1.3 Lezen 1kgt les 5

Welkom 
- Ga rustig zitten.
- Werkboek en etui op tafel.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Welkom 
- Ga rustig zitten.
- Werkboek en etui op tafel.

Slide 1 - Slide

1.3 Lezen
In deze paragraaf leer je:
  • Titel en tussenkopje herkennen
  • Het onderwerp van een tekst benoemen
  • de leesstrategieën verkennend en nauwkeurig lezen toepassen.

Slide 2 - Slide

1.3 Voor de toets
Je moet kennen:
  • Hoe je titel en tussenkopje herkent
  • Je weet wat de tekst onder een tussenkopje 'vertelt' (het deelonderwerp)
  • Wat je van een tekst bekijkt om het onderwerp te kunnen bepalen. (5 punten)
  • Je kunt het onderwerp van een tekst benoemen (in een paar korte woorden)
  • Je weet wat verkennend lezen is, hoe je dat doet en waarom.
  • Je weet wat nauwkeurig lezen is.

  • Je kent de 25 woorden en de betekenissen, en kunt deze op een juiste manier gebruiken in zinnen.
  • Je weet wat samenstellingen zijn.(een woord dat uit 2 of meer woorden bestaat) en kunt deze in een tekst herkennen.

Slide 3 - Slide

Even herhalen
Maak een goede zin met het woord:
In de zin moet ook de betekenis duidelijk zijn.

  • buitengewoon

Slide 4 - Slide

Even herhalen
Maak een goede zin met het woord:
In de zin moet ook de betekenis duidelijk zijn.

  • gedreven

Slide 5 - Slide

Even herhalen
Maak een goede zin met het woord:
In de zin moet ook de betekenis duidelijk zijn.

  • presteren

Slide 6 - Slide

1.3 Lezen
  • Vandaag verder met paragraaf lezen.
  • Bespreken huiswerk (11 en 12 blz. 30-31)
  • Zelfstandig werken: Maak de leestaak op blz. 34-37 (niet opdracht 22)
timer
20:00

Slide 7 - Slide

1.3 Lezen - Verkennend lezen (blz. 29)
Hoe je een tekst leest, hangt af van je doel. 

Als je door een tijdschrift bladert, lees je anders dan wanneer je een tekst in een schoolboek leert. In deze paragraaf leer je twee manieren van lezen: verkennend lezen en nauwkeurig lezen.

Slide 8 - Slide

1.3 Lezen - Verkennend lezen (blz. 29)
Voordat je een tekst echt gaat lezen, bekijk je de tekst. Daardoor kom je er al veel over te weten.

Verkennend lezen doe je zo:
  • Lees de titel en de tussenkopjes.
  • Lees de eerste en de laatste alinea.
  • Lees de woorden die vet- schuingedrukt of gekleurd gedrukt zijn.
  • Bekijk de plaatjes en lees de tekst bij de plaatjes.
  • Lees de informatie onder de tekst (de bron).

Slide 9 - Slide

1.3 Lezen - Verkennend lezen (blz. 29)
Stel jezelf daarbij vragen als:

  • Wat is het onderwerp van de tekst?
  • Wat weet ik al over het onderwerp?
  • Wat voor tekst is het?
    Bijvoorbeeld een recept, een krantenbericht of een nieuwsbrief?
  • Wat is de bron en wie is de schrijver?

  • Ik zeg altijd: "Je zet je hersenen in de goede leesstand"

Slide 10 - Slide

1.3 Lezen - Verkennend lezen (blz. xx)

Slide 11 - Slide

1.3 Lezen - aan de slag
- Maak zelfstandig opgave 8, 9 en 10 (blz. 27-29)

timer
1:00

Slide 12 - Slide

1.3 Lezen - Nauwkeurig lezen (blz. 30)
Om precies te weten wat er in een tekst staat, lees je hem nauwkeurig. Je leest de tekst met aandacht, zin voor zin.

Slide 13 - Slide

1.3 Lezen - aan de slag
- Maak zelfstandig opgave 11, 12, 13, 14 (blz. 30-31)

timer
1:00

Slide 14 - Slide

1.3 Lezen -Onderwerp (blz. 26)
Iedere tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van de tekst.
Het onderwerp van een tekst vind je zo:
  • Lees de titel en de eerste alinea van de tekst.
  • Kijk naar woorden die vet- of schuingedrukt zijn.
  • Bekijk de plaatjes en de tekst onder de plaatjes.
  • Stel jezelf de vraag: waarover gaat deze tekst?


