What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Kunstgeschiedenis - Realisme
Realisme, Arts & Crafts, Jugendstil
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Kunst
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Realisme, Arts & Crafts, Jugendstil
Slide 1 - Slide
Planning
Bespreken vragen huiswerk 10 min
Bespreken Realisme 15 min
Opdracht maken Realisme 10 min
Bespreken Arts & Crafts/ Jugendstil 10 min
Opdracht maken Arts & Crafts/ Jugendstil 5 min
Slide 2 - Slide
Huiswerk
Bespreken:
4.1 Vraag 1, 7, 10, 13
4.2 Vraag 1, 2, 5, 8
Wat heb je onthouden van 4.1 (Negentiende eeuw) en van 4.2 (Romantiek)
Slide 3 - Slide
Realisme
Slide 4 - Slide
Realisme
1840-1880
Realisme bestaat naast Romantiek.
19e eeuw: Industriële Revolutie
Trek van platteland naar de steden.
Fabrikanten wilden zoveel mogelijk winst maken -> lage lonen, slechte omstandigheden, lange werktijden.
Sociale onrust: woningnood, werkeloosheid en ziekte.
Markiezin de Pompadour - François Boucher
Adolf von Menzel, “Staalwalserij”, 1875
Slide 5 - Slide
Schilderkunst
Het Realisme is voornamelijk zichtbaar in de schilderkunst.
Sociaal betrokken bij hardwerkende onderklasse: aandacht voor de gewone mens.
Courbet wordt vanwege deze onderwerpskeuze afgewezen door de Salon.
1855: Salon van het realisme.
Naturalisme van alle tijden --> vormgeving zo natuurgetrouw
Gustave Courbet, “De steenbrekers”, 1849
Slide 6 - Slide
Ilya Repin, "Wolgaslepers", 1873
Slide 7 - Slide
School van Barbizon
Kunstenaarsgroep die het platteland rond Parijs schildert met daarin de landarbeider.
Plein-air
dankzij fabrieksmatig vervaardigde verfstoffen in tubes.
Daarmee voorlopers impressionisme.
Eenvoud en actualiteit.
Sober kleurgebruik in overeenstemming met grauwe, kleurloze bestaan van de mensen.
Monumentaal: groot formaat, laag standpunt.
Jean-François Millet, "De arenleesters", 1857
Slide 8 - Slide
In dit werk herken je het Realisme door:
A
de preciese manier van schilderen
B
de fantasie die erin verwerkt is
C
de natuur in de hoofdrol
D
Het zware leven dat verbeeld is
Slide 9 - Quiz
Wat hoort er NIET bij het Realisme?
A
Aandacht voor de werkende mens, arbeiders als onderwerp
B
Verzet tegen de regels van de salon
C
Schilderen plein air
D
Geïdealiseerde weergave van de werkelijkheid
Slide 10 - Quiz
Beeldhouwkunst
Weinig beeldhouwkunst: financieel afhankelijk van opdrachtgevers, waar de kunstenaars juist kritiek op hadden.
Geen glad afgewerkte beelden.
Sokkel onderdeel van het beeld.
Waardige uitbeelding van arbeidersklasse.
Realistische weergave van het menselijk lichaam.
Constantin Emile Meunier, “Mijnwerker met bijl”, 1903
Slide 11 - Slide
Leg uit waarom het Realisme een reactie was op de Salonkunst.
A
Het toont de wereld zoals de kunstenaars die graag zagen.
B
Het toont de wereld buiten de grote stad.
C
Het toont de werkelijkheid van gewone mensen en niet die van de elite.
D
Het toont waar de elite in geïnteresseerd was, dus niet persé hun wereld.
Slide 12 - Quiz
Architectuur
Uitvinding gietijzer: 1740
Langzaamaan toegepast in industriële bouwwerken, zoals spoorbruggen, viaducten en fabrieken, niet in gebouwen.
Traditionele vormgeving: dunne metalen pilaartjes met cannelures en kapitelen.
Neo-Renaissance duidelijk in exterieur dat de constructie verhuld.
Henri Labrouste, “Bibliotheek Sainte-Geneviève” te Parijs, 1843-1850, interieur
Slide 13 - Slide
Gebouwd voor de eerste wereldtentoonstelling in 1851.
Wereldtentoonstelling kijken naar allerlei nieuwe uitvindingen.
