This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Tuesday 25 May
* listening
* instructions
* negations
* present continuous
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Listening to instructions
Easy when you know what it is about, but always: pay close attention.
Illustrations/gestures (gebaren) also help you understand what to do.
Difference between must and should. And mustn't and shouldn't.
Slide 3 - Slide
Grammar: negations
Ontkennende zinnen in het Engels
NO!
Slide 4 - Slide
Ontkenningen
Met een ontkennende zin zeg je dat iets NIET zo is.
* Hij is niet aardig.
* Wij kopen geen auto.
* Zij gingen niet op vakantie.
Slide 5 - Slide
Ontkenningen
Soms mag dat op dezelfde manier als in het Nederlands.
Ik ben blij/Ik ben NIET blij.
I am happy/I am NOT happy.
Hij heeft gepraat/Hij heeft NIET gepraat.
He has talked/He has NOT talked (of hasn't)
Het enige wat je in deze zinnen doet, je zet het woordje "not" (of de afkorting n't) achter het hulpwerkwoord. Dat mag dus alleen als er een hulpwerkwoord in de zin staat (hulpww: vorm van to be of meer dan één werkwoord).
Slide 6 - Slide
PPT Nu Engels
Slide 7 - Slide
I have been to school.
He is reading a book.
They have seen the football match.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Ontkenningen anders dan in het Nederlands
I go home.
She visits her grandparents every week.
We left the party early.
Om een zin ontkennend te maken in het Engels, stel je jezelf altijd de vraag: staat er een hulpww in de zin? (hulpww = vorm van to be of meer dan 1 ww).
Slide 11 - Slide
Ontkenningen anders dan in het Nederlands
I go home.
She visits her grandparents every week.
We left the party early.
Als er geen hulp ww in de zin staat, geldt het volgende schema:
tegenw tijd
I/you/we/they
don't + hele ww
tegenw tijd
he/she/it
doesn't + hele ww
verleden tijd
alle vormen
didn't + hele ww
Slide 12 - Slide
Ontkenningen anders dan in het Nederlands
I go home. (I don't/do not go home)
She visits her grandparents every week. (She doesn't/does notvisither grandparents every week)
We left the party early. (We didn't/did notleavethe party early.
tegenw tijd
I/you/we/they
don't + hele ww
tegenw tijd
he/she/it
doesn't + hele ww
verleden tijd
alle vormen
didn't + hele ww
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Ontkennende zin maken:
tegenw tijd
I/you/we/they
don't + hele ww
tegenw tijd
he/she/it
doesn't + hele ww
verleden tijd
alle vormen
didn't + hele ww
Stel de vraag: staat er een hulpww in de zin (vorm van to be of meer dan 1 ww)?
Ja: dan maak je een ontkennende zin door "not" achter het hulpww te zetten (of een afkorting).
Nee, dan gebruik je onderstaand schema:
Slide 15 - Slide
He ______ (not like) his little sister.
A
don't
B
do not
C
doesn't
D
does
Slide 16 - Quiz
We _____ (not go) to school yesterday.
A
haven't gone
B
haven't go
C
don't go
D
didn't go
Slide 17 - Quiz
Maak ontkennend: I like reading books.
Slide 18 - Open question
We went to Italy last year.
Slide 19 - Open question
Present Continuous
Met de present continuous geef je aan wat je NU aan het doen bent.
I am walking home. She is reading a book. They are building a house.
Dit zijn allemaal handelingen die NU aan de gang zijn. Als ik het vertel, ben ik het ook aan het doen. Aan het doen = duurvorm.
Vergelijk met de volgende slide.
Slide 20 - Slide
Present Continuous
I am walking home. She is reading a book. They are building a house.
I always walk home. She reads books every day. They build houses for a living.
Met de present simple geef je aan wat iemand gewoonlijk doet. Maar we kijken vandaag naar de present continuous.
Slide 21 - Slide
Hoe maak je de present continous?
De present continuous bestaat uit 3 stappen:
1. vorm van to be (am/is/are)
2. werkwoord
3. + ing
Voorbeelden:
I amhaving breakfast. (stomme -e valt weg)
She istalking to her sister.
They aregoing home.
Slide 22 - Slide
Present continuous ontkennend:
Voorbeelden:
I am NOThaving breakfast. (stomme -e valt weg)
She isN'Ttalking to her sister.
They areNOTgoing home. (of: AREN'T)
Present continuous bestaat altijd uit 2 werkwoorden, dus makkelijk om ontkennend te maken.
Slide 23 - Slide
Opdrachten Nu Engels
Listening 3.2 Uitleg en Grammar
Exercise 1 till 4, exam exercise and Grammar practice 03
Listening 3.3 Uitleg en Grammar
Exercise 1 till 4, exam exercise and Grammar practice 08
Extra exercises:
3.2 Exercise 5, extra exam exercise and extra Grammar practice 03
3.3 Exercise 5, extra exam exercise and extra Grammar practice 08
Slide 24 - Slide
If you have any questions, feel free to contact me via email or Teams