Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
Slide 1 - Slide
- Welkom
- H18 - enkelvoudige en meervoudige argumentatie besperken
- H19
Doel:
- Je benoemt of een argumentatie enkelvoudig of meervoudig is.
- Als er meerdere argumenten zijn dan kun je aangeven er sprake is van meervoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie.
Vandaag in de les:
Slide 2 - Slide
Stillezen
timer
15:00
Slide 3 - Slide
Je vindt iets - je hebt een standpunt
Je vertelt waarom je dat vindt - je geeft argumenten.
Voorbeeld:
standpunt: Ik ben blij dat ik maandagochtend niet hoefde te fietsen.
Argumenten:
- Het was zo glad dat er allerlei ongelukken gebeurden.
- Ik ben bang om onderuit te gaan.
Lezen H18 : argumentatie
Slide 4 - Slide
Je vindt iets - je hebt een standpunt
Je vertelt waarom je dat vindt - je geeft argumenten.
Voorbeeld:
standpunt: Ik ben blij dat ik maandagochtend niet hoefde te fietsen.
Argumenten:
- Het was zo glad dat er allerlei ongelukken gebeurden.
- Ik ben bang om onderuit te gaan.
Lezen H18: argumentatie
waarderend argument
Feitelijk argument
Slide 5 - Slide
b - enkelvoudig
Lezen H18 en 19
Standpunt:
ik ben
Argument 1:
ik denk
Slide 6 - Slide
C - meervoudig
Lezen H18 en 19
Standpunt:
De minister moest aftreden
Argument 1:
Ambtenaren leverden slecht werk onder zijn toezicht
Argument 2:
Het thuisfront kon hem niet 80 uur per week missen
Slide 7 - Slide
meervoudige argumentatie:
Soorten argumentatie:
Verschillende soorten argumenten tegelijkertijd
Bij één standpunt kan een schrijver een keuze maken om sommige argumenten wel toe te lichten en andere niet. Zo kunnen nevenschikkende argumtenten ook onderschikkende argumenten hebben. Zie het voorbeeld in het plaatje (als je erop klikt wordt hij groter)
Enkelvoudige argumentatie
je geeft één argument bij je standpunt.
1
Nevenschikkende argumentatie
Je geeft verschillende argumenten bij je standpunt, die allemaal een ander aspect belichten.
2
(enkel- of meervoudige) onderschikkende argumentatie
je onderbouwt je argument met een ondersteundend argument. Het ene argument legt het andere dus uit
3
uitleg
A. Onderschikkend
B. Eén onderschikkend argument + twee nevenschikkende
C. Twee nevenschikkende, waarvan er één een onderschikkende heeft
D. Twee nevenschikkende argumenten
Slide 8 - Slide
Lezen H18: argumentatie
Slide 9 - Slide
Welk argumentatieschema past bij de argumenten:
Ik ben voor een maatschappelijke dienstplicht, want jongeren moeten discipline leren. Ook moeten ze leren om dingen te doen voor een ander, in plaats van voor zichzelf
A
B
C
D
Slide 10 - Quiz
Welk argumentatieschema past bij de argumenten:
De online lessen zijn beter dan lessen op school. Je leert je docent zo veel beter kennen, want je ziet hun huis en ook zie je hoe het gezin van een docent in elkaar zit.
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
Wat ga je doen:
- H18 - Opdracht 2, 3, 5 en 6
- Leer de theorie en de woordjes bij het hoofdstuk