Keuzedeel ZIAS les 2

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2-4

De "w" in de EWS staat voor

1. weather
2. want
3. warning
4. wegen

De score van de EWS is alleen gebaseerd op vitale functies

1. waar
2. niet waar

De "c" bij de ABCDE methode staat voor:

1. cyanose
2. contusie
3. circulation
4. cyber

De SCEG's methodiek is vooral gericht op:

1. ondervoeding
2. welbevinden
3. pijn
4. bloedwaarden

SCEGS-methode

De SCEGS-methode is een interprofessioneel model bedoeld om zicht te kunnen krijgen op het welbevinden van je patiënt. Somatisch: signalen en klachten (bio-fysiologische dimensie) Vraag naar/observeer: hoe de patiënt zich voelt, hoe de symptomen of niet-pluis-signalen van de ziekte ervaren of beleefd worden.

Een zorgvrager met een snelle hartfrequentie, moe en duizelig zou kunnen duiden op....

1. ondervoeding
2. dehydratie
3. pneumonie
4. COVID

Welk meetinstrument kun je inzetten om het bewustzijn van een zorgvrager in kaart te brengen?

1. Glascow Coma Scale
2. EMV
3. AVPU
4. allen juist

Is het levensbedreigend, denk dan aan de ABCDE methode

FAST

Opdracht. 

15.50-16.15. 

Docent maakt groepen. 

Ga naar de groep die je toegewezen hebt gekregen. 

1 iemand start een vergadering, de rest klikt op deelnemen. 

 

 

 

 

De video en de opdracht staan klaar in de chat. 

00:48

Wat zou je zeggen bij de A?

1. Ademhaling is niet hoorbaar
2. Ademhaling is goed
3. Luchtweg is goed
4. Airway is vrij

00:52

Wat zou je kunnen gaan doen om de "B" te bepalen?

1. hartslag tellen
2. ademhaling tellen
3. bewustzijn bepalen

01:06

Is de RR mogelijk hoog of laag?

1. laag
2. hoog

01:37

Welk meetinstrument zet je nu in om de D vast te stellen?

1. EWS
2. AVPU
3. SCEGS

01:51

Wat zou je aan informatie kunnen geven bij de "E"?

1. Dhr zijn temperatuur.
2. Dhr lijkt pijn te hebben aan zijn hoofd.
3. Dhr is in een veilige omgeving.