Werkwoord (spelling) 1 Hfs. 2

Hfs. 1 het hele werkwoord, weten jullie het nog?


1 / 21
next
Slide 1: Slide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hfs. 1 het hele werkwoord, weten jullie het nog?


Slide 1 - Slide

Vandaag gaan we verder met TEGENWOORDIGE TIJD  

Slide 2 - Slide

Wat is de tegenwoordige tijd?
Alles wat nu gebeurt, of nog moet gebeuren

Slide 3 - Slide

Voorbeeld
Ik fiets naar school

Slide 4 - Slide

Wat is de verleden tijd?
Als het al gebeurd is

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Ik fietste naar school

Slide 6 - Slide

Staan de volgende zinnen in de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd?

Slide 7 - Slide

Vandaag gaan we naar school
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 8 - Quiz

Ik kijk naar het jeugdjournaal
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 9 - Quiz

Gisteren gaf Supermeester ook een online les

A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 10 - Quiz

Dat dier zat vast in een schoen van een oude opa.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 11 - Quiz

Hij pakte een rode stift
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 12 - Quiz

Hij vliegt door het raam naar buiten
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 13 - Quiz

De kinderen dachten dat hij gek was geworden
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 14 - Quiz

Supermeester ging een slaapliedje zingen voor de oude opa
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 15 - Quiz

En de oude opa snurkt heel hard
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 16 - Quiz

Ze kwam naar beneden

Slide 17 - Open question

Zet nu de zin in een andere tijd

Slide 18 - Slide

En de teddybeer zong een slaapliedje

Slide 19 - Open question

Supermeester vloog weer naar de klas

Slide 20 - Open question

Ga nu zelfstandig verder in het boek Werkwoordspelling 1
Hoofdstuk 2.

Slide 21 - Open question