H3 - Grammar and such

GRAMMAR Chapter 3
1 / 38
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

GRAMMAR Chapter 3

Slide 1 - Slide

Vertaal:

someone has stolen my laptop

Slide 2 - Open question

Vertaal:

My laptop was brand new

Slide 3 - Open question

Vertaal:

The thief dissapeared in the crowd

Slide 4 - Open question

Vertaal:

The woman had a scar on her hand

Slide 5 - Open question

Voltooid tegenwoordige tijd
Gebruik een vorm van to have en plak -ed achter het werkwoord.

Dit geldt voor regelmatige werkwoorden. Onregelmatige werkwoorden hebben hun eigen vorm.

Slide 6 - Slide

Vervoeg to have

I / you / he / she / it / they / we

Slide 7 - Open question

het voltooid deelwoord van:

to do

Slide 8 - Open question

het voltooid deelwoord van:

to be

Slide 9 - Open question

het voltooid deelwoord van:

to break

Slide 10 - Open question

het voltooid deelwoord van:

to lose

Slide 11 - Open question

het voltooid deelwoord van:

to know

Slide 12 - Open question

het voltooid deelwoord van:

to run

Slide 13 - Open question

het voltooid deelwoord van:

to speak

Slide 14 - Open question

het voltooid deelwoord van:

to spend

Slide 15 - Open question

het voltooid deelwoord van:

to leave

Slide 16 - Open question

het voltooid deelwoord van:

to write

Slide 17 - Open question

het voltooid deelwoord van:

to fall

Slide 18 - Open question

Vertaal:

Ik ben nog nooit naar Engeland geweest

Slide 19 - Open question

Vertaal:

Hij heeft mij nooit teruggeschreven

Slide 20 - Open question

Vertaal:

Het is de hele week koud geweest

Slide 21 - Open question

Goed
fout
She has a ring on each finger
none children attended school
I play piano all Sundays
Every day is like another
I have none
They each got an award

Slide 22 - Drag question

Sleep de juiste betekenis naar de Engelse woorden.
cooperation
task
chase
interrupt
guard
scar
fake
taak
samenwerking
bewaker
nep
achtervolgen
onderbreken
litteken

Slide 23 - Drag question

Someone who steals ships
A
pirate
B
scar
C
guard
D
spot

Slide 24 - Quiz

Someone who takes care of the security of a building.
A
pirate
B
scar
C
guard
D
spot

Slide 25 - Quiz

Something you wear around your neck.
A
scar
B
scarf
C
spot
D
task

Slide 26 - Quiz

When you are talking and someone else makes you stop talking.
A
legendary
B
emergency
C
interrupt
D
suspicious

Slide 27 - Quiz

Wat hoort waar?
Criminal
Police
crime
chase
question
pirate
escape
task
law
investigation
shoplifter

Slide 28 - Drag question

Sleep de juiste betekenis naar de Engelse woorden.
solve
wig
law
witness
investigation
recently
evidence
pruik
oplossen
onderzoek
bewijs
wet
getuige
kort geleden

Slide 29 - Drag question

Wat hoort bij elkaar?
Guilty
Innocent
thief
witness
security
pickpocket
I got a fine for speeding
The fingerprint didn't match

Slide 30 - Drag question

This is where criminals are locked up
A
wig
B
receipt
C
prison
D
investigation

Slide 31 - Quiz

When the police take you to the police station
A
arrest
B
receipt
C
fingerprint
D
investigation

Slide 32 - Quiz

The research the police will do to find out who committed the crime.
A
evidence
B
fascinate
C
fingerprint
D
investigation

Slide 33 - Quiz

Someone who steals from stores
A
pickpocket
B
shoplifter
C
robbery
D
witness

Slide 34 - Quiz

Wat betekent:
Crime doesn't pay

Slide 35 - Open question

Wat betekent:
It's a steal

Slide 36 - Open question

Wat betekent:
Be behind bars

Slide 37 - Open question

Wat hoort waar?
Stain
Fingerprint
Innocent
Prison

Slide 38 - Drag question