NT2 A1 hebben en zijn

hebben en zijn
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

hebben en zijn

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

wij hebben een i-pad. 
ik              heb    een boek 
jij / je       hebt  een tas                   Heb jij / je een euro ? 
u               hebt/ heeft   een laptop 
zij ze        heeft  fiets 
hij             heeft  auto 
wij/jullie hebben huiswerk 

Slide 3 - Slide

ik ............een auto
A
heeft
B
heb
C
hebben
D
heft

Slide 4 - Quiz

zij ...........4 kinderen
A
heefd
B
heeft
C
hebt
D
heb

Slide 5 - Quiz

jij ................een broer
A
heeft
B
heb
C
hebt
D
hebd

Slide 6 - Quiz

....................jij een nieuwe game
A
heeft
B
hebt
C
heb

Slide 7 - Quiz

doewoord  = werkwoord 
"zijn"

Ik   ben Patrik.   
jij/ je      ben+t  de leerling. 
   u          ben+t   Mevrouw Pen.
Hij ...........Farad. 
Zij/ze ............Saskia.  

hij / zij is een kind 

meer dan 2 .....
Wij zijn leerlingen van de Caleido
Zij zijn de leerlingen . 
Jullie zijn de beste groep

Slide 8 - Slide

doewoord -zijn
ik...hij...

Slide 9 - Open question

Maak een zin
Vertel wie jij bent !

Slide 10 - Open question

welke is fout ?
A
zij is een meisje.
B
zij is een leerling.
C
hij is de directeur.
D
u is een docent.

Slide 11 - Quiz