VWO 5 Of Course unit 1 lesson 1 (2)

VWO 5 Of Course unit 1 lesson 1
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

VWO 5 Of Course unit 1 lesson 1

Slide 1 - Slide

Today
Class work
  • Grammar explanation

Independent work

  • Continue 'lesson 1'

Slide 2 - Slide

Lesson objectives
  • I know what the simple present and present continuous tenses are, and how to use these correctly.
  • I know how to make the future in English. 

Slide 3 - Slide

Simple present
Wat is het? 
Tegenwoordige tijd

Wanneer gebruik je de tijd?
Bij gewoontes en feiten. Als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt. Zoek naar signaalwoorden zoals always, never, usually, normally, every day/week/month, at nights, etc. 

Slide 4 - Slide

Simple present
Hoe maak je de tijd? 
hele werkwoord
I walk to school.
They listen to music.

hele werkwoord + s: als het onderwerp 3e persoons enkelvoud is; she, he, it, my mother, the cat, Laura, etc.
He talks with his mum.
John watches TV. 


Slide 5 - Slide

Simple present
Vragen en ontkenningen maken
Zet 'do' of 'does' (S.H.It-regel) vooraan in de zin, gevolgd door het onderwerp en het hele werkwoord om een vraag te maken.
They introduce a new topic. - Do they introduce...?
She misses her boyfriend. - Does she miss her boyfriend?

Gebruik 'don't' of 'doesn't' en het hele werkwoord om een ontkenning te maken.
We eat dinner at six. - We don't eat dinner at six.
My father likes to watch sports. - My father doesn't like ...


Slide 6 - Slide

Simple present
Let's practise!

Please, fill in the correct form of the simple present in the following sentences. 

Slide 7 - Slide

He ... (drive) to school every day.

Slide 8 - Open question

I ... (not think) you're right.

Slide 9 - Open question

... we ... (have) enough time?

Slide 10 - Open question

He ... (not read) the newspaper often.

Slide 11 - Open question

Simple present
Any questions about the simple present? 

Slide 12 - Slide

Present continuous
Wat is het?
Tegenwoordige tijd

Wanneer gebruik je de tijd?
Als iets nu bezig is, als je iets doet op het moment van spreken


Slide 13 - Slide

Present continuous
Hoe maak je de tijd?
am/are/is + werkwoord + ing

I am watching a movie.
She is studying at home.
They are crossing a bridge. 



Slide 14 - Slide

Present continuous
Vragen en ontkenningen maken
Om een vraag te maken zet je am/are/is vooraan in de zin, er verandert verder niets aan de vorm van het werkwoord. 
Are we reading this book? 
Is he complaining to you? 

Om een ontkenning te maken voeg je 'not' toe achter am/are/is, je kunt alles uitschrijven of een verkorte vorm gebruiken. 
I am not listening. / I'm not listening
You are not making any sense. / You're not making... / You aren't making...

Slide 15 - Slide

Present continuous
Let's practise! 

Fill in the correct form of the present continuous in the following sentences. 

Slide 16 - Slide

She ... (go) home now.

Slide 17 - Open question

I ... (read) a great book!

Slide 18 - Open question

We ... (drive) to London.

Slide 19 - Open question

Present continuous
Any questions about the present continuous

Slide 20 - Slide

Future
Wat is het?
Toekomende tijd

Wanneer gebruik je de tijd?
Als iets nog gaat gebeuren, als je plannen hebt voor in de toekomst, etc. 

Slide 21 - Slide

Future
Hoe maak je de tijd?
4 mogelijkheden:
1. will + hele werkwoord: iets wordt bedacht op het moment van spreken, er wordt een hoop/wens uitgesproken voor de toekomst, iets gaat gebeuren in de toekomst
        I think I will visit my grandparents this afternoon. 
        I hope he will be present. 
2. am/are/is going to + hele werkwoord: bij een bestaand plan, als er bewijs is dat iets gaat gebeuren
         We are going to visit my grandparents this weekend. 
         It is going to rain. 

Slide 22 - Slide

Future
Hoe maak je de tijd?
4 mogelijkheden:
3. present continuous: bij afspraken waarvoor iets geregeld is
       We are seeing a movie tonight. 
        They are getting married in June. 
4. simple present: bij zaken in de toekomst die lopen volgens een vast schema 
         This shop closes at 5 PM.
         The plane departs in twenty minutes. 

Slide 23 - Slide

Future
Vragen en ontkenningen maken
1. will + hele werkwoord
          - zet 'will' vooraan in de zin om een vraag te maken
          - gebruik 'won't' om een ontkenning te maken
2. am/are/is going to + hele werkwoord
          - zet am/are/is vooraan in de zin om een vraag te maken
          - voeg 'not' toe om een ontkenning te maken, je mag de verkorte vorm gebruiken of                   alles uit schrijven 
3. present continuous: zie regels eerder deze presentatie
4. simple present: zie regels eerder deze presentatie

Slide 24 - Slide

Future
Let's practise! 

Please fill in the correct form of the future in the following sentences. 

Slide 25 - Slide

The train ... (leave) at 11.45.

Slide 26 - Open question

They ... (fly) to London on Friday evening at 8.

Slide 27 - Open question

Look at those clouds. It ... (rain) in a few minutes.

Slide 28 - Open question

He believes it ... (rain) tomorrow night.

Slide 29 - Open question

Future
Any questions about the future

Slide 30 - Slide

Extra
  • If you need to hear another or more explanation, there are always links to YouTube videos at the end of the Lesson Up presentation

  • If you need extra practise, you can simple google '{simple present} exercise' and you will find many extra exercises. 

Slide 31 - Slide

What to do? 
  • Continue on your week task 

Slide 32 - Slide

Today...
... you've been taught about the grammatical tenses simple present, present continuous and future
... you've had time to continue working on your week task. 

Slide 33 - Slide

Next class...
... you will start on next week's task. 




Have a nice weekend! 

Slide 34 - Slide