hv1a 25-01

¡Buenos días!
Sevilla
1 / 24
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

¡Buenos días!
Sevilla

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy?
  • Je kent de bezittelijke voornaamwoorden in het Spaans
  • Je weet hoe je de bezittelijke voornaamwoorden gebruikt
Salamanca

Slide 2 - Slide

Startopdracht
Maak 5 korte Spaanse zinnen met woorden uit de woordenlijst.

Wil je jezelf uitdagen? Probeer dan ook een bijvoeglijk naamwoord aan de zin toe te voegen. 
timer
5:00

Slide 3 - Slide

la madre
la familia
el padre
rood
azul
la hermana
negro
zwart
rojo
de zus
de moeder
de familie
blauw
de vader

Slide 4 - Drag question

ik
jullie
zij (enkv)
jij
hij
wij
u (mv)
u ( enkv)
vosotros
él
ustedes
yo
ella
nosotros
usted

Slide 5 - Drag question

verbos: ser / tener
yo
él/ella/usted

nosotros/-as
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
ser = zijn)
tener (ie) = hebben
timer
2:00

Slide 6 - Slide

verbos: ser / tener
yo
él/ella/usted

nosotros/-as
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
ser
soy
eres
es

somos
sois
son
tener (ie)
tengo
tienes
tiene

tenemos
tenéis
tienen

Slide 7 - Slide

Ahora vosotros:

  1. Pepe ______________________ (tener) 15 años.
  2. Ana y María ____________________(ser) españolas.
  3. Lucía y yo ______________________________(tener) 14 años.
  4. ¿Cúantos años ____________________________(tener) vosotros?
  5. ¿De dónde _____________________________(ser) vosotros?
  6. Yo ________________________(ser) de Holanda y Javi ____________ (ser) de España.

Slide 8 - Slide

  Benoem de vormen van ser en tener

Slide 9 - Slide

SOY
ERES
ES
ÉL
YO
IK BEN
JIJ BENT
HIJ IS

Slide 10 - Drag question

Geeft de vervoeging van de regelmatige werkwoorden : tegenwoordige tijd 

timer
1:00
Amy y Sam _____ (Ser) mis alumnas.
Charissa y yo______(Ser) amigas.
Tú________ (Ser-tú) una persona unica.
Yo _______ (Ser) holandés y vivo en Huizen.
Emmy y tú _____(Ser-vosotros) en holandesas.
sois / son
somos
eres
soy
sois / son

Slide 11 - Drag question

Instructie
Op de volgende dia zie je een filmpje over het bezittelijk voornaamwoord. Kijk dit filmpje zelfstandig en maak bijbehorende opdrachten. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

boek
Libro del alumno página cincuenta y tres.

Slide 15 - Slide

Los posesivos

Wat zijn bezittelijk voornaamwoorden? 

bezittelijk voornaamwoorden

Slide 16 - Slide

Los posesivos

Slide 17 - Slide

Let op!

  • Het bezittelijk voornaamwoord is gericht aan het bezit
  • Het bezit is een zelfstandig naamwoord wat er achter staat.
  • Is het bezit meervoud? Dan wordt het bezittelijk voornaamwoord ook meervoud!
  • Bij nuestro en vuestro verandert het ook nog in nuestra en vuestra als het bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat.
  • tú = jij     tu = jouw

                                                      
                                                       es nuestro libro    -    es nuestra casa            (mannelijk/vrouwelijk)        
                                                       es mi libro               -     son mis libros              (enkelvoud/meervoud)  


anders dan in het Nederlands
voorbeelden

Slide 18 - Slide

boek
Libro del alumno página cincuenta y tres.

Slide 19 - Slide

¿Qué es un pronombre posesivo?
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

¡OJO! denk aan je Nederlandse les.
A
Geeft aan VAN wie iets/iemand is.
B
Geeft aan VOOR wie iets/iemand is.
C
Geeft aan MET wie iets/iemand is.
D
Geeft aan WAAR iets/iemand is.

Slide 20 - Quiz

YO
ÉL/ELLA/USTED
NOSOTROS
VOSOTROS
ÉLLOS/ELLAS USTEDES
MI(S)
TU(S)
SU(S)
VUESTRO(S)/
VUESTRA(S)
NUESTRO(S)/
NUESTRA(S)
SU(S)

Slide 21 - Drag question

Es ... tableta (mijn)
A
mi
B
tu
C
su
D
vuestro

Slide 22 - Quiz

es ... gato (jouw)
A
mi
B
tu
C
su
D
nuestro

Slide 23 - Quiz

es ... cuadernos (haar)
A
mis
B
tus
C
sus
D
nuestros

Slide 24 - Quiz