die je deze les geleerd hebt.

Slide 13 - Open question

Formuleer een vraag die je na deze uitleg nog hebt.

Slide 14 - Open question

Spelling
  • Je oefent nog een keer met de volgende leerstof:
- meervoud zelfstandig naamwoord
- sommige/sommigen
- tussenletter in samenstellingen
- apostrof
- samentrekkingen

Slide 15 - Slide

Opdrachten maken:
Ga naar drive - spelling - blok 4 t/m 6 - opdracht lastige onderdelen spelling blok 1 t/m 4

Slide 16 - Slide

Afsluiting
Huiswerk:

Opdracht lastige onderdelen spelling blok 1 t/m 4 is af


Slide 17 - Slide

LES 2
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Terugblik
Lezen:
  • Je hebt geleerd wat zins- en alineaverbanden zijn.
  • Je hebt 3 verbanden geleerd: opsommend, voorbeeldgevend en tegenstellend verband.

Spelling:
  • Je hebt geoefend met de lastige onderdelen van spelling blok 1 tm/ 4. Je weet met welke onderdelen je extra moet oefenen en waar je uitleg bij wilt hebben van je docent.

Slide 19 - Slide

Tekstbegrip
  • Je leert welke manieren er zijn om alinea's aan elkaar te verbinden. 

Slide 20 - Slide

Vier manieren om alinea's met elkaar te verbinden.
  1. Door gebruik van signaalwoorden.
  2. Door herhaling.
  3. Door overgangszinnen met verwijzing.
  4. Door aankondigende zinnen. 

Slide 21 - Slide

Door herhaling
Planteneters moeten blijven
Van alle grote planteneters, zoals olifanten, giraffen en gorilla’s, wordt bijna zestig procent met uitsterven bedreigd. Wat gebeurt er als het echt zover komt? Een internationaal team van ecologen onderzocht de gevolgen van het uitsterven van deze dieren.

Het team van ecologen onderzocht meer dan vierenzeventig soorten grote planteneters van meer dan honderd kilo. Na hun onderzoek kwamen ze met verontrustende vooruitzichten. 

Slide 22 - Slide

Door een overgangszin met verwijswoord.
Als mens kun je bijvoorbeeld tegen jezelf zeggen: ik heb wel trek in dat taartje, maar ik laat het staan, want het is van iemand anders. Een aap zal volgens Stafleu nooit op die manier zijn emoties analyseren. ‘Een chimpansee laat een taartje misschien staan als je hem een paar keer hebt gestraft. Maar als hij ermee kan wegkomen, zal hij het gebakje alsnog pakken.’ 
Dat bewijst dat een aap zijn eigen emoties dus niet kan analyseren en bestempelen als goed of fout. 

Slide 23 - Slide

Door aankondigende zinnen
Het team van ecologen onderzocht meer dan vierenzeventig soorten grote planteneters van meer dan honderd kilo. Na hun onderzoek kwamen ze met verontrustende vooruitzichten. 
Allereerst hebben vleeseters geen prooien meer en neemt hun aantal af. Daarnaast wordt het landschap veel minder divers en de grond armer, omdat planteneters geen zaden of mest meer verspreiden.

Slide 24 - Slide

Opdracht maken

Ga naar Drive - lezen - oefeningen  - 'oefening verwijs- en signaalwoorden
Maak alleen oefening 1 en 3.

Slide 25 - Slide

Spelling
  • Je oefent met sites als Cambiumned en Jufmelis met de onderdelen die je tot nu toe hebt geleerd.
  • Je leert gerichte vragen stellen aan je docent over de leerstof.

Slide 26 - Slide

Opdracht nakijken
Drive - spelling - blok 4 t/m 6 - opdracht lastige onderdelen spelling blok 1 t/m 4

Slide 27 - Slide

Oefenen
Op dit moment zou je de onderstaande onderdelen moeten beheersen:
  • ww-spelling
  • spelling bijvoeglijk naamwoord
  • hoodfletters en kleine letters
  • meervouden
  • sommige/sommigen
  • tussenletter in samenstellingen
  • apostrof
  • samentrekkingen - (weglatingsstreepje)
Waar heb je nog extra uitleg bij nodig? 

Slide 28 - Slide

Afsluiting
Huiswerk:

x


Slide 29 - Slide