Belasting 2024

1 / 38
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke belasting betaal jij van de dia van hiervoor?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Welke belastingtarieven zijn er allemaal?
A
0, 9 en 21 procent
B
6, 9 en 21 procent
C
alleen 9
D
alleen 21 procent

Slide 5 - Quiz

Ik koop kleding hoeveel % belasting betaal ik dan...

Slide 6 - Open question

Zonnepanelen?

Slide 7 - Open question

Ik koop een huisdier hoeveel belasting betaal ik dan...

Slide 8 - Open question

Ik ga naar de kapper hoeveel belasting % betaal ik dan...

Slide 9 - Open question

Wat is het verschil?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

De overheid moet op ongezond eten een hoger BTW tarief gaan hanteren
Ja natuurlijk
nee de JUMBO is mijn leven
maakt mij niks uit

Slide 12 - Poll

Wie werkt er momenteel?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Opdracht (site belastingdienst):
1 zoek uit wanneer je loonheffingskorting krijgt
2 moet jij inkomstenbelasting betalen(vanaf welk bedrag is dat)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Verder

BOX1
Opdrachten voor  BOX1
Belastingvoordeel eigen woning

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Wat wordt belast in box 1?
A
Belastbaar inkomen uit werk
B
Belastbaar inkomen uit werk en eigen woning
C
Belastbaar inkomen uit eigen woning
D
Belastbaar inkomen uit spaargeld

Slide 21 - Quiz

Wat is geen aftrekpost die je mag gebruiken om je inkomstenbelasting te verlagen die je betaalt in box 1.
A
Hypotheekrente
B
Reiskosten met openbaar vervoer naar werk
C
Giften aan een goed doel
D
Eigenwoningforfait

Slide 22 - Quiz

Hoe rekenen we het belastbaar inkomen (box 1) uit?
A
bruto inkomen - aftrekposten + bijtelling
B
bruto inkomen - betaalde hypotheekrente
C
bruto inkomen + eigenwoningforfait
D
netto inkomen - aftrekposten + bijtelling

Slide 23 - Quiz

Welk land maakt gebruik van het draagkrachtbeginsel?
A
Land A
B
Land B
C
Land C
D
Land D

Slide 24 - Quiz

Accijns noem je ....
A
Directe belasting
B
Indirecte belasting

Slide 25 - Quiz

In een krantenartikel staat dat de accijns op tabak wordt verhoogd.
Wat is accijns?
A
een soort loonbelasting
B
Een prijsverhoging voor meer winst
C
een extra belasting op ongezonde producten
D
Dat is de korting op een pakje sigaretten

Slide 26 - Quiz

Accijns gaat naar ...
A
de gemeente.
B
de provincie.
C
het rijk.
D
alledrie.

Slide 27 - Quiz

Welke van de onderstaande antwoord is een voorbeeld van hoog btw-tarief?
A
Wasmachine
B
Blikje cola
C
Boeken
D
Doktersbezoek

Slide 28 - Quiz

Heeft een Ipad hoog of laag BTW tarief
A
Hoog
B
Laag

Slide 29 - Quiz

Heeft een pak melk hoog of laag BTW tarief.
A
Hoog
B
Laag

Slide 30 - Quiz

Deze week aan het einde van de laatste les aftekenen:


- Idris in Box 1 (blz 146)
- Floor in Box 1 (blz 147)
- Belastingvoordeel eigen woning (blz 149)


Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Wat wordt belast in box 1?
A
Belastbaar inkomen uit werk
B
Belastbaar inkomen uit werk en eigen woning
C
Belastbaar inkomen uit eigen woning
D
Belastbaar inkomen uit spaargeld

Slide 35 - Quiz

Wat is geen aftrekpost die je mag gebruiken om je inkomstenbelasting te verlagen die je betaalt in box 1.
A
Hypotheekrente
B
Reiskosten met openbaar vervoer naar werk
C
Giften aan een goed doel
D
Eigenwoningforfait

Slide 36 - Quiz

Hoe rekenen we het belastbaar inkomen (box 1) uit?
A
bruto inkomen - aftrekposten + bijtelling
B
bruto inkomen - betaalde hypotheekrente
C
bruto inkomen + eigenwoningforfait
D
netto inkomen - aftrekposten + bijtelling

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Video