Werkwoorden en werkwoordsvormen

Welkom! Pak je leesboek
Fijn dat je er weer bent.  Ga rustig naar je plek pak je spullen en start met lezen.
Nodig: Leesboek, laptop, schrijft, pen

Geen kauwgom, jas op de gang,
let op je taalgebruik.
timer
10:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom! Pak je leesboek
Fijn dat je er weer bent.  Ga rustig naar je plek pak je spullen en start met lezen.
Nodig: Leesboek, laptop, schrijft, pen

Geen kauwgom, jas op de gang,
let op je taalgebruik.
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Voor de docent: http://www.taalcanon.nl/vragen/wat-is-de-zin-van-schoolgrammatica/

  • Bespreken planning komende periode
  • Instructie: Nieuwsflits / werkwoorden
  • Nodig: laptop/boek/pen, schrift
  • Zelfstandig in tweetallen werken (mag op laptop)
  • Stukje kijken film Koning van Katoren
  • Laatste 5 minuten samen afsluiten 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning
Filmtoets
Creatieve opdracht bij film
Nieuwsflits!
Grammatica

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we deze les leren?

  • Werkwoorden herkennen

  • Verschillende werkwoordsvormen herkennen in een zin

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij
van werkwoorden?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Werkwoorden
Werkwoorden zijn woordsoorten (weet jij andere?).
Ze komen in elke zin voor. 
Werkwoorden maken duidelijk wat er gebeurt of wat iemand doet.

Voorbeeld
Mevrouw Lecomte eet een heerlijke pizza.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Woordsoorten
Een werkwoord is dus een woordsoort, maar waarom moet je al die woordsoorten kennen?
Omdat die woorden zich ook een beetje ‘hetzelfde gedragen’. En dan is het gemakkelijker om de regels toe te passen. 
Als je een nieuw werkwoord leert, bijvoorbeeld snarfen, weet je meteen dat het ook ik snarf en hij snarft moet zijn.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is het werkwoord in de volgende zin:

De docent geeft mij een goed cijfer.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Wat is het werkwoord in de volgende zin:

Een creatieve opdracht vind ik erg leuk

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de werkwoorden in de volgende zin:
Voor de filmtoets heb ik goede aantekeningen gemaakt.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn de werkwoorden in de volgende zin:
Al mijn klasgenoten hebben zin om de film af te kijken

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Werkwoordsvormen
Persoonsvorm
Karin luistert naar haar favoriete muziek.
Hele werkwoord (infinitief)
Karin wil naar haar favoriete muziek luisteren.
Voltooid deelwoord
Karin heeft naar haar favoriete muziek geluisterd.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm
De persoonsvorm zegt iets over de tijd waarin iets gebeurd en het onderwerp. Maar het is niet altijd het belangrijkste werkwoord:

Mijn broer heeft mijn pizza opgegeten.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Heel werkwoord
Werkwoordsvorm die in het woordenboek staat.
Gebruikt bij meervoud

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voltooid deelwoord
Begint meestal met ge-, be-, ver- of -ont.
Staat nooit alleen in een zin.
Is gekoppeld aan een persoonsvorm als: hebben, worden of zijn (hulpwerkwoorden)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk in tweetallen
Digitaal: Via Magister/leermiddelen: Nieuw Nederlands
We nemen het eerst even samen door!
Cursus 5 grammatica - werkwoord
opdracht 1 in tweetallen
opdracht 2/4: vanaf volgorde slepen!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions