4.1 Productie Havo

4 Produceren
4.1 Productie
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

4 Produceren
4.1 Productie

Slide 1 - Slide

4.1 Producite
Na deze paragraaf kun je:
  • Uitleggen wat het verband is tussen consumeren en produceren.
  • Beschrijven hoe productiefactoren waarde toevoegen aan productie.
  • Verschillende soorten bedrijven onderscheiden.
  • Berekenen hoe de arbeidsproductiviteit verhoogd kan worden.

Slide 2 - Slide

4.1 Produceren
Wat is produceren
Produceren is het maken van goederen of het leveren van diensten. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de productiefactoren:

  • Natuur: grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen.
  • Arbeid: menselijke inspanning, zowel fysiek als mentaal.
  • Kapitaal: machines, gebouwen en andere hulpmiddelen.
  • Ondernemerschap: het combineren van deze productiefactoren om iets te creëren.

Slide 3 - Slide

4.1 Produceren
Het verband tussen consumeren en produceren

Produceren en consumeren zijn met elkaar verbonden:

Producenten maken producten die consumenten kopen.
Consumentenuitgaven stimuleren de productie.
Zonder consumptie is er geen vraag naar productie.
Voorbeeld: een bakker produceert brood omdat mensen dat willen kopen.

Slide 4 - Slide

4.1 Produceren
-
Dia 5: Wat is toegevoegde waarde?
Begrip: Toegevoegde waarde
Tekst:
Bij productie voegen bedrijven waarde toe aan producten:

Ruwe grondstoffen worden verwerkt tot eindproducten.
Dit proces verhoogt de waarde van het product.
Voorbeeld:

Graan → Meel → Brood.
De bakker voegt waarde toe door meel te verwerken tot brood dat mensen kunnen eten.

Slide 5 - Slide

4.1 Produceren
-
Dia 6: Bedrijfskolom
Begrip: Bedrijfskolom
Tekst:
De bedrijfskolom laat zien welke bedrijven betrokken zijn bij de productie van een eindproduct.

Elke schakel in de kolom voegt waarde toe.
Voorbeeld:

Boer → Meelfabriek → Bakker → Supermarkt → Consument.

Slide 6 - Slide

4.1 Produceren
-
Dia 7: Soorten bedrijven
Titel: Soorten bedrijven
Tekst:
Er zijn drie soorten bedrijven:

Handelsonderneming: Een bedrijf dat goederen koopt en verkoopt, zoals een supermarkt.
Productieonderneming: Een bedrijf dat goederen maakt, zoals een fabriek.
Dienstverlenend bedrijf: Een bedrijf dat diensten levert, zoals een transportbedrijf of een kapper.

Slide 7 - Slide

4.1 Produceren
-
Dia 8: Arbeidsproductiviteit
Begrip: Arbeidsproductiviteit
Tekst:
Arbeidsproductiviteit is de productie per werknemer in een bepaalde tijd.

Een hogere arbeidsproductiviteit betekent meer productie met dezelfde hoeveelheid arbeid.
Berekening:
Arbeidsproductiviteit = Totale productie ÷ Aantal werknemers.

Verhogen van arbeidsproductiviteit:

Beter gereedschap of machines.
Training en scholing van werknemers.

Slide 8 - Slide

4.1 Produceren
-

Slide 9 - Slide

4.1 Produceren
-

Slide 10 - Slide

4.1 Produceren
-

Slide 11 - Slide

4.1 Produceren
-

Slide 12 - Slide

4.1 Produceren
-

Slide 13 - Slide