HIN 4k - Lezen H2 les 2 verbanden en signaalwoorden

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon thuis of in de kluis
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Slide

Welkom
Pak je boek op blz 40,
 je schrift of een blaadje
en je pen.

Log alvast in 
op deze LessonUp. 
timer
3:00

Slide 3 - Slide

 Mededelingen en programma
  • 4P1 wordt voor volgende week vrijdag nagekeken. Eerder mogelijk.
  • Niet (alles) ingeleverd via Magister Opdrachten? Dan afspraak maken met mij. 
  • Tijdens toetsweek laatste inhaalmogelijkheid voor gemiste opdrachten en toetsen voor PTA.
  • Voor 15-04-2024 moet PTA afgerond zijn voor examens. 

Slide 4 - Slide

Welkom 4K
Wat gaan we vandaag doen?
uitleg verbanden alinea's     3 min
lezen tekst 4                            7 min
maken opdracht 4                15 min
nakijken opdracht 2 en       10 min
Vragen stellen                       10 min










Wat is het lesdoel?
Na deze les kan ik tekstverbanden herkennen en weet ik hoe ik moet citeren.

toetsweek: inhalen gemiste PTA

Slide 5 - Slide

3 begrippen die je vaak tegenkomt bij tekstvragen
1. 'Op welke vraag wil deze tekst antwoord geven?'
Wat is de vraag in de titel? Wat vraagt de schrijver zich  af? 
2.' Verband tussen alinea's'
Wat is het tekstverband tussen de genoemde alinea's
3. 'Samenvatten in vijf zinnen':
Schrijf per alinea de belangrijkste zin op/over. Zo heb je snel een goede samenvatting geschreven. 

Slide 6 - Slide

Pak voor je:  tekst 4 op blz 45
'Mag dat?   ... 

Slide 7 - Slide

Aan de slag
Maken: opdracht 4 blz. 45         (6 punten) -we kijken elkaars                                                                                                     antwoorden na.


timer
15:00

Slide 8 - Slide

De opdrachten nakijken 

Slide 9 - Slide

Opdracht 2 
1 bijvoorbeeld: 'Parate' kennis weet je direct, uit het hoofd; 'kennis' kun je ook opzoeken.
2 eigen antwoord
3 a lichtpuntje (al. 3) 2 iets positiefs in slechte tijden
b letterlijk (al. 3) 3 precies zoals het er staat
c onherroepelijk (al. 6) 4 wat zeker gaat gebeuren
d apocalyps (al. 6) 1 een zeer dramatische gebeurtenis
4 honden

Slide 10 - Slide

Opdracht 2 


5 De vergelijking bestaat uit vijf onderdelen: 
1 ze zijn beide sloom 2 ze zijn beide lawaaiig
3 ze stinken 4 ze liggen in de weg
5 ze doen niets liever dan vreten
6 [..] je moet [..] veel weten om het spelletje te winnen.
doel: je wint het spelletje
middel: je moet veel weten
7 Maar nu is er een lichtpuntje.

Slide 11 - Slide

Opdracht 2 



8 De dochter bedoelt het andersom, ze vindt dat haar moeder verder niet zo nuttig is voor haar.
9 spottend lachen
10 Ze vinden het onbegrijpelijk dat hun moeder de antwoorden niet weet op (voor hen) simpele vragen en dat de 'parate kennis' van hun moeder haar bij dit soort vragen niet helpt. 11 B een conclusie trekken
12 Dan is er in huis iemand altijd blij om haar te zien.
13 amuseren



Slide 12 - Slide

Wat is je cijfer?
punten/cijfer
13,00 10,0
12,00 9,1
11,00 8,3
10,00 7,4
9,00 6,5
8,00 5,7
7,00 5,0 
6,00 4,5
5,00 3,9
4,00 3,3
3,00 2,7
2,00 2,2
1,00 1,6


Slide 13 - Slide

Mijn cijfer...
Valt me tegen
Valt me mee

Slide 14 - Poll

Opdracht 3*
1 A de schuingedrukte, eerste zin
2 alinea 1 a beschrijving
alinea 2 c resultaten
alinea 3 b mogelijke verklaringen
3 Een groep proefpersonen mocht het internet gebruiken en de andere groep proefpersonen niet.
4 “Als ze het antwoord niet wisten, dan mochten ze het op het internet opzoeken.”
5 eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Je kunt het beste internet gebruiken, want je kunt niet op alle vragen antwoord geven met behulp van je parate kennis.

Slide 15 - Slide

 Daarnaast weet je dan zeker dat je antwoord klopt (parate kennis hoeft niet per se altijd waar te zijn).
6 eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Parate kennis of het internet/ Wat niet weet/...Kennis is macht
Het internet weet wel alles
7 Mensen die internet gebruiken zijn onzeker over wat ze weten.
Mensen die wel beschikking hebben over internet, willen waarschijnlijk controleren wat ze als parate kennis hebben.
8 bijvoorbeeld: Vroeger was er geen internet en kon je niet meteen 'kennis' opzoeken of controleren.

Slide 16 - Slide

1 Mag je je lege drankkarton bij het oud papier gooien?
2 Nee, want drankkarton hoort in de PMD-bak. (laatste zin van alinea 1)
3 B Alinea 2 geeft een verklaring bij alinea 1.
4 In alinea 3 en 4 is de eerste zin de belangrijkste zin. De rest van de alinea bestaat uit voorbeelden.
5 Mag je je lege drankkarton bij het oud papier gooien?
Nee, want drankkarton hoort in de PMD-bak. De afkorting PMD staat namelijk voor Plastic verpakkingen, Metaal & blik en Drankkartons. De PMD-bakken in onze gemeente zijn makkelijk te herkennen, want ze zijn knaloranje.In sommige gevallen kun je via de gemeente een speciale container voor PMD aanvragen.
6 eigen antwoord, bijvoorbeeld: Bij ons moeten de lege drankpakken bij het gewone huisafval.

Slide 17 - Slide

Heb je                       vragen?

Steek je vinger op en 
wacht tot je aan de beurt bent. 

Slide 18 - Slide

Evaluatie les
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 19 - Slide

Evaluatie 
  1. wat ging er goed en wat minder?
  2. is het leerdoel helder?
  3.  weet je wat je moet doen?
  4. heb je vragen en of opmerkingen?




Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide