Werkwoorden en werkwoordsvormen

Welkom bij Nederlands
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Planning
Lezen

Grammatica:
werkwoorden
lidwoorden en zelfstandige naamwoorden

Slide 2 - Slide

timer
15:00
Pak je leesboek voor je!

Slide 3 - Slide

Leerdoelen

  • Werkwoorden herkennen

  • Lidwoorden en zelfstandige naamwoorden herkennen

Slide 4 - Slide

Werkwoorden
Werkwoorden komen in elke zin voor. 
Werkwoorden maken duidelijk wat er gebeurt of wat iemand doet.

Voorbeeld
Bas eet een heerlijke pizza.

Slide 5 - Slide

Onze poes vecht altijd met de rode kater van de buren.

Slide 6 - Open question

De politie geeft de fietser een boete.

Slide 7 - Open question

Werkwoordsvormen
Persoonsvorm
Karin luistert naar haar favoriete muziek.
Hele werkwoord (infinitief)
Karin wil naar haar favoriete muziek luisteren.
Voltooid deelwoord
Karin heeft naar haar favoriete muziek geluisterd.

Slide 8 - Slide

Voltooid deelwoord
Begint meestal met ge-, be-, ver- of -ont.
Staat nooit alleen in een zin.
Is gekoppeld aan persoonsvorm van hebben, worden of zijn.

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Maken: 
Cursus 5: grammatica
Woordsoorten: werkwoorden (blz. 200/201)
Opdracht 1: samen
Opdracht 2 t/m8

Slide 10 - Slide