Cursus 3 Fictie Par 2 Personages en extra perspectieven

       KLASCODE:   hftun
REGISTREER:

met je SCHOOLemailadres + wachtwoord
https://lessonup.app/register



timer
3:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

       KLASCODE:   hftun
REGISTREER:

met je SCHOOLemailadres + wachtwoord
https://lessonup.app/register



timer
3:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Cursus 3 Fictie par. 2
Je legt je spullen klaar:
- leesboek
-lesboek, schrift en pen.
timer
1:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Lesprogramma
*Uitleg theorie fictie: personages (en vertelperspectief)
*Zelfstandig werken;
*Evaluatie,

Slide 5 - Slide

timer
10:00

Slide 6 - Slide

#Boekpraat
Personages
Nederlands
Wie is de hoofdpersoon?
Wie zijn de bijfiguren?

Slide 7 - Slide

Fictie - Personages  

Slide 8 - Slide

LEERDOEL
Je leert personages beschrijven.

Je leert verschillende soorten perspectief herkennen.

Slide 9 - Slide

Typen
- altijd dezelfde kenmerken;
- overdreven slecht, overdreven dom.
Karakters
- lijkt meer op een echt mens
- goede en slechte; eigenschappen;
- maken keuzes en maken een ontwikkeling door.

Slide 10 - Slide


Darth Vader

Star Wars
A
Karakter
B
Type

Slide 11 - Quiz


Juffrouw Bulstronk

Mathilda
A
Karakter
B
Type

Slide 12 - Quiz


Harry Potter
A
Karakter
B
Type

Slide 13 - Quiz

Uiterlijk
Alles wat je aan de buitenkant kunt zien.

  • leeftijd, lichaamsbouw, haarkleur, kleding
  • gedrag: betrouwbaar-onbetrouwbaar, chaotisch-precies, extravert-introvert
  • relatie tot andere personages: broer-zus, minnaar-minnares, schurk-held

Slide 14 - Slide

Innerlijk
Alle gedachten en gevoelens,
juist de dingen die je niet aan de buitenkant
kunt zien. 

Door de beschrijving van het innerlijk leer je het personage kennen.
Je begrijpt zo ook het gedrag van het personage beter.

Slide 15 - Slide

Personages
  1. De hoofdpersoon is het belangrijkste personage in het verhaal.

  2. In het verhaal ook personages met kleine rollen, die noem je bijfiguren.

  3. Als jij je goed in het personage kan verplaatsen, dan identificeer jij je met dat personage.

Slide 16 - Slide

Perspectief

1 Ik-perspectief
2 Hij/zij-perspectief
3 Wisselen perspectief

Slide 17 - Slide

Ik-perspectief

1) Ik-verteller​

Alleen gedachtes en gevoelens over de 'ik​'-persoon

Onbetrouwbaar

Slide 18 - Slide

Personaal perspectief
Hij/zij-verteller​

Alleen gedachtes en gevoelens van 'hij/zij'​

Onbetrouwbaar

Slide 19 - Slide

Meervoudig perspectief


Wisselen tussen vertellers/vertelsituaties.
In het eerste hoofdstuk is het vanuit de ene personage beschreven, in het tweede hoofdstuk bijvoorbeeld door een andere personage.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Wat is het vertelperspectief? Licht toe.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video

Wat is het vertelperspectief? Licht toe.

Slide 24 - Open question

Zelfstandig Werken
cursus Fictie (3)
Paragraaf 2 - Personages: opdracht 1  en  2 
Klaar? verder werken opdracht 3, enz.
vanaf blz. 69??
timer
40:00

Slide 25 - Slide

Evalueren
Wat weet je over personages?
Welke verschillende soorten perspectief ken je?
Hoe vond je de les gaan?

Slide 26 - Slide