Quiz- Gezondheid en omgeving

Wat is de definitie van gezondheid?

A
Lichamelijke, geestelijke en sociaal welbevinden
B
Sociaal en lichamelijke gezondheid
C
Fit zijn, door veel te sporten
D
Gezondheid is je alleen lichamelijk goed voelen
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat is de definitie van gezondheid?

A
Lichamelijke, geestelijke en sociaal welbevinden
B
Sociaal en lichamelijke gezondheid
C
Fit zijn, door veel te sporten
D
Gezondheid is je alleen lichamelijk goed voelen

Slide 1 - Quiz

Bij gezondheidsgedrag gaat het om;
A
Lichamelijke weten hoeveel je aankan
B
Zowel lichamelijk en geestelijk weten wat je aankan
C
Weten wat gevolgen heeft voor je gezondheid zowel positief als negatief
D
Gezond eten en leven

Slide 2 - Quiz

Als PM'er kun je kennis krijgen over de gezondheidsgedrag van kinderen en ouders door die te observeren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

ls PM'er ben jij het grote voorbeeld want kinderen letten meer op wat je zegt dat wat je doet
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat hoort er niet bij? Gezond gewicht bereik en behoud je met...
A
Gezond eten en drinken
B
Goede eetopvoeding
C
Genoeg slaap
D
Minimale beweging

Slide 5 - Quiz

Wat hoort er niet bij? De functie van voeding is..
A
Energie leveren
B
Bouwstoffen
C
Koolhydraten aanvullen
D
Regulerende stoffen

Slide 6 - Quiz

Bouwstoffen zitten in koolhydraten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Voeding heeft 3 Functies; 
Er zijn 3 soorten voedingsstoffen;

 1- Energie leverende stoffen
2. Bouwstoffen 
3. Regulerende stoffen

Slide 8 - Slide

Vet levert meer energie dan koolhydraten en eiwitten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Plantaardige vetten bevatten onverzadigde vetten en zijn daarom gezonder dan dierlijke vetten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Suiker krimpt de hersenen
A
Waar
B
Niet waar
C
Alleen bij kinderen onder de 4
D
Alleen bij volwassen

Slide 11 - Quiz

Een van de functies van water is dat het de temperatuur in je lichaam reguleert
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Welke vitamine zorgt voor het stollen van bloed?
A
Vitamine K
B
Vitamine B
C
Vitamine C
D
Vitamine D

Slide 13 - Quiz

Een tekort aan vitamine D kan bij kinderen zorgen voor X of O benen
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 14 - Quiz

In de hygiëne code staan er richtlijnen voor het bereiden, opbergen en bewaren van voedsel in grote instellingen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Handalcohol gebruiken is effectiever en efficiënter dan handen wassen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Kruisbesmetting komt voor als er sprake is van besmetting van bacteriën op eten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Ergonomisch werken is jezelf aanpassen aan het werk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Zelfredzaamheid is de mate waarin iemand in staat is zichzelf te redden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Om zelfredzaamheid te bevorderen is het belangrijk dat..
A
Je het eerst voordoet voordat het kind het moet doen
B
Het kind vanaf de eerste keer het zelf moet doen

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide