Examentraining: examentermen 4.2.3 t/m 4.2.6

1 / 20
next
Slide 1: Slide
MarketingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je legt uit wat de functies van een verpakking is. 
  •  Je benoemt de verschillende soorten merken. 
  • Je legt uit wat het verschil is tussen branding en merk.
  • Je benoemt de onderdelen van de productlevenscyclus en weet wat de werking van de onderdelen is. 

Slide 2 - Slide

Verpakking

Slide 3 - Slide

Soorten merk
  • Distribuantenmerk
  • Individuele merk
  • Fabrikantenmerk
  • Paraplumerk (familiemerk)
  • Fancy merk
  • Global merk
  • Kwaliteitsmerk

Slide 4 - Slide

Distribuantenmerk
Onafhankelijk opstellen van de fabrikant
- Merknaam
- Huismerknaam

Slide 5 - Slide

Individuele merk
Zelfde fabriek
Ieder deel van de markt apart een marketingbeleid opzetten

Slide 6 - Slide

Fabrikantenmerk
  • Een merk kan van een bepaalde fabrikant zijn
  • Op het product staat ook de naam van de fabrikant

Slide 7 - Slide

A-B-C Merk
A-Merk: Hoge verkrijgbaarheid - Duur - Landelijke reclame - 
Hoge bekendheid

B-Merk: Beperkte verkrijgbaarheid - Goedkoper - 
Geen landelijke reclame - lage bekendheid

C-Merk: Beperkte verkrijgbaarheid - Lage prijs - 
Geen landelijke reclame - Beperkte bekendheid

Slide 8 - Slide

Paraplumerk (Familliemerk)
Alle producten één merknaam. 

Slide 9 - Slide

Fancy merk
Een Fancy-merk is een ander woord voor een huismerk van één bepaalde winkelier

Slide 10 - Slide

Globalmerk

Slide 11 - Slide

Kwaliteitsmerk
Merken waarvan je zeker weet dat ze een constante hoge kwaliteit hebben. Dat zijn meestal merken met een zeer sterk imago.

Slide 12 - Slide

Vis wordt geleverd op ijs in polystyreen dozen om ze tijdens het vervoer van en naar het magazijn en de vrachtwagen ook koel te houden.

Er is hier sprake van volgende verpakkingsfunctie:
A
Commerciële
B
Technische
C
Informatieve

Slide 13 - Quiz

Branding
Branding:
Een middel om producten, diensten of organisaties van elkaar te onderscheiden. Het bewust creëren van een beter beeld ten opzichte van de concurrenten. Dit gaat verder dan het merk zelf. Denk aan Barcelona: “Meer dan een club”.

Slide 14 - Slide

Productlevenscyclus
De productlevenscyclus
 toont de verschillende fasen
 die een product of dienst
 doorloopt vanaf het moment
 dat het op de markt komt

Slide 15 - Slide

Introductie
  • Weerstand bij de klant
  • Weinig bekendheid
  • Beperkte distributie
  • Doelgroep: klanten die graag nieuwe, vrij onbekende producten kopen.
  • Kosten hoog, afzet laag, geen/weinig winst

Slide 16 - Slide

Groei
  • Groeifase begint als de allereerste kopers het product opnieuw gaan kopen.
  • Nieuwe kopers + herhalingskopers
  • Hoge kosten maar verkoop stijgt!
  • Winst begint.

Slide 17 - Slide

Volwassenheid
  • De markt groeit, maar gaat langzaam.
  • Kunnen kopieën op de markt komen. Concurrentie!
  • Alle klanten bereikt die je zou kunnen bereiken
  • Kosten dalen, verkoop is goed, winst!

Slide 18 - Slide

Neergang
  • Niet best 
  • Verkoop loopt terug
  • Teveel nieuwe producten die goedkoper of nieuwer is
  • De vraag neemt af door technologische ontwikkelingen of veranderingen in mode en smaak van de klant
  • Winst daalt

Slide 19 - Slide

Einde onderwerp 4.2
Vragen?

Slide 20 - Slide