cours 5 18 09 23 HV1B

1 / 33
next
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

BONJOUR HV1A
BIENVENUE!!!!!

Slide 2 - Slide

devoirs
apprendre/répéter: vocabulaire B
apprendre: phrases clés C
faire: exercices 11 A +B, 12 A +B


Slide 3 - Slide

Programme pour lundi, 18 septembre
  • révision voc B et pc C
  • on parle français
  • grammaire; lidwoord

Slide 4 - Slide

les buts

  • ik ken woorden over familie en vakantie
  • ik begroet iemand en stel mezelf voor in het Frans  
  • ik gebruik de juiste lidwoorden

Slide 5 - Slide

exercices:

11 et 12

Slide 6 - Slide

Parler français
Les phrases - clés
Bloc C

Slide 7 - Slide

Hoe heet jij?
Ik heet

Slide 8 - Open question

Waar woon jij?
Ik woon in

Slide 9 - Open question

Wat is dat?
Dat is de vis

Slide 10 - Open question

Wij blijven hier, en jij?

Slide 11 - Open question

Wat is dat? Dat is een zwembad

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Prenez votre cahier!

Slide 14 - Slide

De / Het =         le, la , l', les
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
 le  / l'
la / l'
Meervoud
 les + S
les + S
Le frère (m) 
La soeur (v)
L'adresse (klinker)
Les copains (meervoud)

Slide 15 - Slide

Bloc D


Vul in: le, la, l'of les
1. ... vacances
2. ... tente
3. ... camping
4. ... hôtel
5. ... garçon
6. ... fille

Slide 16 - Slide

Zet in het meervoud : La tente .....

Slide 17 - Open question

Vertaal een jongen
A
le garçon
B
un garçon
C
les garçons
D
une garçon

Slide 18 - Quiz

Dus:..... (de/het)
.... père
.... mère
.... frère
.... soeur
.... parents
.... frères

Slide 19 - Slide

Tips....
  •  Je kunt niet altijd aan een woord zien of het mannelijk of vrouwelijk is. Zoek het woord dan op in je woordenlijsten. 
  • Leer de woorden in je woordenlijst altijd MET het lidwoord.
  • 'des' kun je NIET vertalen!


Slide 20 - Slide

Au travail
- apprendre:
vocabulaire B + mots
bloc C phrases clés
- répéter 
vocabulaire A

Slide 21 - Slide

retour réflexif
Quelles sont les formes de l'article?

Slide 22 - Slide

vormen van: de / het

Slide 23 - Open question

Les devoirs
pour mercredi, 20 septembre
apprendre/leren: 
bloc C - phrases clés
apprendre/leren:
grammaire bloc D ( 16B, 17B)
n-f f-n
faire/afmaken: ex. 16 C,D - 17 A, C, D, E, 18

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

heures de flex français

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

retour réflexif
Noem woorden die je kent die te maken hebben met een gezellige barbuecue op de camping.

Slide 29 - Slide

vormen van: een

Slide 30 - Open question

Wat is dat?
Dat is de familie

Slide 31 - Open question

Zet in het meervoud : un copain (een vriend)
A
des copain
B
un copains
C
les copain
D
des copains

Slide 32 - Quiz

een =         un , une , des
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
 un
une
Meervoud
 des
des
un chat (m) 
une piscine (v)
des soeurs  (meervoud)

Slide 33 - Slide