Gigantisch gietijzeren bouwwerk, met ca. 80.000 m2 glas.
Toepassing systeembouw: prefab
Voor het eerst zichtbaarheid van de constructie.
Joseph Paxton, “Crystal Palace” te Londen, 1851
Slide 14 - Slide
Eiffeltoren gebouwd voor wereldtentoonstelling van 1889.
Gietijzer door speciale behandeling veranderd in staal (lichter en buigzamer).
Staal zorgde voor onbegrensde mogelijkheden.
Op dat moment hoogste bouwwerk ter wereld (317 m).
Gustave Eiffel, “Eiffeltoren en tentoonstellingscomplex” Parijs, 1889
Slide 15 - Slide
Neo-Classicisme
Romantiek
Realisme
Slide 16 - Drag question
Arts and Crafts en Jugendstil
Slide 17 - Slide
Arts and Crafts
1860 – 1900
Engeland
Op eerste Wereldtentoonstelling (1851) wordt deze nieuwe ontwerpstijl getoond.
Kritiek op kwaliteit van industriële producten: te anoniem, geen gevoel, niet persoonlijk. Handwerk heeft dat wel.
Arts and Crafts = kunst en ambacht
Slide 18 - Slide
William Morris wilde zijn idealistische ideeën realiseren d.m.v. toegepaste kunst.
Grijpt terug op de ambachtelijkheid van de middeleeuwen.
Goed te zien in Red House dat hij bouwde voor zijn gezin en kunstenaarsgemeenschap.
In dit huis is niets machinaal gemaakt: antiek of ambacht.
William Morris en Philip Webb: "Red House", 1860 Engeland
De arbeider verdient dezelfde waardering als de kunstenaar en verdient net zo goed als de elite een goede leefomgeving.
Slide 19 - Slide
Morris & Co
Bedrijf met als doel: voor iedereen betaalbare, handgemaakte producten voor in huis.
Ambachtelijke kant wordt negatief ontvangen, omdat het tegen de vooruitgang van de industrialisatie in gaat.
Morris betaalt zijn personeel een bovengemiddeld goed loon.
Zijn producten zijn uiteindelijk zo duur dat alleen de rijken het kunnen betalen.
Morris & Co: twee "Sussexstoelen" (Philip Webb) tegen "Wijngaardbehang" (William Morris).
“Het toestaan dat machines onze meesters zijn en niet onze knechten, dat is wat de schoonheid van het leven zo beschadigt.”
Slide 20 - Slide
Arts and Craft movement 1875-1900
Gestileerde vormen uit de natuur
Heldere, natuurlijk kleuren
Natuurlijke materialen
Middeleeuwen
Decoratieve patronen
Vlakke, omlijnde vormen
Weinig of geen overlapping en plasticiteit.
Slide 21 - Slide
De Arts and Craftsbeweging had kritiek op massaproductie.
Welk punt hoort daar NIET bij?
A
De maker bleef te anoniem
B
Kritiek op de kwaliteit van de massaproducten
C
Kritiek op de hoge prijs van de massaproducten
D
Gemis van ambacht, handwerk
Slide 22 - Quiz
Jugendstil
1880 – 1910
Vanuit Engeland (Arts & Crafts) naar Europa en Amerika.
Verschillende namen: Jugendstil, Art Nouveau, Slaoliestijl, Sezession.
Historische stijlen worden afgewezen: compleet nieuwe, ambachtelijke stijl.
Idealistische ideeën: samenleving hervormen door alle kunsten met elkaar samen te laten werken (totaalkunstwerk).
Slide 23 - Slide
2-dimensionale kunst
Organische vormen, a-symmetrisch, gestileerd.
Inspiratie uit de natuur
Voorkeur voor (naakte) vrouwfiguren.
Vlak, decoratief en lineair.
Affiches als kunstvorm.
Lithografie
= steendruk.
Beïnvloed door de Japanse prentkunst (vlak
karakter).
Henry van de Velde, “Tropon”, 1898
Slide 24 - Slide
Jan Toorop, “affiche ontwerp voor de Delftse slaoliefabriek”, ca. 1898
Nederland
Oostenrijk
Gustave Klimt, “De kus”, 1907-1908
Henri de Toulouse-Lautrec, "Jane Avril", 1893
Frankrijk
Slide 25 - Slide
Pioniers in de fotografie
1e helft 19e eeuw: eerste experimenten met fotografie (Daguerre en Talbot)
Eind 19e eeuw maakt Karl Blossfeldt met zelfgemaakte camera's zwart-wit foto's.