Slide 15 - Slide

1.3 Lezen -Onderwerp (blz. 26)
Iedere tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van de tekst.
Het onderwerp van een tekst vind je zo:
  • Lees de titel en de eerste alinea van de tekst.
  • Kijk naar woorden die vet- of schuingedrukt zijn.
  • Bekijk de plaatjes en de tekst onder de plaatjes.
  • Stel jezelf de vraag: waarover gaat deze tekst?


Slide 16 - Slide

1.3 Lezen - Deelonderwerp (blz. 27)
Een deelonderwerp is een tekstgedeelte dat een deel van het onderwerp behandelt. 
Bijvoorbeeld: Het onderwerp is de nieuwe school.
                          De deelonderwerpen zijn
                        de nieuwe klas, de mentor, de eerste lessen.

Soms vertelt een tussenkopje je al wat het deelonderwerp is.

Slide 17 - Slide

1.3 Lezen - titel - tussenkoppen
  • Zoek in de krant een artikel dat bestaat uit een:
    titel en tussenkopje(s)
  • Knip de titel, de tussenkopje(s) en eventuele afbeeldingen uit en plak die op een A3-vel
  • De teksten van het artikel plak je op de achterkant.
  • Bedenk voor jezelf wat het onderwerp van het artikel is én wat de deelonderwerpen zijn.
  • Schrijf dat op de achterkant van je A3-vel.

Slide 18 - Slide

1.3 Lezen - titel - tussenkoppen
  • Ben je klaar met jouw A3-vel, dan gaan we de A3-vellen delen met klasgenoten.
  • Kunnen zij aan de hand van titel, tussenkopje(s) en afbeeldingen bedenken wat het onderwerp en deelonwerpen zijn?
  • Je werkt bij deze opdracht in tweetallen.

Slide 19 - Slide

1.3 Lezen - Deelonderwerp (blz. 27)
Kijk maar eens naar het volgende voorbeeld.

Slide 20 - Slide

Overstromingen bij de Oosterburen
Tjdf ;lkjl;kj ;js fsf l;aksf kl sa fkl kf afkjsa fkljsa fkls lkj jfsjfjfiefj iwerfljknc wrn anf m,nsflw dffof rj foweri r frjwr rfwr ri kln.
Zware regenval
Tjdf ;lkjl;kj ;js fsf l;aksf kl sa fkl kf afkjsa fkljsa fkls lkj jfsjfjfiefj iwerfljknc wrn anf m,nsflw dffof rj foweri r frjwr rfwr ri kln.
Evacuatie
Tjdf ;lkjl;kj ;js fsf l;aksf kl sa fkl kf afkjsa fkljsa fkls lkj jfsjfjfiefj iwerfljknc wrn anf m,nsflw dffof rj foweri r frjwr rfwr ri kln.
 fkls lkj jfsjfjfiefj iwerfljknc wrn anf m,nsflw dffof rj foweri r frjwr rfwr ri kln.
Maatregelen
Tjdf ;lkjl;kj ;js fsf l;aksf kl sa fkl kf afkjsa fkljsa fkls lkj jfsjfjfiefj iwerfljknc wrn anf m,nsflw dffof rj foweri r frjwr rfwr ri kln.

Slide 21 - Slide

Pools dorpje overspoeld na dambreuk: ‘Ergste nog niet achter de rug’

De stortregens van storm Boris, die sinds donderdag Midden- en Oost-Europa teisteren, hebben volgens de autoriteiten in de getroffen landen tot minstens zeven doden geleid. Vele duizenden moesten hun huizen verlaten. Wenen staat blank na dagen van aanhoudende regen, de rivier Wien is buiten haar oevers getreden. 
Ook uit Tsjechië en Polen stijgt het water. Door een dambreuk is het Poolse dorpje Stronie compleet overspoeld.

Slide 22 - Slide

Zou je de tekst 'Pools dorpje overspoeld na dambreuk' willen lezen? 
Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Slide

1.3 Lezen - aan de slag
- Samen kijken naar tekst 1  (blz.25)
- zelfstandig maken opgave 2, 3 en 4

timer
1:00

Slide 24 - Slide

1.3 Lezen -Onderwerp (blz. 26)
Het onderwerp van een tekst schrijf je altijd in één woord of in een paar woorden op.

Bijvoorbeeld: 
vmbo-leerlingen presteren goed
of
Directeur presenteert nieuwe regels.

Slide 25 - Slide

1.3 Lezen - aan de slag
- Huiswerk:
   Maken opgave 5
- Huiswerk:
   Zoek thuis kranten en neem die mee naar school (geen reclamefolders)
timer
1:00

Slide 26 - Slide