09-05

Was machen wir Heute?
  • Lernziele des Unterrichts;
  • Hausaufgaben besprechen;
  • Wiederholung Signalwörter + Offene Fragen;
  • Leseaufgabe machen -> zusammen;
  • Hausaufgaben;
  • Ende der Klasse;
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Was machen wir Heute?
  • Lernziele des Unterrichts;
  • Hausaufgaben besprechen;
  • Wiederholung Signalwörter + Offene Fragen;
  • Leseaufgabe machen -> zusammen;
  • Hausaufgaben;
  • Ende der Klasse;

Slide 1 - Slide

Lernziele des Unterrichts
Aan het einde van de les:

  • Benoem je 3 signaalwoorden in het Duits;
  • Benoem je hoe je open vragen kan beantwoorden;
  • Heb je klassikaal een tekst gelezen over verschillende plekken in huis;

Slide 2 - Slide

Hausaufgaben besprechen
Hausaufgaben -> Text Eurovision Song Contest 2023

Wir besprechen die Aufgaben zusammen.

-> Je krijgt de beurt, benoem ook waar in de tekst je het antwoord hebt gevonden.

Slide 3 - Slide

Wiederholung Signalwörter
Functie = signaalwoorden geven een verband aan tussen zinnen of alinea's.

Signaalwoorden die je moet weten:
Also -> dus                                           Zum Beispiel -> bijvoorbeeld
Damit -> daarmee                             Während -> terwijl
Weil -> want                                         Doch -> toch
Auch -> ook                                          Aber -> maar


Slide 4 - Slide

Wiederholung Offene Fragen
Open vragen zijn vaak lastiger te beantwoorden -> geen keuzemogelijkheid

Hoe pak je dit aan:
1. Lees de vraag
2. Lees de alinea waar je het antwoord kan vinden
3. Kijk of je ergens een signaalwoord ziet staan (de zin ervoor of erna is vaak het antwoord)
4. Vat de alinea voor jezelf samen
5. Geef antwoord op de vraag -> ALTIJD in het Nederlands (tenzij er DUI staat)

Slide 5 - Slide

Vul het goede signaalwoord in:
Wir haben heute kein Zeit um zu schwimmen, ...... morgen können wir schwimmen.
A
aber
B
auch
C
also
D
Zum Beispiel

Slide 6 - Quiz

Vul het goede signaalwoord in:
Ich liebe viele Tieren, .......... ein Hund, eine Katze und ein Kaninchen.
A
damit
B
während
C
Zum Beispiel
D
doch

Slide 7 - Quiz

Vul het goede signaalwoord in:
Ich fahre in den Urlaub nach Spanien und Belgien. ....... gehe ich nach Deutschland.
A
damit
B
aber
C
doch
D
auch

Slide 8 - Quiz

Vul het goede signaalwoord in:
Ich gehe in den Supermarkt, ....... meine Mutter essen kocht.
A
doch
B
damit
C
auch
D
während

Slide 9 - Quiz

Leseaufgabe machen

Was? --> Leestekst 'Mein Lieblingsplatz' -> Seite 40/41, Aufgabe 13
Wo? --> In het werkboek
Wie? --> We lezen de tekst klassikaal (om en om een regel) en beantwoorden klassikaal de vragen
Was brauchst du? --> de tekst op blz. 41

Het gaat er niet om of je woorden wel/niet goed uitspreekt -> doel is leesmeters maken + weten hoe je een openvraag aanpakt.


Slide 10 - Slide

Hausaufgaben
Was? -> Maken werkblad 'Signalwörter üben'
Wo? -> Op het werkblad
Wenn? -> Montag 15. Mai
Was brauchst du? -> -

Slide 11 - Slide

Ende der Klasse
Leerdoelen behaald?
Vragen?


  • Heb je de leestekst gemaakt;
  • Herhalen we nog een keer de signaalwoorden en bespreken we de tekstverbanden;

Slide 12 - Slide