Wetenschappelijke en artistieke benadering gecombineerd.
Inspiratie voor veel Jugendstilkunstenaars.
Karl Blossfeldt, foto's uit "Urformen der Kunst", 1928
Slide 26 - Slide
3-dimensionale kunst
Toegepaste kunst
Organische vormen, a-symmetrisch, gestileerd.
Inspiratie uit de natuur.
Nieuwe materialen zoals gietijzer in combinatie met ambachtelijke technieken.
Victor Horta, “Klok”, 1895
8
Peter Behrens, “Tafellamp”, 1902
Slide 27 - Slide
René Lalique, “diverse sieraden”, rond 1900
Slide 28 - Slide
Architectuur
Gesammtkunstwerk.
Verfijnde constructies van metaal en glas
Poging om te komen tot een eigentijdse, niet-imiterende stijl met gebruik van moderne materialen.
Lijnvoering werd sterk benadrukt, waarvoor (gegoten) metaal een uitstekend materiaal bleek te zijn.
Victor Horta, “trapopgang van Hôtel van Eetvelde”, 1895
Slide 29 - Slide
Hector Guimard, “Metropolitain”, 1901-1905
Victor Horta, “trappenhuis van Hôtel Tassel”, 1892-1893
Slide 30 - Slide
Spanje: Antoní Gaudí
Golvende lijnen, geen rechte muren of hoeken.
Vrije, a-symmetrische grondoppervlakten.
Gebouwen lijken gegroeid i.p.v. gebouwd.
Mozaïek.
Zeer creatieve en fantasierijke variant op de Jugendstil.
Antoní Gaudí, “Casa Battlo” te Barcelona, 1904-1906
Gaudí, plattegrond van “Casa Milá” te Barcelona, 1905-1910
Slide 31 - Slide
Opdracht
Arts and Crafts en Jugendstil (At nouveau/ sla-oliestijl) lijken op elkaar, maar hebben zeker ook verschillen.
Schrijf de kenmerken van beiden stromingen in 2 rijen naast elkaar op.
Slide 32 - Slide
Arts and Crafts
Tegen de industrialisering en massaproductie.
Afwijzing van de vooruitgang van de mechanisatie.
Gedecoreerd met vormen uit de natuur.
Ideaalbeeld: Middeleeuwen
Bedoeld voor het gewone volk. Maar handgemaakte producten zo duur dat alleen de rijken het zich kunnen veroorloven.
Jugendstil/Art Nouveau/Slaoliestijl
Massaproductie en nieuwe materialen ingezet om de werken te vervaardigen en verspreiden. In praktijk bijna alleen met de hand te maken, waardoor duur.
Historische stijlen worden afgewezen.
Compleet nieuwe stijl, met name op gebied van toegepaste kunst.
Organische, gestileerde vormen
Vrouwfiguren; sierlijk en gestileerd
Slide 33 - Slide
Huiswerk
Maken en lezen 4.3 en 4.4
Slide 34 - Slide
More lessons like this
Kunstgeschiedenis - Arts and Crafts en Jugendstil
April 2023
- Lesson with
19 slides
Kunst
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Kunstgeschiedenis - Arts and Crafts en Jugendstil
May 2023
- Lesson with
20 slides
Kunst
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Arts & Crafts / Jugendstil - V5
November 2023
- Lesson with
42 slides
Kunst
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Kunstgeschiedenis - Realisme
September 2024
- Lesson with
31 slides
Kunst
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Kunstgeschiedenis 5V Jugendstil & Arts and Crafts
November 2021
- Lesson with
26 slides
Kunst
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
P2 Les 8 Kunstgeschiedenis Arts & Crafts en Jugendstil/Art nouveau
May 2022
- Lesson with
20 slides
Kunstgeschiedenis
MBO
Studiejaar 2
1. Modernisme en Jugendstil & Arts and Crafts
February 2023
- Lesson with
31 slides
Kunst
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
H4.4
November 2023
- Lesson with
33 slides
Kunstgeschiedenis
MBO
Studiejaar 1