Quittung
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 1
This lesson contains 19 slides, with text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
der Kassenzettel
die
Slide 2 - Slide
Je begrijpt, zegt en schrijft Duitse (rang)telwoorden
Je schrijft een Quittung aan de hand van een Kassenzettel.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Rangtelwoorden
1e
2e
3e
1.
2.
3.
Slide 6 - Slide
Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 > –ste achter het uitgeschreven getal.
Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Slide 7 - Slide
Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 > –ste achter het uitgeschreven getal.
Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Am 1. Tag gibt es noch viele Angebote.
Slide 8 - Slide
Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 > –ste achter het uitgeschreven getal.
Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Am 1. Tag gibt es noch viele Angebote.
= Am ersten Tag ..............
Slide 9 - Slide
Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 > –ste achter het uitgeschreven getal.
Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Vom 5. bis zum 21. ist unser Geschäft geschlossen.
Slide 10 - Slide
Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 > –ste achter het uitgeschreven getal.
Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Vom 5. bis zum 21. ist unser Geschäft geschlossen.
Vom fünften bis zum einundzwanzigsten ......
Slide 11 - Slide
Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 > –ste achter het uitgeschreven getal.
Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Die Kinderabteilung ist im 3. Stock.
Slide 12 - Slide
Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 > –ste achter het uitgeschreven getal.
Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Die Kinderabteilung ist im 3. Stock.
............. im dritten Stock.
Slide 13 - Slide
Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 > –ste achter het uitgeschreven getal.
Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Der Kassenzettel ist vom 29.7.2011
Slide 14 - Slide
Rangtelwoorden t/m 19 > –te achter het uitgeschreven getal.
Der zweite Platz. De tweede plaats.
Rangtelwoorden vanaf 20 > –ste achter het uitgeschreven getal.
Der zwanzigste Platz. De twintigste plaats.
Der Kassenzettel ist vom 29.7.2011
......vom neunundzwanzigsten siebten zweitausendelf
Slide 15 - Slide
der Kassenzettel
die
Slide 16 - Slide
Persoon A leest voor van Kassenzettel
Persoon B schrijft op Quittung
In tweetallen
Slide 17 - Slide
Der Nettobetrag ist ...
Die Mehrwertsteuer ist ... Prozent
Der Gesamtbetrag ist ......
Die Quittung ist von ......
Die Postleitzahl ist ......
Der Wohnort ist ........
Du schreibst du Quittung an .....
Die Quittung ist für .....
Die Sachen sind gekauft am .........
Die Sachen sind gekauft in .............
Slide 18 - Slide
- Der Nettobetrag ist ...
- Die Mehrwertsteuer ist ... Prozent
- Der Gesamtbetrag ist ......
- Die Quittung ist von ......
- Die Postleitzahl ist ......
- Der Wohnort ist ........
- Du schreibst die Quittung an .....
- Die Quittung ist für .....
- Die Sachen sind gekauft am .........
- Die Sachen sind gekauft in .............
1
2
3
3
4
5
6
7
8
9
10
