Signalen en klachten:
Hoe ervaart/beleeft de patiënt de symptomen of signalen van een ziekte?
Van welk symptoom of signaal heeft hij het meeste last?
Cognitief:
Wat denkt, weet of fantaseert de patiënt over zijn klacht?
Wat verwacht hij van de hulpverleners?
Emotioneel:
Non-verbaal gedrag?
Gezichtsuitdrukking? Lichaamshouding?
Gedragsmatig:
Vraag wat de patiënt doet of juist vermijdt m.b.t. de klachten en de emoties
Sociaal:
Informeer naar reacties van omgeving (partner, kinderen, ouder, collega’s , enz)