1.4 Chromosomen (12-9-'23)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

- Telefoons in zakje

- Plaatsnemen volgens plattegrond

Vandaag...

- een paar oefenvraagjes om er in te komen...

- huiswerk bespreken 1 t/m 6 blz 23

- leerdoel

- lesstof 1.4 'chromosomen'

- huiswerk maken

Huiswerk bespreken

- huiswerk bespreken 1 t/m 6 blz 23 

(welke vragen bespreken?)

1.4 Chromosomen

Even herhalen

quizvragen

Een weefsel is ...

1. .. een groep cellen met een zelfde bouw en functie
2. .. veel verschillende cellen die samenwerken
3. .. een groep cellen met een bepaalde bouw
4. .. een groep cellen in een weefsel

Bij welk orgaanstelsel horen de hersenen?

1. het bloedvatenstelsel
2. het verteringsstelsel
3. het zenuwstelsel
4. het ademhalingsstelsel

Welke cel onderdelen hebben plantaardige cellen en dierlijke cellen beide?

1. Alleen een celkern
2. celkern en cytoplasma
3. celkern, cytoplasma en celmembraan
4. celkern, cytoplasma, celmembraan, celwand

Leerdoel

- Je kunt de kenmerken van chromosomen beschrijven.

Pak het boek: 1.4 chromosomen blz 26

organisme - celkern - chromosoom - DNA

Erfelijke eigenschappen

- in de celkern bevinden zich chromosomen

- chromosomen bestaan uit DNA en eiwit

- DNA bevat informatie over erfelijke eigenschappen

- een DNA molecuul is erg lang: chromosomen zijn lange dunne    draden.

- chromosomen komen voor in paren

Aantal chromosomen

- het lichaam van een mens is opgebouwd uit lichaamscellen

- elke celkern van een mens bevat 46 chromosomen in 23 chromosomenparen.

- het totaal aantal chromosomen is altijd een even getal.

chromosomen

In de celkern liggen chromosomen.

Chromosomen zijn opgebouwd uit  DNA en eiwit.

DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen. 

Elke lichaamscel heeft 23 paar chromosomen

chromosomen 

• Dit is een chromosomenportret
• Mensen hebben 23 paren chromosomen.
• Totaal 46 chromosomen.

Geslachtscel en Lichaamscel

• Je kan het verschil noemen tussen een lichaamscel en een geslachtscel 

Chromosomen komen in paren voor in de geslachtscellen

1. klopt
2. klopt niet

Hoeveel chromosomen heeft een mens in een lichaamscel?

1. 44
2. 46
3. 48
4. 50

Katten hebben 38 chromosomen. Hoeveel chromosomenparen hebben ze dan?

1. 23
2. 19
3. 46
4. 76

Huiswerk

- maken opdracht 1 t/m 5 van 1.4