2KGT - Chapter 4 - les 1

Chapter 4: In the City
Lesson 1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Chapter 4: In the City
Lesson 1

Slide 1 - Slide

Doel van de les:

  1. De leerling weet het verschil tussen "much" en "many" en is in staat deze in opdrachten toe te passen.
  2. De leerling is in staat om de juiste woorden bij                beweringen/plaatjes te plakken. 
  3. De leerling kan succesvol zinnen maken met    much/many.

Slide 2 - Slide

Vocabulary
Op de volgende pagina staat er een plaatje met losse woorden. 
Zet de juiste woorden op de bijbehorende plekken      . 
Dit doe je door de woorden naar de plusjes te "slepen".
Good luck!

Slide 3 - Slide

Money
traffic
busstop
building
customer
expensive
opening hours
underground

Slide 4 - Drag question

GAP
Op de volgende pagina staat er een stuk tekst. 
Zoek hierbij het juiste woord.
Deze kun je op je device (tablet/laptop/mobiel) naar de juiste plek "slepen". 
Laten wij eens kijken wat jullie nog weten...

Slide 5 - Slide

Dear Amy, 
I have to tell you about something nice that happened to me yesterday. I wanted to __________ in the supermarket in the __________ where I live. It's that beautiful old _________ right across the ______________ with all the modern shops. The __________ are from 8AM to 8PM. I don't have to save a lot of __________ because the things they sell there are mostly really __________ Yesterday, it was almost closing time. When I arrived at the checkout to pay, I noticed that I didn't have any money on me! But the kind shopkeeper said I could pay the next day. That is why I will always be a regular ___________! See you soon! Catherine.
go shopping
neighbourhood
building
shopping centre
opening hours
money
cheap
costumer

Slide 6 - Drag question

Much / Many
Op de volgende pagina's staan er meerkeuze vragen. 
Lees de zin en tik aan welk woord er op de open plek hoort te staan. 

Slide 7 - Slide

Wat gebruik je bij dingen die telbaar zijn?
A
much
B
many

Slide 8 - Quiz

Wat gebruik je bij dingen die niet telbaar zijn?
A
many
B
much

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

There weren't _____ classmates at my friends party.
A
much
B
many

Slide 11 - Quiz

We didn't have ______ fun during our holiday. The weather was bad.
A
much
B
many

Slide 12 - Quiz

How _____ money have you got with you?
A
much
B
many

Slide 13 - Quiz

There isn't ____ petrol in the tank. We have to fill up.
A
much
B
many

Slide 14 - Quiz

How _____ countries have you visited?
A
much
B
many

Slide 15 - Quiz

It was dry all day but there was too _____ sunshine.
A
much
B
many

Slide 16 - Quiz

I never take _____ luggage with me on holiday.
A
much
B
many

Slide 17 - Quiz

I love going to France. I've been there ______ times.
A
much
B
many

Slide 18 - Quiz

Homework:
Pak WB-B, op bladzijde 10 en 11. Maak hier opdracht 1 t/m 4. Dit kijk je de volgende keer samen na aan het begin van de les.
Als je eerder klaar bent zijn dit de opties: 
DuoLingo , Woordzoeker, Werkblad, boek lezen of Slim Stampen

Slide 19 - Slide

Afsluiting:
  • Wie van jullie kan vertellen wat het verschil is tussen "much" en "many"?
  • Zijn er vandaag woorden gebruikt die nieuw voor je waren?
  • Wat waren onderdelen die je nog wel wist?
  • Wat vond je leuk aan de les van vandaag? (TOP)
  • Wat zou je graag anders zien de volgende keer? (TIP)

Slide 20 - Slide