Memo & formulier

Memo & formulier
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Memo & formulier

Slide 1 - Slide

Wat is een memo?
  • Een korte boodschap, vaak voor een collega
  • tekstsoort op het examen Schrijven 3F

Slide 2 - Slide

Inhoud memo
Op een memo komt in elk geval het volgende voor:
  1. De afzender (jij)
  2. Ontvanger
  3. Dag en tijdstip
  4. De inhoud van de boodschap

Slide 3 - Slide

Aan de slag
Ga aan de slag met je memo. De opdracht staat in Teams. Neem hieronder in elk geval de volgende zaken op:
  1. De afzender (jij)
  2. Ontvanger
  3. Dag en tijdstip
  4. De inhoud van de boodschap
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Formulier
  • Vooral begrijpend lezen
  • Moet altijd volgens de eisen van het formulier worden ingevuld. 
  • Bijvoorbeeld; Doorstrepen of omcirkelen? Kleur pen? Wel of geen blokletters>
  • tekstsoort op het examen Schrijven 3F

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Aan de slag
Ga nu aan de slag met je formulier. De uitleg bij de opdracht staat in Teams. 

Invullen 
  • Digitaal (via Adobe)
  • Op papier --> foto maken en uploaden in Teams
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Quiz

Slide 8 - Slide

Waar staat de afkorting DMO voor?

Slide 9 - Open question

Waar staat n.v.t. voor?
A
niet van tevoren in vullen
B
niet in te vullen
C
niet van toepassing
D
niet voor toepassing

Slide 10 - Quiz

Wat betekent het * die achter bepaalde onderdelen staat?

Slide 11 - Open question

Welke vakjes horen volgens de opdracht aangevinkt te worden bij vraag 5?
A
Alle 4 de vakjes
B
Geen van allen
C
Alleen het eerste vakje
D
Alleen het 2e, 3e en 4e vakje

Slide 12 - Quiz

Hoeveel bewijsstukken stuur je in dit geval dus mee (vraag 5)?
A
geen
B
1
C
2
D
3

Slide 13 - Quiz

Welke stelling klopt?
A
formulier alleen schriftelijk in te vullen
B
formulier alleen digitaal in blokletters invullen
C
alleen blauwe of zwarte pen toegestaan

Slide 14 - Quiz

Welke gegevens komen er op de envelop?
A
Adres ontvanger en postzegel
B
Adres afzender en postzegel
C
Adres ontvanger, adres afzender en postzegel
D
Adres ontvanger

Slide 15 - Quiz

Goed of fout?
  1. Blauwe / zwarte pen én in blokletters
  2. Naam; voorletter(s) of volledige naam en let op de volgorde
  3. Partner --> nvt invullen (niet van toepassing)
  4. Kinderen --> alleen gegevens oudste kind
  5. Inkomen  --> Ja, dus: schema niet invullen!
  6. Slechts 1 handtekening

Slide 16 - Slide