4.1 Productie

4. Produceren
4.1 Productie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4. Produceren
4.1 Productie

Slide 1 - Slide

4.1 Productie
  • Ik kan het verband uitleggen tussen produceren en consumeren.
  • Ik kan uitleggen hoe de vier productiefactoren waarde toevoegen aan een product.
  • Ik kan drie verschillende soorten bedrijven onderscheiden en herkennen.
  • Ik kan de arbeidsproductiviteit van een bedrijf berekenen.
  • Ik kan adviezen geven om de arbeidsproductiviteit van een bedrijf te verhogen.

Slide 2 - Slide

4.1 Productie
Bedrijfskolom
  • In de bedrijfskolom staan alle bedrijven die
      meewerken aan een product.

  • Door elke bewerking wordt het product meer waard.
      Elk bedrijf voegt waarde toe (toegevoegde waarde)

Toegevoegde waarde = verkoopprijs - inkoopprijs

Slide 3 - Slide

Chocoladefabriek
Supermarkt
Importeur
Cacaoplantage
Groothandel

Slide 4 - Drag question

Waarom behoort de consument niet tot de bedrijfskolom?

Slide 5 - Open question

Wat is de toegevoegde waarde van de meelfabriek?
A
6500 euro
B
2500 euro
C
4000 euro
D
9000 euro

Slide 6 - Quiz

Wat is toegevoegde waarde?
A
De waarde die een klant toevoegt aan een product
B
De waarde die een bedrijf toevoegt aan een product
C
Alleen bedrijven die een product verkopen
D
Alleen bedrijven die een product uit de natuur halen

Slide 7 - Quiz

De toevoegde waarde bestaat uit de productiefactoren. Schrijf de vier productiefactoren op:

Slide 8 - Open question

4.1 Productie
3 soorten bedrijven
Handelsonderneming
Productieonderneming
Dienstverlenend bedrijf

Slide 9 - Slide

4.1 Productie
3 soorten bedrijven
Er zijn 3 soorten bedrijven
  • Handelsonderneming: verkoopt producten
  • Productieonderneming: maakt producten
  • Dienstverlenend bedrijf: levert diensten

Slide 10 - Slide

DOW Chemical (industriebedrijf) is een...
A
handelsonderneming
B
productieonderneming
C
dienstverlenend bedrijf

Slide 11 - Quiz

Bol.com is een ....
A
handelsonderneming
B
productieonderneming
C
dienstverlenend bedrijf

Slide 12 - Quiz

Rituals is een...
A
handelsonderneming
B
productieonderneming
C
dienstverlenend bedrijf

Slide 13 - Quiz

PostNL is een...
A
handelsonderneming
B
productieonderneming
C
dienstverlenend bedrijf

Slide 14 - Quiz

Een rijschool is een...
A
handelsonderneming
B
productieonderneming
C
dienstverlenend bedrijf

Slide 15 - Quiz

4.1 Productie
Arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid productie die 1 arbeidskracht levert in een bepaalde tijd.

Arbeidsproductiviteit stijgt door;
  • mechanisatie, automatisatie of robotisering.
  • meer ervaring of hoger opgeleide werknemers.
Hierdoor daalt de kostprijs per product.

Slide 16 - Slide

In een ijssalon werken 12 werknemers. Per dag verkoopt het ijssalon 2.880 ijsjes.

Hoeveel ijsjes produceert één werknemer per dag?

Slide 17 - Open question

In een koekjesfabriek werken 20 werknemers. Per 40-urige werkweek produceren ze 1.000.000 koekjesdozen.

Hoeveel koekjesdozen produceert 1 werknemer per uur?

Slide 18 - Open question

4.1 Productie
Nakijken
  • Nakijken opdrachten 1 -12
     (zorg dat je netjes al je antwoorden verbetert met een ander kleurtje)

  • Klaar? Maak rekenopdracht 1 (blz. 122)
timer
10:00

Slide 19 - Slide

4.1 Productie
  • Ik kan het verband uitleggen tussen produceren en consumeren.
  • Ik kan uitleggen hoe de vier productiefactoren waarde toevoegen aan een product.
  • Ik kan drie verschillende soorten bedrijven onderscheiden en herkennen.
  • Ik kan de arbeidsproductiviteit van een bedrijf berekenen.
  • Ik kan adviezen geven om de arbeidsproductiviteit van een bedrijf te verhogen.

Slide 20 - Slide