15-05

Was machen wir Heute?
  • Lernziele des Unterrichts;
  • Hausaufgaben besprechen;
  • Wiederholung Signalwörter;
  • Leseaufgabe machen -> zusammen;
  • Ende der Klasse;
Leestoets 2 -> Dinsdag 23 mei
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Was machen wir Heute?
  • Lernziele des Unterrichts;
  • Hausaufgaben besprechen;
  • Wiederholung Signalwörter;
  • Leseaufgabe machen -> zusammen;
  • Ende der Klasse;
Leestoets 2 -> Dinsdag 23 mei

Slide 1 - Slide

Lernziele des Unterrichts
Aan het einde van de les:

  • Benoem je 3 signaalwoorden in het Duits;
  • Benoem je hoe je open vragen kan beantwoorden;
  • Heb je klassikaal een tekst gelezen over verschillende vakanties;

Slide 2 - Slide

timer
1:00
Vraag 1
Wat doet Mara graag op haar lievelingsplek in huis? Noem 3 dingen

Slide 3 - Mind map

timer
1:00
Vraag 2
Wat is een 'Hochetage'?

Slide 4 - Mind map

timer
1:00
Vraag 3
Waarom is Sarah graag op de Hochetage?

Slide 5 - Mind map

timer
1:00
Vraag 4
Wat is de lievelingsplek van Mark?

Slide 6 - Mind map

timer
1:00
Vraag 5
Wat doet Mark graag op deze plek?

Slide 7 - Mind map

timer
1:00
Vraag 6
Citeer 2 woorden uit de tekst die allebei 'bank' betekenen

Slide 8 - Mind map

timer
1:00
Vraag 7
Noem 2 voordelen uit de tekst van de lievelingsplek van Tom

Slide 9 - Mind map

Wiederholung Signalwörter
Functie = signaalwoorden geven een verband aan tussen zinnen of alinea's.

Signaalwoorden die je moet weten:
Also -> dus                                           Zum Beispiel -> bijvoorbeeld
Damit -> daarmee                             Während -> terwijl
Weil -> want                                         Doch -> toch
Auch -> ook                                          Aber -> maar


Slide 10 - Slide

Vul het goede signaalwoord in:
Wir haben heute kein Zeit um zu schwimmen, ...... morgen können wir schwimmen.
A
aber
B
auch
C
also
D
Zum Beispiel

Slide 11 - Quiz

Vul het goede signaalwoord in:
Ich liebe viele Tieren, .......... ein Hund, eine Katze und ein Kaninchen.
A
damit
B
während
C
Zum Beispiel
D
doch

Slide 12 - Quiz

Vul het goede signaalwoord in:
Ich fahre in den Urlaub nach Spanien und Belgien. ....... gehe ich nach Deutschland.
A
damit
B
aber
C
doch
D
auch

Slide 13 - Quiz

Vul het goede signaalwoord in:
Ich gehe in den Supermarkt, ....... meine Mutter essen kocht.
A
doch
B
damit
C
auch
D
während

Slide 14 - Quiz

Leseaufgabe machen

Was? --> Leestekst 'Welcher Urlaub darf es denn sein?' -> Seite 144/145,  Aufgabe 8
Wo? --> In het werkboek
Wie? --> We lezen de tekst klassikaal (om en om een regel) en beantwoorden klassikaal de vragen
Was brauchst du? --> de tekst op blz. 145

Het gaat er niet om of je woorden wel/niet goed uitspreekt -> doel is leesmeters maken + weten hoe je een openvraag aanpakt.


Slide 15 - Slide

Ende der Klasse
Leerdoelen behaald?
Vragen?


  • Heb je de leestekst gemaakt;
  • Herhalen we nog een keer de signaalwoorden en bespreken we de tekstverbanden;

Slide 16 - Slide