3.4 het hart

3.4 Je hart
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.4 Je hart

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige lessen: 4.1 Bloed en 4.2 Bloedsomloop
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie:  Je hart
opdrachten maken 

Slide 2 - Slide

Terugblik Bloedsomloop
Belangrijkste begrippen:
- bloedsomloop
- dubbele bloedsomloop: de kleine en de grote bloedsomloop

Slide 3 - Slide

Iemand met bloedarmoede voelt zich voortdurend zwak en moe. Een mogelijke oorzaak is een tekort aan ijzerzouten? Hoe noemen we deze ijzerzouten?

Slide 4 - Open question

Welke voedingsmiddelen moet je eten om je HB-gehalte hoger te krijgen?

Slide 5 - Open question


Welke soort bloedcel wordt aangegeven met de letter R?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplasma
D
Bloedplaatje

Slide 6 - Quiz

Welk bestanddeel van het bloed bestrijdt ziekteverwekkers?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 7 - Quiz

Welk bestanddeel van het bloed zorgt ervoor dat bloed kan stollen?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes

Slide 8 - Quiz

In welke bestanddelen van het bloed komen celkernen voor?
A
alleen in rode bloedcellen
B
alleen in witte bloedcellen
C
in rode bloedcellen en bloedplaatjes
D
in rode en witte bloedcellen

Slide 9 - Quiz

 
Bekijk de afbeelding hiernaast. Welke bloedvaten horen bij de kleine bloedsomloop?
A
Bloedvat 2 en 3
B
Bloedvat 3 en 4
C
Bloedvat 2 en 5

Slide 10 - Quiz

Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Alle organen - Aders - Hart
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 11 - Quiz

Welke bloedsomloop begint in de linkerharthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop

Slide 12 - Quiz

1In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 13 - Quiz

herhalen: bloedsomloop
de mens heeft een dubbele bloedsomloop:
- kleine bloedsomloop
- grote bloedsomloop


Het bloed stroomt per omloop 2x door het hart, vandaar de naam: dubbele bloedsomloop.

Slide 14 - Slide

herhalen: bloedsomloop
kleine bloedsomloop:
- het bloed stroomt van de rechterhelft van het hart naar de longen
- vanuit de longen stroomt het bloed weer terug naar de linkerhelft van het hart

Slide 15 - Slide

herhalen: bloedsomloop
grote bloedsomloop:
- vanuit de linkerhelft van het hart gaat het bloed naar de organen in het hele lichaam
- vanuit de organen stroomt het bloed weer naar de rechterhelft van het hart

Slide 16 - Slide

3.4 Het hart 

Slide 17 - Slide

 Je hart
Je hart:
- ligt in je borstholte net onder het borstbeen.
- is zo groot als je vuist
- bestaat uit twee helften: een rechterhelft en een linkerhelft

Slide 18 - Slide

Boezems
Elke harthelft bestaat uit een boezem en een kamer.

In de boezems komt het bloed het hart binnen. Vervolgens pompen de boezems het bloed naar de kamers.

De kamers pompen het bloed naar de kleine en de grote bloedsomloop.

Slide 19 - Slide

Je hart
delen van de kleine bloedsomloop

De rechterkamer van het hart pompt het bloed naar de longslagader.
Door de longslagader stroomt het bloed naar de longen.
Vanuit de longader stroomt het bloed weer naar de linkerboezem van het hart.

Slide 20 - Slide

 Je hart
DUS: kleine bloedsomloop

rechterkamer -> longslagader -> longen -> longader -> linkerboezem

Slide 21 - Slide

Je hart
De delen van de grote bloedsomloop

Via de linkerboezem stroomt het bloed naar de linkerkamer.
De linkerkamer pompt het bloed weer in de aorta.
Via de aorta stroomt het bloed weer naar de rest van het lichaam.
Door de holle aders stroomt het bloed weer terug naar de rechterboezem.

Daarna gaat het bloed weer naar de kleine bloedsomloop.


Slide 22 - Slide

 Je hart
DUS: grote bloedsomloop

linkerboezem -> linkerkamer -> aorta -> rest van het lichaam -> holle aders -> rechterboezem

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Kleppen 
Tussen de boezems en de kamers in het hart zitten hartkleppen.
Deze kleppen zorgen ervoor dat het bloed niet terugstroomt van de kamers naar de boezems.

Op de volgende afbeelding zie je hoe de kleppen werken.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Het hart
In de aorta en de longslagader zitten ook kleppen. Door deze kleppen kan het bloed niet terugstromen naar de kamers.



Op de volgende afbeelding zie je hoe deze kleppen werken.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Werkboek 
3.4 het hart: lees de tekst en maak de opdrachten:

BK:Blz 157 t/m 162 
KP: 178 t/m 181

Slide 30 - Slide