This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Unit 4 Lesson 2
Slide 1 - Slide
What did we do last lesson?
Slide 2 - Open question
Watching and listening
Je gaat kijken naar uitvindingen die bedacht zijn door kinderen. Je krijgt hier straks een vraag over!
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Which invention do you think is the best? Explain why.
Slide 5 - Open question
Lesson 4.2: Writing
B Find out: The young inventors contest
- Read the text and answer all the questions
When you're done continue on
with C vocabulary
Slide 6 - Slide
Lesson 4.2: Writing
Today's lesson:
- Start Lesson 4.2: Writing
- B Find out: Reading + C Vocabulary
- Grammar 4.2 -> Gerund
- Homework
Slide 7 - Slide
GERUND
(ING-VORM)
Slide 8 - Slide
What is a Gerund?
De gerund is een vorm van het werkwoord (stam + ing) die gebruikt wordt als zelfstandig naamwoord.
I hate doing homework.
Doing homework is fun!
Slide 9 - Slide
Je gebruik de gerund:
Als het werkwoord het onderwerp is van de zin.
- Dancing is fun!
- Smoking is bad for you.
Slide 10 - Slide
Je gebruikt de gerund ook
na werkwoorden zoals like, hate, enjoy, love, remember, prefer, start, continue, keep, begin en stop wanneer het gaat over iets wat iemand vaak (of niet langer meer) doet:
I like swimming.
Harriet enjoys reading.
We prefer kayaking over canoeing.
Slide 11 - Slide
Hoe maak je de gerund?
Werkwoord +ing
De gerund lijkt dus qua vorm heel erg op de present continuous, maar dan ZONDER een vorm van 'to be'
Slide 12 - Slide
Fill in the correct version of the verb: We enjoy .... tennis in the morning. (play)
Slide 13 - Open question
Fill in the correct version of the verb: ... is good for you. (read)