Laatste les. Oefenen voor de toets

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Les 1 Leesstrategieën lj 3

Welkom!

Telefoon in de koffer, jas aan de kapstok. 

Neem rustig plaats. 

Vandaag

• Leerdoel
• Inloggen in LessonUp
• Evaluatie

Leerdoelen

Aan het eind van de les

• welke onderdelen van leesstrategieën je nog goed moet leren voordat je de toets kan maken.  

Instructie

Jullie gaan inloggen in deze LessonUp.

Probeer niet te veel te kletsen tussendoor en niet jouw antwoord hardop te zeggen. Zo kan iedereen voor zichzelf bepalen wat hij/zij al weet en wat nog lastig is. 

Wat in een tekst belangrijk is, noem je hoofdzaken. Waar in de tekst lees je deze vaak?( 2 antwoorden)

1. Inleiding
2. middenstuk
3. slot

Waar, in een alinea, lees je de belangrijkste informatie?

Wat vind je dan in de rest van de alinea?

Waar kun je nog meer naar kijken in een tekst om de hoofdzaken te vinden? (meerdere antwoorden)

1. Titel
2. tussenkopjes
3. bron
4. anders gedrukte letters

Het belangrijkste van een tekst kun je in één zin samenvatten. Die ene zin noem je de hoofdgedachte. Hoe vind je de hoofdgedachte in een tekst?

Je vindt de hoofdgedachte vaak:
A in het slot van de tekst
B in de inleiding van de tekst
C in het middenstuk van de tekst

1. A is waar
2. A+B zijn waar
3. A+B+C zijn waar
4. B is waar

Tekstdoel

informeren

Tekstdoel

overtuigen

Je komt ergens

iets over te 

weten. 

Je moet 

dezelfde

mening

krijgen.

nieuwsbericht

Schoolboek

reactie op

een web-

site

ingezonden

brief

NOS

Journaal

Sommige

columns

Tekstdoel

overhalen (tot

handelen

aanzetten)

Tekstdoel

instrueren

dat je iets

gaat doen

uitleggen

hoe je iets

moet doen

advertentie

uitnodiging

gebruiks-

aanwijzing

recept

Tekstdoel

adviseren

Tekstdoel

amuseren

je raad 

geven

je vermaken

folder

(apotheek)

affiche

GGD

verhaal

gedicht

lied

Om het tekstdoel te bereiken, moet de schrijver rekening houden met de groep voor wie hij schrijft, het publiek. Waaraan kun je zien voor welk publiek een tekst bedoeld is?

Wat is het doel van deze tekst?

1. overtuigen
2. overhalen
3. adviseren
4. amuseren

1. Pak in iedere hand een veter

2. Kruis de veters over elkaar

3. Haal één veter onder de andere door

4. Trek de veters strak

5. Maak een met één veter een lus (niet te groot)

6. Draai de andere veter om de lus heen

7. Haal diezelfde veter onder de nieuwe lus door

8. Trek aan beide lussen tot ze strak zitten

Wat is het doel van deze tekst?

1. informeren
2. instrueren
3. amuseren
4. overtuigen

Een tekst heeft een bepaalde lay-out of opmaak. Schrijf op welke zaken de lay-out bepalen.

Welk soort afbeeldingen kan een schrijver gebruiken?

Een afbeelding kan verschillende functies hebben. Noem er drie.

Lees de tekst:

"In de tekst wordt beschreven hoe een groep vrienden een spannende wandeltocht door een mysterieus bos maakt. Ze zijn op zoek naar een verborgen schat diep in het woud. Onderweg stuiten ze op vreemde tekens en aanwijzingen. Welke afbeelding past het beste bij deze avontuurlijke tekst?"

A B C D

welke foto past bij de tekst?

1. A
2. B
3. C
4. D

Evaluatie

Weet je nu wat je nog moet leren voor maandag?  Kan je deze theorie ook toepassen bij verschillende teksten?

Tot straks!