This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Chapter 4: In the City
Lesson 1
Slide 1 - Slide
Doel van de les:
De leerling weet het verschil tussen "much" en "many" en is in staat deze in opdrachten toe te passen.
De leerling is in staat om de juiste woorden bij beweringen/plaatjes te plakken.
De leerling kan succesvol zinnen maken met much/many.
Slide 2 - Slide
Vocabulary
Op de volgende pagina staat er een plaatje met losse woorden.
Zet de juiste woorden op de bijbehorende plekken .
Dit doe je door de woorden naar de plusjes te "slepen".
Good luck!
Slide 3 - Slide
Money
traffic
busstop
building
customer
expensive
opening hours
underground
Slide 4 - Drag question
GAP
Op de volgende pagina staat er een stuk tekst.
Zoek hierbij het juiste woord.
Deze kun je op je device (tablet/laptop/mobiel) naar de juiste plek "slepen".
Laten wij eens kijken wat jullie nog weten...
Slide 5 - Slide
Dear Amy,
I have to tell you about something nice that happened to me yesterday. I wanted to __________ in the supermarket in the __________ where I live. It's that beautiful old _________ right across the ______________ with all the modern shops. The __________ are from 8AM to 8PM. I don't have to save a lot of __________ because the things they sell there are mostly really __________ Yesterday, it was almost closing time. When I arrived at the checkout to pay, I noticed that I didn't have any money on me! But the kind shopkeeper said I could pay the next day. That is why I will always be a regular ___________! See you soon! Catherine.
go shopping
neighbourhood
building
shopping centre
opening hours
money
cheap
costumer
Slide 6 - Drag question
Much / Many
Op de volgende pagina's staan er meerkeuze vragen.
Lees de zin en tik aan welk woord er op de open plek hoort te staan.
Slide 7 - Slide
Wat gebruik je bij dingen die telbaar zijn?
A
much
B
many
Slide 8 - Quiz
Wat gebruik je bij dingen die niet telbaar zijn?
A
many
B
much
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Video
There weren't _____ classmates at my friends party.
A
much
B
many
Slide 11 - Quiz
We didn't have ______ fun during our holiday. The weather was bad.
A
much
B
many
Slide 12 - Quiz
How _____ money have you got with you?
A
much
B
many
Slide 13 - Quiz
There isn't ____ petrol in the tank. We have to fill up.
A
much
B
many
Slide 14 - Quiz
How _____ countries have you visited?
A
much
B
many
Slide 15 - Quiz
It was dry all day but there was too _____ sunshine.
A
much
B
many
Slide 16 - Quiz
I never take _____ luggage with me on holiday.
A
much
B
many
Slide 17 - Quiz
I love going to France. I've been there ______ times.
A
much
B
many
Slide 18 - Quiz
Homework:
Pak WB-B, op bladzijde 10 en 11. Maak hier opdracht 1 t/m 4. Dit kijk je de volgende keer samen na aan het begin van de les.
Als je eerder klaar bent zijn dit de opties:
DuoLingo , Woordzoeker, Werkblad, boek lezen of Slim Stampen
Slide 19 - Slide
Afsluiting:
Wie van jullie kan vertellen wat het verschil is tussen "much" en "many"?
Zijn er vandaag woorden gebruikt die nieuw voor je waren?
Wat waren onderdelen die je nog wel wist?
Wat vond je leuk aan de les van vandaag? (TOP)
Wat zou je graag anders zien de volgende keer? (TIP)