H12.3 ontwikkelingen en samenlevingsvormen

Wat leer ik deze les?
  • 12.3 Ontwikkelingen samenlevingsvormen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat leer ik deze les?
  • 12.3 Ontwikkelingen samenlevingsvormen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

continueren van cultuur
veranderen van cultuur
bindende functie van cultuur
ontwikkelen van de identiteit van een individu
Gedragsreguleren-
de functie (voorspelbaar maken)
Wilhelmus zingen
Koningsdag iedereen vrij
Geen handen schudden!
Jij i.p.v. U zeggen tegen je ouders
Eet geen (dieren)dag!
Wel/Geen mondkapje willen dragen
#ikdoenietmeermee
Klappen voor zorgpersoneel
Nederlandse les op school

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

periode voor de zestiger jaren
Jaren zestig tot en met tachtig
Na de tachtiger jaren
Gedrag voorspelbaar maken
ontwikkelen van identiteit individu
continueren van cultuur
veranderen van cultuur
Binden van mensen met de groep en de cultuur

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Over welke type gezin gaat deze reclame? Geef ook aan welke kenmerken je herkent in deze reclame!

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Geef 3 kenmerken van een egalitair gezin

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Op welke manieren herken je geindividualiseerde gezinnen?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wetmatigheid
Kans
Variabele
Zwaartekracht
IQ
De aarde draait om de zon
Spijpelaars vertonen later crimineel gedrag
Sekse
Leeftijd

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Kinderen van 12 jaar moeten door de overheid beschermd worden tegen media. Geef een argument tegen deze stelling en geef een argument voor deze stelling.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Conceptueel model
Een schema met hokjes en pijltjes waarin de invloed van variabelen op elkaar wordt weergegeven

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Leg het conceptueel model uit

Slide 11 - Open question

This item has no instructions


Is er een mogelijkheid dat het gedrag van de leerling hier ook een rol in speelt? Als dit het geval is, op welke variabele zou het dan van invloed zijn?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Hypothese
Een toetsbare idee over de werkelijkheid. Dit is in de vorm van een stelling en hoeft niet altijd waar te zijn.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Wat is een goede hypothese?
A
Hebben jongens een hoger IQ?
B
Hebben jongens een hoger IQ dan meisjes?
C
Hebben meisjes een hoger of lager IQ dan jongens?
D
Meisjes hebben een hoger IQ dan jongens.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


Stel een hypothese op bij het conceptueel model

Slide 15 - Open question

Bijvoorbeeld: Hoe meer kilometer en leerling moet afleggen van huis naar school, hoe minder energie een leerling heeft.

Maar ook goed is: hoe meer kilometers... hoe meer energie...

Het gaat er niet om of de hypothese waar is maar of deze toetsbaar is. En als je je fysiek inzet kan dat trouwens ook een positief effect hebben op een positieve inzet tijdens het leren. 
Operationaliseren
Het meetbaar maken van variabelen.
Liefde als variabele is niet meetbaar. Dit moet geoperationaliseerd worden in bijvoorbeeld het aantal keer knuffelen of kussen. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Meetbaar/Hoeft niet geoperationaliseerd te worden
Niet meetbaar/Moet nog geoperationaliseerd worden
Aantal kinderen in een gezin
Mate waarin mensen gelukkig zijn
Gezondheid
Cijfer voor een toets
Geslacht

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Wat kan een indicator zijn voor de sterkte van de affectieve bindingen in een woonwijk?

Slide 18 - Mind map

Bijvoorbeeld hoe vaak mensen koffie drinken met de buren of een praatje maken.
Wa
Waarom kan het best lastig zijn om geschikte indicatoren te vinden?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Correlatie
De samenhang tussen twee variabelen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Er lijkt sprake te zijn van een verband, wat er eigenlijk niet was
Soorten correlatie
Er is een oorzakelijk verband tussen twee variabelen
Veel factoren spelen tegelijkertijd een rol en de vraag is welke werkelijk doorslaggevendzijn of er toe doen.
Schijncorrelatie
Causaliteit of causale relatie
Multicausaal

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Correlatie
Causale relatie
De kwaliteit van het lesgeven door een leerkracht kan zorgen voor meer zelfvertrouwen bij een leerling.
Als Pim ouder wordt, groeit hij. Zijn lengte neemt toe tot hij een jaar of zestig is geworden en dan neemt zijn lengte een beetje af.

Slide 22 - Drag question

1. Hierbij gaat het om een verband. Zo kan de kwaliteit van het lesgeven zorgen voor meer zelfvertrouwen bij een leerling wanneer de lesstof duidelijk is voor de leerling en de leerkracht het duidelijk uitlegt. Hierbij gaat het niet per direct om een causale relatie omdat er mogelijk meerdere variabelen een rol spelen en dit niet bij alle leerlingen hoeft te gelden.  

2. Hierbij gaat het om een causale relatie, want de leeftijd van Pim heeft direct invloed op zijn lengte. 
Koppel de juiste term aan de juiste uitleg.
Wat mensen in hun hoofd meedragen
Hoe het gedrag van mensen geregeld wordt
Wat je aan de buitenkant kunt zien of merken
Waarden
Opvattingen
Voorstellingen
Uitdrukkingsvormen
Normen
Instituties

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Hoe zou een masculiene samenleving eruit zien?

Hoe zou een masculiene samenleving
eruit zien?

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

Hoe zou een feminiene samenleving eruit zien?

Hoe zou een feminiene samenleving
eruit zien?

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions