De komma

De komma
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De komma

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Zoek de fout...

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Zoek de fout

Waar ontbreekt de komma?
 

Wat doet dit met de betekenis van de zin? 

Slide 3 - Slide

De komma ontbreekt in de titel. Het zou moeten zijn: 'Schiet op, Griekenland!'

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.

Bron: http://www.upcoming.nl/rick/657/16-hilarische-zinnen-met-vergeten-leestekens

Zoek de fout 

Waar ontbreekt de komma?

Wat doet dit met de betekenis van de zin?

Slide 4 - Slide

De komma ontbreekt in de volgende zin:
'Ben je minimaal 15 jaar beschikbaar op twee avonden en op zaterdag.'
 
De komma moet achter '15 jaar'. Zo dus: Ben je minimaal 15 jaar, beschikbaar op twee avonden en op zaterdag?

 In de huidige vorm (zonder komma) betekent de zin eigenlijk dat je 15 jaar lang beschikbaar zou moeten zijn.


Wanneer gebruik je een komma?
Als je een korte pauze hoort in een zin.
Mieke, het zusje van Gaby, gaat volgende week voor het eerst naar school.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Tussen de delen van een opsomming in een zin. Als er tussen de laatste twee delen een voegwoord staat (en of of), schrijf je geen komma.

Wil je koffie, thee of iets anders?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Tussen twee persoonsvormen in een zin die niet bij elkaar horen.

Als het goed is, komt Lindsey zo.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Als iemand met zijn naam wordt aangesproken. Na de naam komt dan een komma.

Jeroen, kom je zo?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bij deze woordjes: 
Ach, wat is dat jammer.
Tja, wat gaan we daaraan doen?
Ja, dat is een goed idee.
Nee, dat wil ik niet. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voor een voegwoord
Ik sta morgen vroeg op, als ik goed slaap.

Dit herken je aan het voegwoord. De komma staat voor het voegwoord. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Overzicht van de regels bij komma's
  1. Als je een korte pauze hoort in een zin. 
  2. Tussen de delen van een opsomming. 
  3. Tussen 2 werkwoorden in een zin die niet bij elkaar horen.
  4. Als iemand met zijn naam wordt aangesproken.
  5. Bij deze woordjes: ach, tja, nee, ja.
  6. Voor een voegwoord.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions