Meander H5 - Andere tekstsoorten

Meander H5 - Andere Tekstsoorten
Drie interviews over het hoge water in Nederland

Ga ik tweetallen zitten!!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 4,5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Meander H5 - Andere Tekstsoorten
Drie interviews over het hoge water in Nederland

Ga ik tweetallen zitten!!

Slide 1 - Slide

Lesdoel - Strategie
Jullie weten waar ze een interview aan kunnen herkennen.

Jullie kennen het doel van een interview.

Jullie kunnen informatie uit een interview halen.

Slide 2 - Slide

Bespreken
De tekst is een interview. Een interview is een vraaggesprek.
Iemand stelt de vragen. Dat is de interviewer.
Iemand anders geeft antwoord op de vragen. Dat is de geïnterviewde.

De interviewer wil iets te weten komen.
* Hij wil bijvoorbeeld informatie krijgen (feiten).
* Het kan ook zijn dat hij wil weten wat de mening van iemand is.
* Of hij wil weten wat iemand heeft meegemaakt.
* Een interviewer wil vaak ook weten hoe iemand zich voelt.

In een interview zijn de vragen vaak vetgedrukt. Onder de vraag staat het antwoord.


De tekst is een interview. Een interview is een vraaggesprek.
Iemand stelt de vragen. Dat is de interviewer.
Iemand anders geeft antwoord op de vragen. Dat is de geïnterviewde.

De interviewer wil iets te weten komen.
* Hij wil bijvoorbeeld informatie krijgen (feiten).
* Het kan ook zijn dat hij wil weten wat de mening van iemand is.
* Of hij wil weten wat iemand heeft meegemaakt.
* Een interviewer wil vaak ook weten hoe iemand zich voelt.

In een interview zijn de vragen vaak vetgedrukt. Onder de vraag staat het antwoord.


Slide 3 - Slide

Modellen
Drie interviews over het hoge water in Nederland

Er is hoogwater in Nederland. Daarover heb je ook gelezen in de basisles. Hoe is het om hoogwater mee te maken? Een paar mensen vertellen erover.

Slide 4 - Slide



We gaan de vragen met elkaar maken.
Pak je kleurtjes erbij.

Slide 5 - Slide

Vraag:
Wat wil de interviewer vooral te weten komen van Christine, Marco en Valentina?
A
hoe het komt dat er in Nederland hoogwater is
B
hoe ze denken dat het probleem met het hoogwater opgelost kan worden
C
wat ze doen of meemaken door het hoogwater
D
hoe je kunt weten wat je moet doen bij hoogwater

Slide 6 - Quiz

Christine zegt: Op dit moment is het weer raak. Wat betekent Het is weer raak?
A
iets vervelends is weer gebeurd
B
er is iets gebeurd wat niemand had verwacht
C
de wedstrijd is gewonnen
D
het is eindelijk lekker weer

Slide 7 - Quiz

Vraag
Zoek in de tekst en onderstreep met geel.

Hoe brengen Christine en haar man de melk van de geiten van de boerderij naar de dijk?

Slide 8 - Slide

Hoe brengen Christine en haar man de melk van de geiten van de boerderij naar de dijk?
A
met de tractor en een hoge kar
B
met een vrachtwagen
C
met een roeiboot
D
dat lukt nu niet door het hoge water

Slide 9 - Quiz

Vraag

Zoek in de tekst en onderstreep met blauw.

Waarom vindt Christine het hoge water ook wel gezellig?

Slide 10 - Slide

Waarom vindt Christine het hoge water ook wel gezellig?
A
de kinderen zijn thuis
B
er is extra eten en drinken in huis

Slide 11 - Quiz

Waarom vindt Christine het hoge water ook wel gezellig?
A
ze kan met de roeiboot rondjes om de boerderij varen
B
langs het raam zwemmen zwanen en ganzen

Slide 12 - Quiz

Vraag
Zoek in de tekst en onderstreep met groen.

Marco zegt: Daarom besloot ik om een soort dam in de woonkamer te bouwen.
Waarom besloot Marco dat?

Slide 13 - Slide

Waarom besloot Marco dat?
A
Omdat de waterstofzuiger kapot was.
B
Omdat hij niet weg kon door het hoge water en zich verveelde.
C
Omdat er anders niets was om het hoge water tegen te houden.
D
Omdat hij niet alleen zandzakken bij zijn huis wilde, en meer zekerheid wel fijn vond.

Slide 14 - Quiz

Marco hoopt dat het met een sisser afloopt.
Wat betekent het loopt met een sisser af?
A
een probleem dat heel groot leek, viel toch reuze mee
B
een probleem wordt steeds groter, omdat je uitstelt om er iets aan te doen
C
alles leek goed, maar er is toch nog een klein probleem
D
iemand merkt dat hij stil moet worden, omdat iemand sssss zegt

Slide 15 - Quiz

Vraag
Zoek in de tekst en onderstreep met oranje.

Waarom moest Valentina weg uit haar woonboot?

Slide 16 - Slide

Waarom moest Valentina weg uit haar woonboot?
A
Een andere woonboot was tegen de boot van Valentina gebotst.
B
De woonboot kon loskomen door de sterke stroming.
C
De brug om naar haar woonboot te komen, is kapot.
D
Het water in de rivier de Maas kwam hoger dan de woonboot.

Slide 17 - Quiz

Vraag
Zoek in de tekst en onderstreep met paars.

Valentina zegt: Dat is nog nooit eerder gebeurd.
Waar verwijst ‘Dat’ naar? 
Wat is nog nooit eerder gebeurd?

Slide 18 - Slide

Valentina zegt: Dat is nog nooit eerder gebeurd.
Waar verwijst ‘Dat’ naar?
Wat is nog nooit eerder gebeurd?
A
Dat de woonboot van Valentina in Maastricht ligt.
B
Dat het water snel weer gaat zakken.
C
Dat het hoog water is in de rivier de Maas.
D
Dat er een woonboot is meegetrokken door de stroming.

Slide 19 - Quiz

Welke zin over de drie interviews is waar?
A
Valentina vindt het wel een fijn idee dat er nu niemand over de brug kan.
B
Marco is boos omdat de zandzakken niet goed helpen tegen het hoogwater.
C
Christine wil weg van de boerderij, want het wordt nu te gevaarlijk.
D
Valentina weet nog niet wanneer ze weer naar haar woonboot kan.

Slide 20 - Quiz

In de basisles las je dat de Deltawerken, de dijken en natuurgebieden ons beschermen tegen het water. Je las ook dat dat soms niet genoeg is en dat er extra maatregelen nodig zijn. Wie van de geïnterviewde mensen kreeg met deze extra maatregelen te maken?
A
Valentina
B
Christine
C
Geen van allen
D
Marco

Slide 21 - Quiz

Afsluiting
Bij wie, van de interviews, zou jij weleens een nachtje willen slapen? En waarom?

Slide 22 - Open question