This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Introduction to term 2
Formula 1
Slide 1 - Slide
What do you know about formula 1?
Slide 2 - Mind map
Link the Dutch word (yellow) to the English word (orange).
Slide the words together.
The following words come from
a short film about Formula 1.
Slide 3 - Slide
momenteel
fabrikant
snelheid
versnelling
monteur
gebeurtenis
wedstrijd
afstand
currently
manufacturer
speed
accelaration
mechanic
event
race
distance
Slide 4 - Drag question
Watch the following short film
Answer the questions in term 2 (an introduction to F1 - exercise 1)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Check the answers together
Slide 7 - Slide
Do exercise 2
Find the correct Dutch meaning for the words.
Slide 8 - Slide
“The weather at our destination is fifty degrees with some broken clouds, but we’ll try to have them fixed before we arrive.
Thank you, and remember, nobody loves you, or your money, more than Southwest Airlines.”
What would you do if you were on board listening to this?
Slide 9 - Slide
“We’d like to thank you folks for flying with us today. And, the next time you get the insane urge to go blasting through the skies in a pressurized metal tube, we hope you’ll think of U.S. Airways.”
Slide 10 - Slide
“As you exit the plane, make sure to gather all of your belongings. Anything left behind will be distributed evenly among the flight attendants.
Please do not leave children or spouses.”
Slide 11 - Slide
How does an announcement often start (e.g. in a plane)?
Tell your classmates what you think
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Opening announcement
Dear Ladies and Gentlemen,
Dear Passengers,
Welcome aboard,
Slide 14 - Slide
Asking for attention
May I have your attention please.
Your attention, please, …
Slide 15 - Slide
Reason for announcement:
Welcome to all our visitors!
Wishing a warm welcome to all of our sports fans.
We apologise for ...
We are sorry for the inconvenience this may cause you.
Slide 16 - Slide
Ending the announcement:
Please listen for further announcements.
Thank you!
Thank you for your attention!
Have a pleasant journey!
Slide 17 - Slide
What did you learn?
Slide 18 - Mind map
Finish week 1
W1 - Reading and listening
Slide 19 - Slide
Van je brutoloon betaalt je werkgever loonbelasting en
A
verzekeringspremies
B
winstbelasting
C
vermogenbelasting
Slide 20 - Quiz
Hoe heet het loon dat de werknemer ontvangt als het inkomen is verminderd met de inhoudingen?
A
brutoloon
B
totale loon
C
nettowinst
D
nettoloon
Slide 21 - Quiz
Van je brutoloon worden je verzekeringspremies betaald
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
Als je werknemer bent:
A
Krijg je brutoloon uitbetaald
B
betaal je verzekeringspremies
C
hoeft je werkgever niet voor veiligheid te zorgen
Slide 23 - Quiz
Mireille is verkoopster in een juwelierszaak. Waar moet de werkgever van Mireille volgens de Arbowet op letten? (blz. 111)
A
Dat ze voldoende pauze heeft.
B
Dat ze er goed verzorgd uitziet.
C
Dat de etalage goed beveiligd is.
Slide 24 - Quiz
Wat houdt een deeltijdbaan in?
A
Je werkt minder dan het volledige aantal uren.
B
Je werkt het volledige aantal uren.
Slide 25 - Quiz
Wat houdt een voltijdbaan in?
A
Je werkt het volledige aantal uren.
B
Je werkt minder dan het volledige aantal uren.
Slide 26 - Quiz
Wat doet een vakbond?
A
Komt op voor de belangen van werknemers
B
Komt op voor de belangen van werkgevers
C
Komt op voor de belangen van werknemers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden.
D
Komt op voor de belangen van werkgevers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden
Slide 27 - Quiz
Wat staat er in de Arbeidstijdenwet?
A
Wet waarin de regels staan over werktijden
B
Wet waarin de regels staan over rusttijden
C
Wet waarin de regels staan over lonen en vakantiedagen
D
Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden
Slide 28 - Quiz
Wat is de Arbowet? De werkgever moet ervoor zorgen dat....
A
werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden.
B
werkgevers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden.
Slide 29 - Quiz
In welke wet staan regels over werktijden?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Arbeidstijdenwet
C
Arbeidsomstandighedenwet
D
Wet Minimumjeugdloon
Slide 30 - Quiz
Hoe heet het loon dat de werknemer ontvangt als het inkomen is verminderd met de inhoudingen?
A
brutoloon
B
totale loon
C
nettowinst
D
nettoloon
Slide 31 - Quiz
Nettoloon =
A
brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)
B
brutoloon - loonbelasting
C
brutoloon - sociale premies
D
brutoloon
Slide 32 - Quiz
Je brutoloon is €1.850. Daarop wordt €165 aan loonbelasting en €92 aan sociale premies ingehouden. Wat is je nettoloon?
Slide 33 - Open question
Wat is de afkorting van de Arbeidsomstandighedenwet?