2. De (onregelmatige) werkwoorden

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Los deberes

Leren: de onregelmatige werkwoorden ser / tener / llamarse

Maken uit de module: 

Neem de tabel (p. 17) over en maak

opdracht 1.4 (p. 18) in je schrift.

Leerdoel: Ik heb de werkwoorden ser en tener herhaald en ik ken deze. 

                     Ik ken de vervoeging van het werkwoord llamarse.

el miércoles, 20 de abril, 6a

De onregelmatige werkwoorden

SER / TENER / LLAMARSE

soy

es

somos

sois

tengo

tienes

tenemos

tienen

me llamo

te llamas

Schrijf de antwoorden 

in je schrift!

A. 1. tienes

2. tengo

3. tiene

4. tenemos

5. tienen

6. tenéis

7. tiene

B.1. se llama

2. se llama

3. se llaman

4. te llamas

5. me llamo

6. nos llamamos

C. 1. eres

2. soy 

3. son 

4. sois

5. somos

6. es

Mi padre …………. Juan. (llamarse)

Mis hermanos …….. 9 y 14 años. (tener)

Él …….. profesor de Matemáticas. (ser)

¿Cuántos años …………. vosotros? (tener)

Javi y yo ……… 13 años. (tener)

¿De dónde ………… vosotros? (ser)

Nosotros ……… de Holanda. (ser)

Mis abuelos ………… Carmen y José. (llamarse)

¿Tú ………. español, verdad? (ser)

No, yo ………. francés. (ser)

¿Cómo …………….. vosotros? (llamarse)

Nosotros …………… Lisa y Ana. (llamarse)

Yo ……… dos hermanos. (tener)

Mi hermano mayor ………. Felipe. (llamarse)

Paco ……… una familia grande. (tener)

Zijn er nog vragen over 

SER / TENER / LLAMARSE?

We gaan door met een nieuw leerdoel!

De verslaglegger van klas D1C

Bedenk tijdens de les 3 vragen. 

Deze 3 vragen mag je aan het eind van de les stellen aan je klasgenoten.

Zorg dat de vragen te maken hebben met het leerdoel van deze les. 

Leerdoel:

Ik ken de namen van familieleden in het Spaans.

Los posesivos

Wat zijn bezittelijk voornaamwoorden? 

bezittelijk voornaamwoorden

Los posesivos

Let op!

• Het bezittelijk voornaamwoord is gericht aan het bezit. 
• Het bezit is een zelfstandig naamwoord wat er achter staat.
• Is het bezit meervoud? Dan wordt het bezittelijk voornaamwoord ook meervoud!
• Bij nuestro en vuestro verandert het ook nog in nuestra en vuestra als het bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat.
• tú = jij     tu = jouw

                                                      

                                                       es nuestro libro    -    es nuestra casa            (mannelijk/vrouwelijk)        

                                                       es mi libro               -     son mis libros              (enkelvoud/meervoud)  

anders dan in het Nederlands

voorbeelden

boek

Libro del alumno página cincuenta y dos

boek

Libro del alumno página cincuenta y tres.

boek

Libro del alumno página cincuenta y dos

mi

su

nuestros

tu

vuestra

sus

boek

Libro del alumno página cincuenta y tres.

Klaar?

Oefen nog met de namen van de familieleden door de opdrachten op de volgende pagina's in je schrift te maken. 

Leerdoel:

Ik ken de namen van de familieleden in het Spaans.

hija

marido

nieto

madre

abuelo

abuelos

las hijas

los hijos

los hermanos

la hermana

los nietos

la nieta

los nietos

Lola

Ana

Carlos

Juan

Emilia

Paco

Gloria

De verslaglegger van D1C...

Vraag 1: ____________________

Vraag 2: ____________________

Vraag 3: ____________________

Los deberes

Maken: werkboek 3.1 t/m 3.4 (p. 18+19)

Leren: woordenlijst 1.1 (familieleden) 

el miércoles, 11 de mayo, 6a hora

quizlet.com