This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Zorg dragen voor het mentale welbevinden
Slide 1 - Slide
Gelukkige mensen leven langer en gezonder.
A
juist
B
fout
C
juist en fout
Slide 2 - Quiz
Motiveer je antwoord
Slide 3 - Slide
Geluk bevordert de gezondheid. Gelukkkige mensen leven langer, hebben minder kans om ziek te worden, herstellen sneller na een ziekte. Hun mentale gezondheid is beter.
Slide 4 - Slide
Mensen met een gezondere levensstijl zijn gelukkiger
A
juist
B
fout
C
juist en fout
Slide 5 - Quiz
Motiveer je antwoord
Slide 6 - Slide
Voldoende bewegen, evenwichtig eten, genoeg slapen, niet roken,... zijn allemaal kleine bouwstenen van geluk.
Slide 7 - Slide
Geld maakt gelukkig
A
juist
B
fout
C
juist en fout
Slide 8 - Quiz
Motiveer je antwoord
Slide 9 - Slide
Geld maakt je gelukkig, omdat je het nodig hebt om in je basisbehoefte te kunnen voorzien. Maar meer geld maakt je niet extra gelukkig. Integendeel. Als je begint te vergelijken met anderen, kan het je net ongelukkiger maken.
Slide 10 - Slide
Je inzetten voor anderen vergroot je geluk
A
Juist
B
Fout
C
juist en fout
Slide 11 - Quiz
Motiveer je antwoord
Slide 12 - Slide
Onderzoek toonde aan dat wie vrijwilligerswerk doet of op een of andere manier zorgt voor anderen, zich beter in zijn vel voelt.
Slide 13 - Slide
Je wordt (on)gelukkig geboren.
A
juist
B
fout
C
juist en fout
Slide 14 - Quiz
Motiveer je antwoord
Slide 15 - Slide
Je geluk wordt voor 50% bepaald door je genen. De omstandigheden waarin je leeft, beïnvloeden 10% van je geluk.
Slide 16 - Slide
Hoeveel % van je geluk heb je zelf in handen?
A
30%
B
40%
C
50%
D
100%
Slide 17 - Quiz
Motiveer je antwoord
Slide 18 - Slide
50% wordt bepaald door de genen
10% wordt bepaald door de omstandigheden waarin je leeft.
Slide 19 - Slide
Wat is de definitie van geluk?
timer
2:00
Slide 20 - Open question
Wat maakt jou gelukkig. Denk aan kleine dingen.
timer
2:00
Slide 21 - Open question
Kan je altijd even gelukkig zijn?
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quiz
Hoe kan je zorg dragen voor je psychisch welbevinden?
Slide 23 - Mind map
Wat als jij het niet zelf meer kan oplossen?
Slide 24 - Mind map
40 % van ons geluk hebben we zelf in handen
Slide 25 - Slide
Gelukkig zijn is afhankelijk van...
Slide 26 - Slide
De context
biologische factoren
leefstijl
opgroeien in een warm nest
psychische en fysieke gezondheid
financiële problemen
geluk in eigen handen
Slide 27 - Drag question
Slide 28 - Slide
je goed voelen
je omringd voelen
jezelf kunnen zijn
je beleeft positieve gevoelens
je hebt jezelf aanvaard
je weet dat je op anderen kan rekenen
je ervaart innerlijke rust
je voelt je oprecht betrokken bij mensen om je heen
Slide 29 - Drag question
Maak de opdracht in je boek LEF op pg. 84
Slide 30 - Slide
Waarvoor staat de oranje bol?
Slide 31 - Open question
Hoe goed je kan omgaan met gebeurtenissen is afhankelijk van je veerkracht.
A
juist
B
fout
C
misschien
Slide 32 - Quiz
Veerkracht is iets dat je kan trainen?
A
juist
B
fout
C
misschien
Slide 33 - Quiz
Wat is veerkracht?
Welke tips geeft NokNok om je veerkracht te verbeteren?
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Video
Welke tips heeft NokNok gegeven om je veerkracht te verhogen?
Slide 36 - Mind map
Welke determinanten hebben invloed op mijn mentaal welbevinden?
Slide 37 - Slide
Huiswerk
Vul de cursus pg. 87 -92 in. Doe dit aan de hand van jullie weekplanning die in de uploadzone staat.
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Wat wil de overheid bereiken met het promoten van de geluksdriehoek?
A
ongevallen in de privésfeer vermijden
B
zelfmoordpreventie
C
bevolkingsonderzoek naar kankers
D
dat we ons laten vaccineren
Slide 40 - Quiz
Welke soort gezondheidsbevordering is de geluksdriehoek?
A
ziektepreventie: primair
B
gezondheidsbescherming
C
gezondheidspromotie
D
ziektepreventie: secundair
Slide 41 - Quiz
Maak de opdracht in je boek op pg 95.
Slide 42 - Slide
Hoe draag je zorg voor het mentale welbevinden van anderen?
Slide 43 - Slide
Lees de tekst op pg. 97
De eerste rij vult vraag B in.
De tweede rij vult vraag C in.
De derde rij vult vraag D en F in.
De vierde rij vult vraag E in.
Slide 44 - Slide
Hoe zie jij dat er iets is met je beste vriend(in), mama of papa of ...
Slide 45 - Mind map
Als goede vriend geef je best advies aan je vriend(in) hoe ze de problemen kunnen aanpakken.
A
juist
B
fout
C
misschien
Slide 46 - Quiz
Een goede manier om een vriend te helpen is: luisteren naar hun verhaal.
A
juist
B
fout
Slide 47 - Quiz
Ga op zoek naar luistertips die jij in de toekomst meer wil toepassen.