Hoofdstuk 6 Paragraaf 2

Hoofdstuk 6 Paragraaf 2




Arbeidsmarkt

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6 Paragraaf 2




Arbeidsmarkt

Slide 1 - Slide

Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan.  Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.
Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid. 

Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid. 

Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.  
Bedrijven & overheid zijn op zoek naar personeel. Zij vragen arbeid.

Slide 2 - Slide

Welke factoren zijn van
invloed op het loon?

Slide 3 - Mind map

Minimumloon

Het wettelijk vastgestelde loon dat een werkgever ten minste moet betalen aan werknemers.

Slide 4 - Slide

Klik op de link en zoek op wat het minimum(jeugd)loon is voor een 17-jarige per dag.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Link

Slide 7 - Video

Individuele  arbeidsovereenkomst
Een arbeidsovereenkomst afgesloten tussen een werknemer een werkgever die gaat over de arbeidsvoorwaarden.

Slide 8 - Slide

Primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden






  • Primair = arbeidsvoorwaarden m.b.t. loon en arbeidstijd
  • Secundair = arbeidsvoorwaarden m.b.t. het overige (bijvoorbeeld pauzes, vakanties, scholing etc.)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Collectieve arbeidsovereenkomst
Is een overeenkomst tussen werknemers- 
en werkgeversorganisaties.
Een cao geldt voor alle werknemers in een
bepaalde bedrijfstak/onderneming. 

Slide 11 - Slide

Krappe arbeidsmarkt
Meer vraag (door werkgevers) dan aanbod (van werknemers)
Ruime arbeidsmarkt
meer aanbod (van werknemers) dan vraag (door werkgevers)

Slide 12 - Slide

UWV
  • helpt mensen een nieuwe baan vinden;
  • zorgt voor bij- of omscholing;
  • beoordeelt of werklozen een uitkering kunnen krijgen;
  • is een instelling  van de overheid.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Hoofdstuk 6 Paragraaf 2




Arbeidsmarkt

Slide 15 - Slide

Agenda
1. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt

2. Oefening 6.26

3. Opgaven maken

Slide 16 - Slide

ZZP'ers + werknemers + werklozen
werkgelegenheid +
vacatures
Vraag naar arbeid
Aanbod van arbeid

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Maken: Opdracht 6.27 t/m 6.34
(moeilijke stof, kijk waar je bent, sla géén opdrachten over, als je nog niet bij 33 bent begin dan waar je was)
Hoe? In stilte (eerste 10 min)
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Maken: Opdracht 6.27 t/m 6.32
Hoe? In stilte
Stel: je loopt achter, begin dan waar je gebleven was (anders is de stof te moeilijk...)
timer
10:00

Slide 20 - Slide

ARBEIDSPRODUCTIVITEIT=

productie(waarde) per persoon in een bepaalde periode

voor het hele land bereken je de arbeidsproductiviteit door:
                              productiewaarde 
                              werkgelegenheid

Slide 21 - Slide

 Hoe kan je de arbeidsproductiviteit laten stijgen (=meer produceren per arbeider per periode)???:

  • beter opgeleide arbeiders (factor Arbeid)
  • betere/ modernere/ snellere machines (factor Kapitaal)
  • betere arbeidsverdeling (iedere arbeider gaat een (deel-)taak doen waar die in is gespecialiseerd)
  • hoger loon (of een bonus) bij een                                                    bepaalde prestatie/ productie
  • Overbelasting en stress voorkomen


Slide 22 - Slide

 Waarom wil je de arbeidsproductiviteit laten stijgen??


Je produceert dan met hetzelfde aantal arbeiders meer producten --> meer producten terwijl je hetzelfde kwijt bent aan loon voor arbeiders!! = per product minder loonkosten!! = een lagere kostprijs. 

Je zou dus de verkoopprijs van het 
product ook wat kunnen verlagen 
en zo meer kunnen verkopen!! 


Slide 23 - Slide

FLEXWERK
Flexwerk= Werk waarbij je geen "vast contract" (vast aantal uren). En dus minder zekerheid van werk en inkomen!
Bijvoorbeeld:
  • vast contract zonder vast aantal uren
  • tijdelijke contracten
  • werk via uitzendbureau
  • oproep- en invalkrachten
  • zzp-er

Slide 24 - Slide

Vandaag
Maken: Bouwsteen 6.1
Hoe? In stilte (7 min)
Daarna samen met je buur
Daarna klassikaal
timer
7:00

Slide 25 - Slide