H3 - P2 - week 4 - les 2 - H19 en H18- meervoudige argumentatie
Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
Slide 1 - Slide
- Welkom
- H19 - neven- en onderschikkende argumentatie
- H32 - klopt je argumentatie?
Doel:
- Je benoemt of een argumentatie enkelvoudig of meervoudig is.
- Als er meerdere argumenten zijn dan kun je aangeven er sprake is van meervoudige, onderschikkende of nevenschikkende argumentatie.
- Je beoordeelt of argumentatie juist en geldig is.
Vandaag in de les:
Slide 2 - Slide
Stillezen
timer
15:00
Leg je huiswerk open neer:
H19 - Opdracht 2, 3 , 4, 6 en 7
Slide 3 - Slide
Lezen H18 - enkelvoudige argumentatie
Standpunt:
Een Netflix-abonnement is niets voor mij
Argument 1:
Ik zou alleen maar kijken
Slide 4 - Slide
Lezen H18 - meervoudige argumentatie
Standpunt:
Een Netflix-abonnement is niets voor mij
Argument 1:
Argument 2:
Argument 3:
Slide 5 - Slide
Lezen H19 - onderschikkende argumentatie
Standpunt:
Een Netflix-abonnement is niets voor mij
Argument 1:
Ik zou alleen maar doorkijken
Argument 2:
Ik zou niet meer slagen voor school
Slide 6 - Slide
Lezen H19 - Nevenschikkende argumentatie
Standpunt:
Fysiotherapie hoort in het basispakket van de zorgverzekering te zitten
Argument 1:
Argument 2:
Slide 7 - Slide
Lezen H19 - Opdracht 2
Standpunt:
Elk kind moet muziek leren spelen
Argument 1:
Argument 2:
Slide 8 - Slide
Lezen H19 - Opdracht 2
Standpunt:
Het is belangrijk dat zieke mensen veel frisse lucht krijgen
Argument 1:
Argument 2:
Argument 3:
Slide 9 - Slide
Lezen H19 - Opdracht 2
Standpunt:
Fysiotherapie hoort in het basispakket van de zorgverzekering te zitten
Argument 1:
Argument 2:
Argument 3:
Slide 10 - Slide
meervoudige argumentatie:
Soorten argumentatie:
Verschillende soorten argumenten tegelijkertijd
Bij één standpunt kan een schrijver een keuze maken om sommige argumenten wel toe te lichten en andere niet. Zo kunnen nevenschikkende argumtenten ook onderschikkende argumenten hebben. Zie het voorbeeld in het plaatje (als je erop klikt wordt hij groter)
Enkelvoudige argumentatie
je geeft één argument bij je standpunt.
1
Nevenschikkende argumentatie
Je geeft verschillende argumenten bij je standpunt, die allemaal een ander aspect belichten.
2
(enkel- of meervoudige) onderschikkende argumentatie
je onderbouwt je argument met een ondersteundend argument. Het ene argument legt het andere dus uit
3
uitleg
A. Onderschikkend
B. Eén onderschikkend argument + twee nevenschikkende
C. Twee nevenschikkende, waarvan er één een onderschikkende heeft
D. Twee nevenschikkende argumenten
Slide 11 - Slide
Lezen H18: argumentatie
Slide 12 - Slide
Welk argumentatieschema past bij de argumenten:
Ik ben voor een maatschappelijke dienstplicht, want jongeren moeten discipline leren. Ook moeten ze leren om dingen te doen voor een ander, in plaats van voor zichzelf
A
B
C
D
Slide 13 - Quiz
Welk argumentatieschema past bij de argumenten:
De online lessen zijn beter dan lessen op school. Je leert je docent zo veel beter kennen, want je ziet hun huis en ook zie je hoe het gezin van een docent in elkaar zit.
A
B
C
D
Slide 14 - Quiz
Goede en geldige argumenten
Juiste argumenten
Niet elk argument klopt.
Als het argument onwaarheden bevat, is het onjuist.
Geldige argumenten
Gaat je argument wel over het standpunt dat je hebt?
Cirkelredenering
BIj een cirkelredenering zeg je met je argument eigenlijk hetzelfde als met je standpunt:
Standpunt: Toelaten van auto's in de binnenstad is gevaarlijk
Argument: Auto's in de bebouwde kom zijn onveilig
Je blijft dan in een rondje draaien.
Zorg dus dat je met je argumenten nieuwe informatie aandraagt.
Te snelle conclusie
Het argument gaat maar over één specifiek geval. Je kunt er geen conclusies/ gevolgen aan verbinden.
Drogredenen
Niet elk argument is goed... Let op de volgende dingen:
Slide 15 - Slide
Wat ga je doen:
- H32 - opdracht 1 tm 5 en
- Leer de theorie en de woordjes bij het hoofdstuk