This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
BIENVENIDOS
Slide 1 - Slide
La planificación de hoy
Comunicación: la hora
Practicar con la hora y las partes del día
Leer un texto -> gedaan op 21-11
Hacer ejercicios
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Todas las horas son femeninas
es la una
het is één uur
son las dos
het is twee uur
son las tres
het is drie uur
Bij het benoemen van de tijd gebruiken we het werkwoord ser. es/son
Alleen één uur is dus enkelvoud en de rest is meervoud.
Slide 5 - Slide
Kijk goed naar dit plaatje. Als de grote wijzer tussen de 12 en de 6 staat gebruiken ze het uur dat is geweest + het aantal minuten afgerond op een vijftal. Staat de grote wijzer tussen de 6 en de 12 gebruiken ze het uur dat gaat komen min het aantal minuten afgerond op een vijftal.
Slide 6 - Slide
Mira los ejemplos
Slide 7 - Slide
¿Qué hora es?
Slide 8 - Slide
¿Qué hora es?
1. son las tres
2. es la una
3. son las seis y veinticinco
4. son las diez y cinco
5. es la una y media
6. son las dos y cuarto
7. son las ocho menos cuarto
8. son las cuatro y media
Slide 9 - Slide
cuatro y cuarto
Let op:
cuatro = vier
cuarto = kwart
Slide 10 - Slide
Las partes del día
06.00 – 12.00 mañana
12.00 – 15.00 mediodía
15.00 – 21.00 tarde
21.00 – 00.00 noche
00.00 – 06.00 madrugada
Ejemplos
09.00 = las nueve de la mañana
13.00 = la una del mediodía
19.00 = las siete de la tarde
22.00 = las diez de la noche
02.00 = las dos de la madrugada
Slide 11 - Slide
¿Qué hora es?
Hoe laat is het?
Son las ocho y cuarto
Het is kwart over acht
¿A qué hora vas al colegio?
Hoelaat ga je naar school?
A las ocho y cuarto
Om kwart over acht
Kijk goed naar hoe je deze vragen beantwoordt
Slide 12 - Slide
Vas a practicar
Schrijf onderstaande tijden op in het Spaans inclusief het dagdeel
08.20
15.45
22.10
05.55
13.25
Voorbeeld: 09.10 son las nueve y diez de la mañana