This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H13.1 "geluid maken en ontvangen"
T4
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen
Starten met H5 Geluid
H5.1 Uitleg tussenstof en trillingen ( 15 min)
Zelfstandig werken ( 15 min)
Afsluiten ( 5 min)
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kunt herkennen dat geluid ontstaat bij een geluidsbron.
Je kunt herkennen dat geluid zich verplaatst van een geluidsbron via een tussenstof naar een ontvanger.
Je kunt de afgelegde weg van geluid berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
Je kunt de afgelegde weg van geluid bij echo berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
Je kunt de werking van een echolood beschrijven.
Slide 3 - Slide
Geluid is...
een trilling
heeft altijd een bron nodig, iets dat de trilling veroorzaakt
heeft iets nodig om doorheen te reizen
verplaatst zich als een golf
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Slide
Wat is geluid?
A
Geluid is een trilling, een golf zoals light.
B
Geluid is energie
C
Geluid is een kracht
D
Geluid is een deeltje zoals water
Slide 7 - Quiz
Geluid komt uit .....
A
een geluidsbron
B
een lichtbron
C
je oren
Slide 8 - Quiz
Wat is geen geluidsbron?
A
Microfoon
B
Gitaar
C
Luidspreker
D
Bel
Slide 9 - Quiz
0
Slide 10 - Video
drukverandering
Slide 11 - Slide
Tussenstof
de tussenstof is vaak lucht, maar niet altijd.
De tussenstof kan ook een vast stof of vloeistof zijn.
De snelheid van geluid is afhankelijk van de tussenstof
In de lucht is de geluidsnelheid ongeveer 340 m/s
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Geluid horen
De trillingen/geluidsgolven bereiken je oren.
Je trommelvlies gaat meetrillen met de geluidsgolven.
Je hersenen ontvangen een signaal van zintuigcellen waardoor je geluid 'hoort'
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Hoe heet het onderdeel van het oor dat er voor zorgt dat geluid om wordt gezet in een elektrisch signaal?
A
Hamer
B
Stijgbeugel
C
Aambeeld
D
Slakkenhuis
Slide 16 - Quiz
Geluid kan zich alleen verplaatsten door lucht
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Geluid kan zich niet verplaatsen in
A
Vaste stoffen
B
Gassen
C
Vacuüm
D
Vloeistoffen
Slide 18 - Quiz
geluid komt van de geluidsbron via de lucht in je oor
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
De geluidssnelheid is het grootst in?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen
Slide 22 - Quiz
Hoelang doet geluid erover om van de éne kant van een voetbalveld, naar de andere kant te komen? Een voetbalveld is 100 meter lang.
Slide 23 - Open question
Een geluid gaat in 0,012 seconden door een voorwerp van 0,6 meter dikte. a. Bereken de geluidssnelheid door deze stof. b. Van welke stof is dit voorwerp gemaakt?
Slide 24 - Open question
Echo
Geluid kan worden teruggekaatst.
Daardoor hoor je een geluid soms twee keer.
Het teruggekaatste geluid noem je de echo
Slide 25 - Slide
Bijvoorbeeld
De diepte van de zee wordt gemeten met een echolood. Tussen het uitzenden en weer opvangen van de puls zit 0,48s.
Bereken hoe diep de zee is.
Slide 26 - Slide
Bijvoorbeeld
t = 0,48s
v(geluid, zeewater) = 1510m/s
s = ? m
t(heen) = 0,48 : 2 = 0,24s
s = v x t
1510 x 0,24 = 362,4m
Slide 27 - Slide
In de bergen hoor je een echo van jezelf. Het geluid doet er 4 seconde over om te horen. Hoe groot is de afstand tussen jou en de berg die het geluid terug kaatst?
A
ongeveer 700 meter
B
ongeveer 1400 meter
C
ongeveer 350 meter
D
ongeveer 1000 meter
Slide 28 - Quiz
Wat heb je vandaag geleerd?
Slide 29 - Mind map
Hebben we de leerdoelen behaald?
Je kunt herkennen dat geluid ontstaat bij een geluidsbron.
Je kunt herkennen dat geluid zich verplaatst van een geluidsbron via een tussenstof naar een ontvanger.
Je kunt de afgelegde weg van geluid berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
Je kunt de afgelegde weg van geluid bij echo berekenen met gebruik van de geluidssnelheid.
Je kunt de werking van een echolood beschrijven.
Slide 30 - Slide
Huiswerk
maken vraag 1 t/m 10
Werkboek B
En neem volgende les
Werkboek B & je BINAS mee!
Slide 31 - Slide
Wat vonden jullie van deze les?
Erg leerzaam, ik vond de controle vragen tussendoor erg fijn. Zo weet ik zeker dat ik het snap.
Leuk en leerzaam, maar erg lang. Nu moet ik veel opgaven thuis maken
Kunnen we niet gewoon doen zo als we altijd al les hadden?
Ik vind tot nu toe alle lessen natuurkunde verschrikkelijk. Ik zou het graag compleet anders zien.
Ik vind tot nu toe alle lessen natuurkunde verschrikkelijk. Waarom heb ik in hemelsnaam dit vak gekozen?