Dag 6

Nieuwe woorden thema 14
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ISKBasisschoolGroep 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nieuwe woorden thema 14

Slide 1 - Slide

ruilen
  • iets geven en daar iets anders voor krijgen
  • werkwoord
  • ik ruil - wij ruilen
  • zin: Wil je ruilen? Dan krijg ik jouw potlood en jij mijn pen. 

Slide 2 - Slide

de ruzie
  • Als mensen ruzie hebben, zijn ze boos op elkaar
  • de ruzie - de ruzie's
  • zin: We hebben ruzie met de buren omdat onze hond in hun tuin heeft gepoept. 

Slide 3 - Slide

serieus
  • zonder grapjes te maken
  • zin: Onze baas is heel serieus; hij lacht bijna nooit! 

Slide 4 - Slide

snoepen
  • snoep eten
  • werkwoord
  • ik snoep - wij snoepen
  • zin: Veel snoepen is slecht voor je tanden. 

Slide 5 - Slide

steeds
  • elke keer weer, de hele tijd
  • nog steeds = na lange tijd hetzelfde gebleven
  • zin: De kinderen maken steeds ruzie, bijna elke dag. 

Slide 6 - Slide

sterk
  • als iemand heel zware dingen kan doen
  • als iets niet gauw kapotgaat
  • nooit moe of ziek zijn
  • zin: Hij is ontzettend sterk. Hij kan in zijn eentje een auto duwen. 

Slide 7 - Slide

Wie heeft veel succes? Wie is succesvol?

Slide 8 - Open question

Wanneer had jij succes?

Slide 9 - Open question

Welke woorden zijn positief?
A
geweldig, prachtig, heerlijk
B
geweldig, prachtig, saai
C
prachtig, heerlijk, lelijk
D
geweldig, heerlijk, slecht

Slide 10 - Quiz

Wat is de tegenstelling ?
positief - ?
A
mooi
B
fantastisch
C
negatief
D
zelfs

Slide 11 - Quiz

Bedenk een positief woord.....

Slide 12 - Open question

timer
1:00
Wat vind jij positief?

Slide 13 - Mind map

Een sport waarbij iemand gymnastische oefeningen doet =
A
zwemmen
B
turnen
C
voetballen
D
basketballen

Slide 14 - Quiz

timer
1:00
Succes krijg je niet zomaar. Succes moet je verdienen. Hoe verdiende Epke succes?

Slide 15 - Mind map