3.4 - Ondergang van Romeinse rijk

Verval Romeinse Rijk
Late oudheid - val Imperium Romanum
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verval Romeinse Rijk
Late oudheid - val Imperium Romanum

Slide 1 - Slide

Leerdoel
welke  3 rijken hebben de hoofdrol na de val van het romeinse rijk 
godsdienst van elk rijk kunnen noemen 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Planning 
  • Problemen binnen het rijk
  • Problemen buiten het rijk
  • na de val van het rijk 
  • opdracht 
  • Terugblikken

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Problemen in het Romeinse rijk

Slide 6 - Slide

Problemen in het Romeinse rijk 
  • 3e eeuw n.chr. epidemieën, productie en handel daalde.
  • Minder belasting inkomsten en minder soldaten voor aan de grenzen.
  • De Romeinse schatkist raakte leeg.

  • 395 Splitsing Romeinse rijk de grenzen  zijn niet meer goed te verdedigen  -> scheiding binnen het Romeinse Rijk: West-Romeinse rijk en het Oost-Romeinse rijk.

Slide 7 - Slide

In het West-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Rome (later: Milaan en Ravenna), spraken de meeste mensen Latijn.
In het Oost-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Constantinopel, spraken de meeste mensen Grieks.

Slide 8 - Slide

Problemen buiten het Romeinse rijk

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Problemen buiten het Romeinse rijk
  • Invallen van de Germanen
    - Goten
    - Franken
  • Invallen van de vandalen
    - Plundering van Rome 

  • Volksverhuizingen

Slide 11 - Slide

De Franken
  • Germaans volk

  • Niet alleen plunderaars maar ook bondgenoten

  • Door volksverhuizing werden Romeinse steden Frankische steden

Slide 12 - Slide


Christenen in het Romeinse Rijk


Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof 
zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.


De Grote Volksverhuizing tussen de 3e en 5e eeuw.
De Hunnen waren een stam uit Azië. Ze waren gevreesd omdat ze erg wreed zouden zijn. Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
De Vandalen kwamen helemaal tot aan Rome. Ze plunderden de stad een paar keer en roofden zelfs het goud van de tempeldaken. Het begrip vandalisme komt inderdaad van de plunderende Vandalen.
De Angelen en Saksen steken de Noordzee over en komen terecht in Engeland.
Veel namen van stammen kom je tegenwoordig nog steeds tegen in namen van landen en streken: Franci (Frankrijk), Alemanni (Duitsland, in het Frans: Allemange), Bavarii (Beieren), enz.
3e - 5e eeuw
Volksverhuizingen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Wat hebben de jaartallen 395 en 476 te maken met het Romeinse Rijk?
Kies het juiste antwoord.
A
In 395 werd het christendom staatsgodsdienst. In 476 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
B
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 was het einde van het West-Romeinse Rijk
C
In 395 ging de laatste West-Romeinse keizer dood. In 476 was het einde van het Oost-Romeinse Rijk.
D
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst. In 476 veroverden de Hunnen het West-Romeinse Rijk.

Slide 16 - Quiz

Welke interne problemen waren er binnen het R.R. rond het jaar 300?

Slide 17 - Open question


➤Welk begrip past bij deze omschrijving:
Grote verplaatsing van Germaanse stammen vanuit Noord- en Oost-Europa naar het Zuiden en het Westen.
A
Limes
B
Romanisering
C
Staatsgodsdienst
D
Volksverhuizing

Slide 18 - Quiz

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe het Romeinse rijk in verval raakte en ten onder ging

Slide 19 - Slide

Belangrijke begrippen en ontwikkelingen

  •  Problemen van het R.R.
  • 395 splitsing van West-Romeinse en Oost-Romeinse Rijk 
    Volksverhuizingen
  •  476 val van het Romeinse Rijk

Slide 20 - Slide

Post its (1/2)
  • Ga na wat jij nog lastig vindt, of extra uitleg over wilt.

  • Formuleer een vraag over dit onderwerp. Bijvoorbeeld: ''Waarom was een stadhouder zo belangrijk in de republiek?''

  • Plak de post its op het whiteboard. Iedereen doet er minimaal 1, maximaal 3. Je zet op elke post it je naam.

Slide 21 - Slide

Post its (2/2)
  • Je gaat weer zitten. Je wacht totdat iedereen klaar is.

  • Je mag een post it van het bord halen en proberen een post it van iemand anders te beantwoorden. 

  • Heb je het antwoord opgeschreven? Loop dan naar de persoon om samen te bespreken. 

Slide 22 - Slide