2.4 deel 1: massaverhoudingen

2.4 deel 1: massaverhoudingen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.4 deel 1: massaverhoudingen

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Uitleg massaverhoudingen
  • Sommen uit Lessonup maken
  • Huiswerk: 50 + 62

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Je kunt de massaverhouding van een reactie berekenen. 

Slide 3 - Slide

Verhouding
Stoffen reageren met elkaar in een bepaalde verhouding
We noemen dat de massaverhouding

Die verhouding kun je uitrekenen. 

Met die verhouding kun je ook weer rekenen aan reacties. 

Slide 4 - Slide

--->
+
1 auto             ---->       1 wrak                  +     4 wielen
 

Slide 5 - Slide

--->
+
1 auto             ---->       1 wrak                  +     4 wielen
 

massa 1 auto: 1200 kg
massa 1 wiel:  25 kg

Slide 6 - Slide

--->
+
1 auto        ---->       1 wrak       +     4 wielen
 
massaverhouding auto : wielen
                                  1200 : 100
massa 1 auto: 1200 kg
massa 1 wiel:  25 kg

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

    2      B           +          1   K  -------->    1    B2K

Slide 9 - Slide

    2   B           +          1  K             -------->    1    B2K

1 B = 35 g              1 K = 50 g

Slide 10 - Slide

    2    B           +          1  K            ----->    1    B2K

1 B = 35 g                         1 K = 50 g
2 B wegen dus 70 g

Slide 11 - Slide

    2    B           +          1  K            ----->    1    B2K

1 B = 35 g                         1 K = 50 g
2 B wegen dus 70 g
                                                 

Slide 12 - Slide

    2   B           +          1    K            ---->    1    B2K

1 B = 35 g              1 K = 50 g
2 B wegen dus 70 g
De massaverhouding brood/kaas is dus 70 : 50

Slide 13 - Slide

MASSAVERHOUDING
        In welke massaverhouding reageren Na en Cl2 tot NaCl?
  1. Maak de kloppende reactievergelijking (2 Na + Cl2 --> 2 NaCl)

Slide 14 - Slide

MASSAVERHOUDING
        In welke massaverhouding reageren Na en Cl2 tot NaCl?
  1. Maak de kloppende reactievergelijking (2 Na + Cl2 --> 2 NaCl)
  2. Bereken de molecuulmassa's van de stoffen waar het om gaat (Na = 23,0 Cl2 = 2x35,5 = 71,0)

Slide 15 - Slide

MASSAVERHOUDING
        In welke massaverhouding reageren Na en Cl2 tot NaCl?
  1. Maak de kloppende reactievergelijking (2 Na + Cl2 --> 2 NaCl)
  2. Bereken de molecuulmassa's van de stoffen waar het om gaat (Na = 23,0 Cl2 = 2x35,5 = 71,0)
  3. Doe de molecuulmassa's keer het aantal moleculen in de KLOPPENDE reactievergelijking(Na = 2x23,0 = 46,0 Cl2= 1x71,0 = 71,0)

Slide 16 - Slide

MASSAVERHOUDING
        In welke massaverhouding reageren Na en Cl2 tot NaCl?
  1. Maak de kloppende reactievergelijking (2 Na + Cl2 --> 2 NaCl)
  2. Bereken de molecuulmassa's van de stoffen waar het om gaat (Na = 23,0    Cl2 = 2x35,5 = 71,0)
  3. Doe de molecuulmassa's keer het aantal moleculen in de KLOPPENDE reactievergelijking(Na = 2x23,0 = 46,0   Cl2= 1x71,0 = 71,0)
  4. De massaverhouding waarin Na en Cl2 reageren is dus 46,0:71,0

Slide 17 - Slide

MASSAVERHOUDING
In welke massaverhouding reageren Mg en O2 tot MgO?
  1.  RV: 2 Mg  +  O2 -->  2 MgO
  2. MM:  24,3    2x16,0 = 32,0
  3. MV: 2x24,3 = 48,6  1x32,0 = 32,0
  4. Mg en O2 reageren dus in de MV 48,6 : 32,0

Slide 18 - Slide

Oefenen
Geef de massaverhouding van de reactie tussen:
  1. Koolstof en zuurstof. Er onstaat koolstofdioxide
  2. Koolstof en zuurstof. Er ontstaat koolstofmono-oxide
  3. Methaan en zuurstof. CO2 en H2O ontstaan. 
  4. Aluminium en zuurstof. Aluminiumoxide ontstaat. 
  5. waterstof en chloor. Die zijn ontstaan door de ontleding van HCl. 


Slide 19 - Slide

Deze les
  • Uitleg massaverhoudingen
  • Sommen uit Lessonup maken
  • Huiswerk: 50 + 62

Slide 20 - Slide