Woensdag 15 april 2020

Goedemorgen!
Vandaag is het woensdag 15 april.
Vandaag werken 
mevrouw Saskia en 
mevrouw Wafaa!

Mevrouw Saskia gaat videobellen met Saber, Soheil en Kawsar.

Succes weer vandaag!


1 / 29
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen!
Vandaag is het woensdag 15 april.
Vandaag werken 
mevrouw Saskia en 
mevrouw Wafaa!

Mevrouw Saskia gaat videobellen met Saber, Soheil en Kawsar.

Succes weer vandaag!


Slide 1 - Slide

Programma woensdag 15 april
9.00 - 9.15        Kijk naar de Lessonup van dinsdag. Dit is nagekeken. Kijk naar alle bladzijden!                                                                                                          Heb je een vraag? App mevrouw Saskia

9.15 - 10.00     Maak de Lessonup van woensdag 15 april
10.00 - 10.15   Sporten!

10.15-10.30     Pauze 

10.30 - 11.30    Werken aan Disk Thema 11. Vandaag Whatsapp videobel ik met Soheil, Saber (we proberen het weer) en met Kawsar. 
11.00 - 12.30    Rekenen

Ben je vroeg klaar? Kijk op de laatste bladzijde wat je dan kunt doen!!


Slide 2 - Slide

Woorden en zinnen
Verder met Thema 11: 
Regels en straf

Maak de zinnen zelf, gebruik geen Google Translate!

Slide 3 - Slide

Wat betekent:
achteraf

A
als het klaar is
B
als het niet klaar is
C
achter jou
D
je hebt het nog niet af

Slide 4 - Quiz

Wat betekent:
de afwas
A
vieze kleding voor de wasmachine
B
de machine die vieze borden schoonmaakt
C
Dit was af: het is klaar
D
vieze borden of vies bestek

Slide 5 - Quiz

Wat is:
zich beseffen
A
kennen
B
niet goed begrijpen
C
niet kennen
D
goed begrijpen

Slide 6 - Quiz

Wat betekent:
discussiëren
A
Een gesprek hebben
B
Een gesprek hebben. Alle mensen geven hun mening
C
het eens zijn met iemand
D
praten

Slide 7 - Quiz

Wat betekent:
het gedrag
A
hoe je doet
B
wat je wilt
C
hoe je eet
D
wat je ziet

Slide 8 - Quiz

Maak een zin met het woord:
achteraf

Slide 9 - Open question

Maak een vraag met het woord:
de afwas

Slide 10 - Open question

Maak een zin met het woord:
zich beseffen (ik besef me,
jij/hij beseft zich)

Slide 11 - Open question

Maak een zin met:
discussiëren (luister voor uitspraak:)
(ik discussieer, wij discussiëren)

Slide 12 - Open question

Maak een zin met:
het gedrag

Slide 13 - Open question

Luister de woorden a en aa: 
Spreek de woorden in op whatsapp aan 
mevrouw Saskia
lat
begaan
gat
blad
kaal
gaat
ras
raam
kar
ban
gemaal
elkaar
bepakt
bedaar
stam
wad
gaas
bestaan

Slide 14 - Slide

Grammatica. Volgorde in zinnen
Kijk goed naar de zinnen. Het werkwoord staat altijd op de tweede 
plaats in de zin.

Ik werk vandaag niet.                                                    
Vandaag werk ik niet.
                                                                                                           
We willen in Nederland fietsen.
In Nederland willen we fietsen.

Hij gaat in de ochtend naar de supermarkt.                                   
In de ochtend gaat hij naar de supermarkt.                              >>  In de ochtend= eerste plaats 
                                                                                                                             gaat (werkwoord)= tweede plaats

Slide 15 - Slide

Wat is goed?
Kijk heeeeeel goed naar alle zinnen!

A
De agent geeft vandaag een boete.
B
De agent vandaag geeft een boete.

Slide 16 - Quiz

Wat is goed?
Kijk heeeeeel goed naar alle zinnen!

A
Gisteren ik heb een glas cola gedronken.
B
Gisteren heb ik een glas cola gedronken.

Slide 17 - Quiz

Wat is goed?
A
Vorige week de meester gaf een straf aan de jongen.
B
Vorige week gaf de meester een straf aan de jongen.

Slide 18 - Quiz

Wat is goed?
A
Op school mogen we geen mobiel.
B
Op school we mogen geen mobiel.

Slide 19 - Quiz

Wat is goed?


A
Vandaag heb ik een dief gezien.
B
Vandaag ik heb een dief gezien.

Slide 20 - Quiz

Wat is goed?

A
Hij heeft gisteren een boek gelezen.
B
Hij gisteren heeft een boek gelezen.
C
Hij gelezen gisteren een boek .

Slide 21 - Quiz

Wat is goed?
A
Ik ben moe. Daarom ik ga naar bed.
B
Ik ben moe. Daarom ga ik naar bed.
C
Ik ben moe. Ik naar bed gaan daarom
D
Ik ben moe. Naar bed ik ga daarom

Slide 22 - Quiz

Wat is goed?
A
In de speeltuin de kinderen gaan voetballen
B
In de speeltuin gaan de kinderen voetballen.
C
In de speeltuin de kinderen voetballen gaan

Slide 23 - Quiz

Wat is goed?
A
Hij vorige week een ongeluk gehad.
B
Hij vorige week heeft een ongeluk gehad.
C
Hij heeft vorige week een ongeluk gehad.

Slide 24 - Quiz

Sporten!!
Tijd om te bewegen! 

Slide 25 - Slide

Ho, ho, tijd voor een korte pauze!

Slide 26 - Slide

Disk bronnen en bouwstenen 
Werk in Disk. Denk ook aan het maken van een toets. 

Heb je een vraag? 
Vraag het mevrouw Wafaa

Slide 27 - Slide

Rekenen 
Werk vandaag in FF Leren rekenen of www.rekenen.nl

Slide 28 - Slide

Klaar en is het nog niet 12.30u?
Dan kun je oefenen met Quizlet
 met je eigen inlog!!!

Thema 11, regels en straf Beginners
of
Thema 11, regels en straf Halfgevorderd

Slide 29 - Slide