19 maart: start Spelling cursus 7

19 maart: start spelling cursus 7 § 1 herhaling leerjaar 1 
Mavo 2 periode 4 
week 12 1e les (19 maart)
Laptop nodig ?? 

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

19 maart: start spelling cursus 7 § 1 herhaling leerjaar 1 
Mavo 2 periode 4 
week 12 1e les (19 maart)
Laptop nodig ?? 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welkom 
plattegrond: van mentor
timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning
Lezen: Wojtek blz. 42
Startopdracht: waar/niet waar
Herhaling 7.1 spelling lj 1 
Inoefenen
~pauze~
Zelfstandig oefenen 
Afsluiting


timer
10:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

STARTOPDRACHT:  waar/niet waar 

  1. Aan het begin van elke regel moet je een hoofdletter schrijven.
  2. Elke zin eindigt met een punt, uitroepteken of vraagteken.
  3. Je mag twee uitroeptekens na elkaar gebruiken.
  4. De dagen van de week moet je met een hoofdletter schrijven.









5. De verlengproef mag je niet gebruiken bij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
6. Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt meestal op -en.
7. Woorden in het meervoud eindigen altijd op -en.
8. Een verkleinwoord maak je meestal door -je achter het woord te zetten. 







Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Dictee

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Doel 7.1



  •  Je weet hoe je goed spelt : 

SO: 

!!!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

7.1 Spelling leerjaar 1 


> Een zin kan uit meerdere regels bestaan. 
Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een leesteken: een punt, een vraagteken of een uitroepteken. 
Geen twee leestekens achter elkaar aan het eind van een zin. 

> Namen en woorden die van namen zijn afgeleid schrijf je met een hoofdletter.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

7.1 Spelling leerjaar 1 


> Laatste letter -t of -d ? Langer maken: verlengproef. Eend -> eenden
                                                

> Bijvoeglijke naamwoorden: korte vorm, zonder -e: lekker
                                                              lange vorm, met -e: lekkere
                                                              f/v-regel: lief - lieve en s/v regel: grijs - grijze
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden: meestal -en. Houten, glazen, zilveren
                                                                            (niet bij: plastic flessen,  nylon tas. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

7.1 Spelling leerjaar 1 


> Meervoud eindigt op -en of -s. Vriend - vrienden. Fietser - fietsers. 
                                                      f/v-regel: brief - brieven en s/v regel: gans - ganzen
                                                      medeklinker verdubbeling: jas - jassen 
                                                      klinker weghalen: muur - muren

> Verkleinwoord maak je door -je, -tje, -pje, -etje achter het woord te zetten. 
                                                      plankje, bekertje, wormpje, ringetje 
     Bij sommige -ng woorden, moet je soms de -g vervangen door een -k: koning → koninkje; vergoeding → vergoedinkje.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Inoefenen 
Dictee: 
  1. Luister naar het woord. 
  2. Denk aan de regels. 
  3. Schrijf het woord goed op. 
  4. Lees het woord over. 
  5. Kijk het woord na. 


@docent: zie notities

Slide 10 - Slide

1. meneer Van Dalen
2. Gert de Groot
3. glad 
4. duizendvoud
5.  bn van langzaam: de ....... boot 
6. bn van glas: de ...... fles
7.  mv van fietsdief
8. mv van bezem
9. verkleinwoord van bodem
10. verkleinwoord van lieveling

Kijk na en verbeter 
1. meneer Van Dalen
2. Gert de Groot
3. glad
4. duizendvoud
5. de langzame boot
6.de glazen fles
7. mv van fietsdief: fietsdieven
8. mv van bezem: bezems
9. verkleinwoord van bodem: bodempje
10. verkleinwoord van lieveling: lievelingetje



@docent: zie notities

Slide 11 - Slide

1. meneer Van Dalen
2. Gert de Groot
3. glad 
4. duizendvoud
5.  bn van langzaam: de ....... boot 
6. bn van glas: de ...... fles
7.  mv van fietsdief
8. mv van bezem
9. verkleinwoord van bodem
10. verkleinwoord van lieveling

timer
5:00

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Maak de spellingsoefeningen herhaling leerjaar 1 >>
timer
5:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 
  1. Je weet hoe je de onderdelen hoofdletters, leestekens, laatste letter t/d, bijvoeglijke naamwoorden, meervouden en verkleinwoorden goed moet schrijven. 
timer
5:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Volgende les 25 maart: 
7.2 en 7.3 spelling leestekens

 Huiswerk 25 maart: 
Maak je spellingsoefeningen af. 
 Agenda: 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions